De CO2 blusser, ook wel koolzuursneeuwblusser genoemd, is geschikt voor het blussen van vloeistofbranden (brandklasse B) en branden in onder spanning staande apparatuur. Het grootste voordeel van een koolzuursneeuwblusser is dat de blusstof (CO2) geen reststoffen achterlaat bij gebruik.
De CO2 komt gasvormig uit de cilinder, maar zit vloeibaar in de fles. Dit komt omdat de cilinder in feite een hogedrukcilinder is en gas onder druk van rond de 60 bar overgaat in een vloeistof. Door verandering in aggregatie als de blusstof in de buitenlucht komt, koelt het enorm af en heeft het een temperatuur van -80 graden Celsius.
CO2 wordt daarom onder meer toegepast bij hoogwaardige elektronische apparatuur (tot 1000 Volt). Deze branden mogen, vanuit de Arbowetgeving niet geblust worden met op water gebaseerde blusstoffen zoals sproeischuim, vanwege het aanrakingsgevaar waardoor personen door elektrocutie letsel kunnen oplopen of erger. Voor de CO2 blusser zijn echter ook enkele nadelen te noemen.
Nadelen CO2 blusser
- CO2 blussers hebben geen indringend vermogen. Eigenlijk blaas je het vuur uit. Het kan daarna dus weer makkelijk ontbranden. Hierdoor is CO2 ook niet in staat branden van vaste stoffen echt te doven.
- CO2 is zwaarder dan lucht. In kleine ruimtes kan daardoor verstikkingsgevaar ontstaan.
- Het blusmiddel is duurder in aanschaf dan poederblussers en schuimblussers
- Het vat is zwaar
- Het blusmiddel is snel op
- CO2 is minder geschikt voor buiten, omdat het gas snel vervliegt
- Bij gebruik op vaste stoffen ontstaat veel rook
Een CO2 blusser is te herkennen aan de zwarte expansiekoker of sneeuwkoker aan het uiteinde van de slang. Tussen de expansiekoker en slang zit een handvat, dat men tijdens gebruik van de blusser moet vasthouden. Het handvat is nodig omdat het uiteinde van de onbeschermde koker zeer koud wordt (tot ongeveer -80 °C) en men door deze extreme kou derdegraads brandwonden op kan lopen. Daarom mag een koolzuursneeuwblusser ook nooit op personen worden ingezet.
Over de precieze toepassing van CO2-blussers is geen consensus. Zo zijn sommige brandveiligheidsexperts van mening dat dit type blusser alleen geschikt is voor vloeistofbranden en branden waarbij elektra in het spel is. Dit is ook zo vastgelegd in de NEN-EN2 (zie tabel hieronder). Andere brandveiligheidsexperts stellen dat CO2 ook geschikt is voor gasbranden.
Welke (onderhouds)regels gelden er?
De geldende regels voor verplaatsbare blustoestellen zoals CO2 blussers van maximaal 20 kg zijn te vinden in artikel 6.31 in het Bouwbesluit. Voor de draagbare blusmiddelen is het verplicht om minimaal een keer per twee jaar een controle te laten uitoefenen. Dit moet gebeuren volgens de richtlijnen van de NEN 2559 (draagbare blustoestellen). Het is echter aan te raden om deze blusmiddelen jaarlijks te laten controleren. Dit adviseren NEN en brancheorganisaties en wordt bovendien door veel verzekeraars verplicht gesteld.
Er gelden geen officiële richtlijnen voor de bedrijven/personen die deze controles en onderhoudsbeurten uitvoeren. Net als bij het installeren van blusmiddelen, adviseert het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) om voor bedrijven te kiezen die werken met CCV-certificatieschema’s. Het REOB-schema (Regeling Erkenning Onderhoud Blusmiddelen) verwijst naar de van toepassing zijnde NEN-normen en bedrijven die hieraan willen voldoen moeten een speciale opleiding volgen. Deze onderhoudsbedrijven worden gecontroleerd door inspectie-instellingen, zoals Kiwa. Tijdens het onderhoud worden de blusmiddelen gecontroleerd op hun werking en worden zaken, indien nodig, vervangen.
Hoe gebruik je een CO2 blusser?
- Blijf rustig.
- Leg uw ene hand bovenop de fles en trek de borgpen er met uw andere hand uit.
- Spuit eerst een proefstoot recht voor u uit (niet omhoog of omlaag). Zo ziet u of de blusser werkt en wat de worplengte is (ca. 1,5 meter).
- Richt op de vlammen met het gedeelte waar de straal van de blusser eindigt.
- Richt de bluskoker op de onderkant van het vuur.
- Knijp de afsluiter volledig in om de CO2-wolk op het vuur te richten.
- Verlaat na het blussen direct de ruimte, anders kunt u stikken.
- Blijf laag als u naar de brand loopt (adem geen rook in).
- Blus ononderbroken van links naar rechts en van voor naar achter.
- Spuit nooit van te dichtbij op brandende vloeistof. Hierdoor zal de brand uitbreiden.
- Wees erop bedacht dat de brand opnieuw kan oplaaien.
- Controleer of de brand volledig gedoofd is. Doe dit het komende half uur regelmatig.
- Zet ramen en deuren tegen elkaar open om goed te ventileren.
Volg Brandveilig op LinkedIn