Normalisatie is in de praktijk een dynamisch proces dat vraagt om flexibiliteit en samenwerking. Het bereiken van consensus is het ultieme doel. Maar wat zijn de specifieke issues als het gaat om brandveiligheid? Marc Mergeay gaat vanuit zijn jarenlange expertise in op de achtergronden, de stakeholders en de belangen.
Normalisatieproces: de theorie
In theorie gaat een normcommissie (of een werkgroep onder de normcommissie), bestaande uit belanghebbenden die vanuit hun eigen expertise bijdragen met betrekking tot het onderwerp, aan de slag. Men komt een aantal keren per jaar samen en na pakweg één à anderhalf jaar ligt er op basis van consensus een normontwerp klaar voor publicatie. Iedereen in Nederland mag binnen drie maanden na publicatie commentaar leveren op het normontwerp, waarna het commentaar (waar relevant) verwerkt wordt tot een concept, dat voor definitief door kan gaan. Commentaargevers worden geïnformeerd over de wijze waarop hun commentaar al dan niet is verwerkt en hebben vanaf dat moment de mogelijkheid binnen 30 dagen bezwaar aan te tekenen tegen het publiceren van de definitieve norm. Als er geen bezwaar is ingediend, kan de norm definitief worden gepubliceerd.
Normalisatieproces: de praktijk
Het samenstellen van een normcommissie of werkgroep loopt niet altijd gemakkelijk. Er zijn bijvoorbeeld onvoldoende deelnemers, of er is een teveel aan deelnemers uit één sector. Maar soms blijkt er juist een dusdanig grote belangstelling te zijn, dat bij elke vergadering een ‘Poolse Landdag’ dreigt.
En hoewel het normalisatieproces theoretisch strak georganiseerd lijkt, is het in de praktijk een veel dynamischer proces dat vraagt om flexibiliteit en samenwerking. Het bereiken van consensus kan daardoor soms extra tijd vergen. Gelukkig leidt dit in de meeste gevallen uiteindelijk tot een gedegen en breed gedragen eindresultaat. Maar wat zijn nu de specifieke issues ten aanzien van brandveiligheid?
Normalisatieproces: brandveiligheid
Een brand roept emotie op, spreekt tot de verbeelding, veroorzaakt materiële maar helaas soms ook immateriële schade met slachtoffers, die achteraf mogelijk voorkomen hadden kunnen worden. Al deze factoren samen bepalen de opstelling en inzet van de leden. Op zijn minst is er sprake van betrokkenheid, maar bij sommige onderwerpen kan je gerust spreken van bevlogenheid.
Aanleidingen tot normalisatie
Incidenten
Normalisatie van brandveiligheid onderscheidt zich in bijzondere mate van ‘normale’ processen, doordat er regelmatig naar aanleiding van een incident besloten wordt een werkgroep op te richten. Voorbeelden:
- Oktober 2010: De grote brand in de Haarlemse parkeergarage de Appelaar. 26 auto’s brandden volledig uit en de constructie van de parkeergarage liep schade op door de grote hitte. In de daaropvolgende jaren volgden er nog diverse andere branden, ook in parkeergarages onder woongebouwen. Dit heeft ertoe geleid, dat het ministerie BZK aan NEN gevraagd heeft een norm voor de integrale brandveiligheid van parkeergarages te gaan ontwikkelen.
- 14 juni 2017 brak er brand uit in de Grenfell woontoren in Londen, met 72 doden als tragisch resultaat. Belangrijkste hoofdoorzaak van de branduitbreiding bleek de gevel te zijn. In 2018 volgde daarop de oprichting van de werkgroep ‘brandveiligheid gevels’, met als doel vanuit de aanwezige kennis van haar leden, de markt te informeren over de nieuwste inzichten op het gebied van de brandveiligheid van gevels. Eén keer per jaar organiseert de werkgroep een seminar over dit onderwerp. Daarnaast ontwikkelt ze een internet-kennisplatform (1) met een actueel aanbod van informatie op het gebied van brandveiligheid van gevels. Het platform beoogt bezoekers wegwijs te maken bij het vinden van specifieke (aanvullende) informatie (ook bij andere aanbieders) en van de daarvoor geldende normen. In lijn met het streven de brandveiligheid van gevels te verbeteren, is de werkgroep bezig met de revisie van NEN 6068 (2), ontwikkelt ze de NPR 6668 (3) en is ze betrokken bij revisie van NEN 6069 (4) en de ontwikkeling van NPR 6999 (5).
