Welke NEN-normen hebben betrekking op kleine blusmiddelen, wat zegt het Bouwbesluit er precies over en waarom is het verstandig om voor gecertificeerde installatie- en onderhoudsbedrijven te kiezen?
Voor het (laten) plaatsen van kleine blusmiddelen – zoals brandblussers en brandslanghaspels – geldt het Bouwbesluit 2012 als vertrekpunt. Deze kennis is ook aanwezig bij gecertificeerde installatiebedrijven. Deze bedrijven werken volgens het certificatieschema dat door het onafhankelijke Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) zijn opgesteld op basis van actuele NEN-normen. Bedrijven die gecertificeerd zijn leveren kwalitatief hoogwaardig werk en producten (maar het is niet verplicht om voor gecertificeerde installatiebedrijven te kiezen).
Bovendien worden ze regelmatig gecontroleerd door certificatie-instellingen, zoals Kiwa, op basis van het CCV-Certificatieschema REOB (Onderhoud Blusmiddelen). Certificatie-instellingen zoals Kiwa kijken niet alleen of het gecertificeerde bedrijf op de juiste manier werkt, maar ook hoe bijvoorbeeld met klachten wordt omgegaan.
Het onderhouden van kleine blusmiddelen
Zodra kleine blusmiddelen zoals brandblussers in een professionele context worden gebruikt om de brandveiligheid te waarborgen, is er sprake van een wettelijke onderhoudsplicht. Dit geldt voor:
- Draagbare blusmiddelen: verplaatsbare blustoestellen van maximaal 20 kg (artikel 6.31 in het Bouwbesluit)
- Verrijdbare blusmiddelen: verplaatsbare blustoestellen zwaarder dan 20 kilogram die op een verrijdbare bluskar staan (artikel 6.31 in het Bouwbesluit)
- Brandslanghaspels: een 20 tot 30 meter lange brandslang op een haspel die is aangesloten op de waterleiding (artikel 6.28 in het Bouwbesluit)
- Droge blusleiding: een aansluiting die in het pand zit en waar de brandweer de slang op aansluit en waar het water doorheen komt (artikel 6.29 in het Bouwbesluit)
Draagbare en verrijdbare blusmiddelen
Voor de draagbare en verrijdbare blusmiddelen is het verplicht om minimaal een keer per twee jaar een controle te laten uitoefenen. Dit moet gebeuren volgens de richtlijnen van de NEN 2559 (draagbare blustoestellen) en NEN 2659 (verrijdbare blustoestellen). Het is echter aan te raden om deze blusmiddelen jaarlijks te laten controleren. Dit adviseren NEN en brancheorganisaties en wordt bovendien door veel verzekeraars verplicht gesteld.
Lees meer over:
Brandslanghaspels en droge busleidingen
In het Bouwbesluit (artikel 1.16) is opgenomen dat brandslanghaspels aan een prestatie-eis moeten voldoen. Hoewel er dus geen wettelijk termijn aan verbonden is, is het in de praktijk aan te raden om deze installatie jaarlijks te controleren. Hiervoor gelden de normen uit NEN-EN 671-1:2012 en (brandslanghaspel met vormvaste slang), NEN-EN 671-2:2012 en (plat-oprolbare slang) en NEN-EN 671-3:2009 en (Onderhoud van slanghaspels met vormvaste slang en slangsystemen met plat-oprolbare slang). Tijdens een controle wordt onder meer gekeken naar de verzegeling van de hoofdkranen van de brandslanghaspels (ter voorkoming van legionella) Elke 5 jaar moeten de slangen getest worden op de maximale werkdruk (10-12 bar).
Droge blusleidingen moeten minimaal een keer in de vijf jaar worden gecontroleerd (test-eis) volgens NEN 1594. Daarnaast is er een prestatie-eis, wat inhoudt dat de droge blusleidingen naar verwachting moeten functioneren. Hiervoor is periodiek onderhoud noodzakelijk. Maar ook hier geldt dat verzekeraars bepaalde (strengere) eisen kunnen stellen aan het controleren van droge blusleidingen.
Gecertificeerd onderhoud kleine blusmiddelen
Er gelden geen officiële richtlijnen voor de bedrijven/personen die deze controles en onderhoudsbeurten uitvoeren. Net als bij het installeren van blusmiddelen, adviseert het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) om voor bedrijven te kiezen die werken met CCV-certificatieschema’s. Het REOB-schema (Regeling Erkenning Onderhoud Blusmiddelen) verwijst naar de NEN-normen opgesteld en bedrijven die hieraan willen voldoen moeten een speciale opleiding volgen. Deze onderhoudsbedrijven worden gecontroleerd door inspectie-instellingen, zoals Kiwa. Tijdens het onderhoud worden de blusmiddelen gecontroleerd op hun werking en worden zaken, indien nodig, vervangen. Als volgens de normen van het CCV wordt gewerkt, wordt onderstaand beeldmerk gebruikt:
Via de index van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) is snel een gecertificeerde installateur te vinden bij u in de buurt. Voorbeelden van erkende bedrijven zijn Saval en Chubb. Via Brandveilig.com kunt u gemakkelijk een vrijblijvende offerte bij deze bedrijven aanvragen via onze offerte-tool.
Bron: Het CCV