Maatschappelijke ontwikkelingen
Bovenstaande voorbeelden (zo zijn er nog meer) maken duidelijk, dat incidenten de directe aanleiding tot normalisatie kunnen vormen. Maar dit geldt ook voor maatschappelijke ontwikkelingen. Een voorbeeld is het tot op hoge leeftijd zelfstandig blijven wonen. Zijn de uitgangspunten en normen, die bepalen hoe er veilig uit een brandend gebouw gevlucht kan worden, voor deze populatie nog wel geschikt?
Een ander voorbeeld is de enorme groei van het aantal PV-systemen. Er zijn al veel voorbeelden bekend van hoe het daarmee mis kan gaan. Het is daarom van belang gebleken, dat er een geschikte beoordelingsmethode komt om de brandveiligheid van PV-panelen (6) te bepalen, reden tot oprichting van een werkgroep.
Initiatieven uit de normcommissies
Leden van de verschillende normcommissies voor brandveiligheid zijn proactief ingesteld. Ze bespreken met elkaar in hoeverre het nuttig of zelfs noodzakelijk kan zijn nieuwe ontwikkelingen of een bijzonder onderwerp op de normalisatie-agenda te plaatsen. Het komt ook regelmatig voor dat besloten wordt een norm voortijdig te herzien, hoewel de gangbare periode van vijf jaar tot evaluatie van actualiteit van de norm nog niet is gepasseerd.
Vertragende factoren in het proces
Theorie en praktijk in het normalisatieproces binnen de brandveiligheid kunnen verschillen. Enkele voorbeelden uit de praktijk:
Brandveiligheid en bouwen met hout (7)
Over dit onderwerp is in Brandveilig.com 2023/3 al een prima achtergrondartikel gepubliceerd. Taakstelling van de werkgroep die hiervoor in 2022 werd opgericht, is het onderzoeken en vastleggen wat er op het gebied van brandveiligheid en bouwen met hout normatief moet gebeuren. Gemakkelijk gesteld, maar nu de praktijk:
- Er bestaat een keur aan normen die betrekking hebben op brandveiligheid van gebouwen, gebaseerd op de ‘traditionele’ bouwmaterialen, zoals beton en staal. Hout gedraagt zich wezenlijk anders, kan als constructiemateriaal zélf ook mee gaan branden. Daarmee krijg je een forse discussie over de brandlast en de kans op bezwijken, die volkomen afwijkt van de bekende benaderingen én dus van de bestaande normatieve afspraken.
- De brandlabs testen al jaren constructies op brandgedrag op basis van bestaande testnormen. Maar met het toepassen van houten constructies dient ook een geheel nieuwe reeks van testen ontwikkeld te worden. Heel kostbaar en heel tijdrovend.
- Elk traditioneel gebouw wordt als vanzelfsprekend zo brandveilig mogelijk afgewerkt. De functionele en esthetische kwaliteit van hout vraagt echter om nieuwe oplossingen, bijvoorbeeld sprinklers in de wanden.
- Tot hoever kun je de hoogte in met hout als constructiemateriaal? Moet je daarbij onderscheid maken tussen verschillende gebouwtypen?
Bovenstaande punten worden elk apart in subgroepen uitgewerkt. Ze vormen maar een greep uit alle vragen die er over dit onderwerp leven. Gerenommeerde onderzoeksinstituten, zoals TNO of het Zweedse RISE worden ingezet om onderzoekstrajecten te realiseren. En daar is ook veel tijd voor nodig.
Brandveiligheid ondergrondse parkeergarages (NEN 6067) (8)
Het was bij de start in 2017(!) de bedoeling binnen pakweg twee jaar een norm te hebben die integraal alle aspecten van de brandveiligheid van ondergrondse parkeergarages zou dekken. Lopende het traject:
- nam het aantal elektrische auto’s explosief toe;
- publiceerde de brandweer een nieuwe doctrine rondom bestrijding van branden in ondergrondse parkeergarages;
- besloot het ministerie van BZK voor nieuwe parkeergarages onder gebouwen, waarin wordt geslapen, een automatische blusinstallatie (bijv. een sprinklerinstallatie) verplicht te stellen (artikel 4.223a, Bbl).
Deze ontwikkelingen hebben er elk afzonderlijk toe geleid, dat de conceptnorm keer op keer diende te worden aangepast.
Herziening NEN 6079 ‘Brandveiligheid van grote brandcompartimenten- Risicobenadering’ (9)
Dit project is in 2019 gestart en verliep aanvankelijk volgens plan, wat had moeten leiden tot publicatie van de herziene norm eind 2020.
Medio 2020 heeft Brandweer Nederland echter bezwaar gemaakt tegen verdere ontwikkelingen, om de volgende redenen:
- Ze heeft grote moeite met de praktijksituatie dat een verbouwing (maar ook nieuwbouw) op basis van NEN 6079 kan leiden tot (zeer) grote compartimenten in een risicovolle omgeving.
- Diezelfde omgeving wordt volgens hen onvoldoende betrokken in de methodiek van NEN 6079, terwijl de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) pas over jaren concrete uitgangspunten of kaders zal kunnen aanreiken waarmee gefundeerde afwegingen gemaakt kunnen worden bij bouw- of verbouwplannen.
Als gevolg van deze bezwaren lag de revisie van NEN 6079 sinds die tijd stil. Er is de jaren erna een tool ontwikkeld, die gebruikt kan worden voor het genereren van extra afwegingsdimensies in relatie tot de omgeving, waarna begin 2023 een doorstart is gemaakt met de herziening van NEN 6079.
Herziening NEN 2535 – Brandmeldinstallaties (10)
De hierboven beschreven voorbeelden laten zien dat de duur van normalisatietrajecten moeilijk strak valt in te kaderen. Daarbij kan de directe invloed van de markt ook een rol spelen, bijvoorbeeld bij de herziening van een ‘simpele’ technische norm als NEN 2535. Toen de 185 pagina’s tellende ontwerpnorm na twee jaar hard werken in november 2021 werd gepubliceerd, kwamen er maar liefst meer dan 1200 commentaren binnen. De werkgroep heeft vanaf 2022 bovengemiddeld veel energie gestoken in het verwerken van al dit commentaar wat binnenkort zal resulteren in een nieuwe norm die veel nieuwe technieken afdekt.
Conclusie
Binnen normalisatie van brandveiligheid werken stakeholders (zoals overheden, de brandweer, bouwbedrijven en adviesbureaus) nauw en intensief samen om de normen veilig en up-to-date te houden met de laatste maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Dit zorgt ervoor dat normalisatie van brandveiligheid niet alleen een theoretisch proces is, maar een continu zichzelf verbeterend systeem, dat inspeelt op actuele uitdagingen. Het is een boeiend vakgebied, met veel emotie, uitdagingen, politiek/maatschappelijke invalshoeken en een onnavolgbare dynamiek. Het vraagt van de procesbegeleider(s) veel flexibiliteit, kennis en kunde, maar het is dankbaar werk. De spreekwoordelijke vlam is bij mij nooit uitgedoofd geweest en dat zal bij de collega’s, die mij hebben opgevolgd, de komende jaren ook vast niet het geval zijn!
Marc Mergeay was consultant bij NEN en is per 1 mei met pensioen
Verwijzingen
(1) https://www.nen.nl/brandveiligheidgevels
(2) https://www.bouwenmetstaal.nl/nieuws/nieuwe-praktijkrichtlijn-en-aangepaste-norm-voor-berekenen-wbdbo
(3) https://www.nen.nl/npr-6668-2023-ontw-nl-304266
(4) https://www.nen.nl/nieuws/installatie/zevende-versie-van-brandwerendheidsnorm-nen-6069/
(5) https://www.brandveilig.com/artikel/ontwikkeling-npr-6999-grootschalige-brandtesten-voor-gevels-in-de-nederlandse-regelgeving-74478
(6) https://www.nen.nl/nieuws/installatie/veilige-afstand-tussen-pv-panelen/
(7) https://www.brandveilig.com/artikel/bouwen-met-hout-en-de-impact-op-brandveiligheid-72445
(8) https://www.royalhaskoningdhv.nl/nl-nl/nieuws/blogs/2023/brandveiligheid-in-parkeergarages-de-nen-6067-norm
(9) https://www.nen.nl/werkgroep-nen-6079-brandveiligheid-van-grote-brandcompartimenten-risicobenadering
(10) https://www.nen.nl/nieuws/brandveiligheidsinstallaties/norm-voor-brandmeldinstallaties-herzien/
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.