Met een schuimblusser kun je A en B branden blussen, oftewel vaste stoffen en vloeistoffen. De blusser is gevuld met water en schuim, een substantie die voor een verkoelende werking zorgt. Doordat het zo licht is van gewicht is schuim zeer geschikt om vloeistofbranden te blussen omdat het erop blijft liggen, en bij vaste stoffen blijft schuim eraan plakken om op die manier ook de verbrandingsreactie weg te nemen door afsluiting van zuurstof. Het is niet schadelijk voor het milieu.
De sproeischuimblusser is een variant op de schuimblusser en is geschikt om apparatuur onder spanning van maximaal 1000 Volt te blussen, omdat deze over een speciale nozzle beschikt. Bij een gewone schuimblusser is deze nozzle niet aanwezig, waardoor er terugslag kan plaatsvinden tijdens het blussen. Veel schuimblussers zijn tegenwoordig al sproeischuimblussers. Schuimblussers zijn er ook in vorstbestendige varianten. Ook zijn er speciale vetbrandblussers op basis van schuim.
Voordelen schuimblusser ten opzichte van poederblusser
- Vrijwel geen nevenschade
- Gemakkelijk opruimen met water
- Kleine kans op herontsteking
- Te gebruiken op personen
Nadelen schuimblusser ten opzichte van poederblusser
- Niet geschikt om gasbranden (C) mee te blussen
- Duurder in aanschaf
- Niet vorstbestendig
Welke regels gelden er?
Schuimblussers met een inhoud vanaf 6 liter zijn volgens de eisen en regelgeving welke door overheid, brandweer en verzekeraars aan brandblussers gesteld worden geschikt voor kantoren, winkels, woningen met rieten daken, maneges, magazijnen, loodsen, bedrijfspanden, kinderdagverblijven. De geldende regelgeving voor verplaatsbare blustoestellen van maximaal 20 kg is te vinden in artikel 6.31 in het Bouwbesluit.
Voor de draagbare blusmiddelen is het verplicht om minimaal een keer per twee jaar een controle te laten uitoefenen. Dit moet gebeuren volgens de richtlijnen van de NEN 2559 (draagbare blustoestellen). Het is echter aan te raden om deze blusmiddelen jaarlijks te laten controleren. Dit adviseren NEN en brancheorganisaties en wordt bovendien door veel verzekeraars verplicht gesteld.
Er gelden geen officiële richtlijnen voor de bedrijven/personen die deze controles en onderhoudsbeurten uitvoeren. Net als bij het installeren van blusmiddelen, adviseert het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) om voor bedrijven te kiezen die werken met CCV-certificatieschema’s. Het REOB-schema (Regeling Erkenning Onderhoud Blusmiddelen) verwijst naar de van toepassing zijnde NEN-normen en bedrijven die hieraan willen voldoen moeten een speciale opleiding volgen. Deze onderhoudsbedrijven worden gecontroleerd door inspectie-instellingen, zoals Kiwa. Tijdens het onderhoud worden de blusmiddelen gecontroleerd op hun werking en worden zaken, indien nodig, vervangen.
Hoe gebruik je een schuimblusser?
De tijd dat men met een blusser kan werken is afhankelijk van de hoeveelheid die in de fles zit. Een kleine blusser van 2 liter voor in de auto of caravan is na 15 seconden leeg. Een brandblusser van 6 liter is pas na 50 seconden leeg. Lees bij aanschaf het etiket. Tot hoeveel graden onder 0 de blusser geschikt is staat op het etiket.
Voorbereiding
- Kijk op de manometer of de druk in de blusser nog goed is (metertje in het groen).
- Leg uw ene hand bovenop de fles en trek de borgpen er met uw andere hand uit.
- Spuit eerst een proefstoot recht voor u uit (niet omhoog of omlaag). Zo ziet u of de blusser werkt en wat de worplengte is (ca. 3 à 4 meter).
- Richt op de vlammen met het gedeelte waar de straal van de blusser eindigt.
- Richt de spuitmond op het vuur.
- Knijp de afsluiter volledig in. De straal sproeischuim komt nu vrij.
- Blijf laag als u naar de brand loopt (adem geen rook in).
Vaste stoffen, zoals prullenbak, bankstel, gordijnen, hout, papier, theedoek, kerstboom
- Blus ononderbroken van links naar rechts en van voor naar achter.
- Pak de brandhaard helemaal in.
- Wees erop bedacht dat de brand opnieuw kan oplaaien.
- Trek dat wat heeft gebrand uit elkaar. Blus nog gloeiende delen af.
- Controleer of de brand volledig gedoofd is. Doe dit het komende half uur regelmatig.
- Zet ramen en deuren tegen elkaar open om goed te ventileren.
Vloeistofbranden, zoals (was)benzine, terpentine, oplosmiddelen, aceton)
- Blus ononderbroken van links naar rechts en van voor naar achter.
- Spuit nooit van te dichtbij op brandende vloeistof. Hierdoor zal de brand uitbreiden.
- Dek de vloeistofplas volledig af met het schuim.
- Wanneer de vloeistofplas is afgedekt kan de brand niet opnieuw oplaaien.
- Controleer of de brand volledig gedoofd is. Doe dit het komende half uur regelmatig.
- Zet ramen en deuren tegen elkaar open om goed te ventileren.
Apparatuur onder spanning, zoals droger, wasmachine, computer, computerservers, meterkast, vaatwasser
- Blijf rustig.
- Controleer eerst of uw sproeischuimblusser geschikt is voor apparatuur die onder spanning staat.
- Gebruik de worplengte van de blusser (ca. 3 à 4 meter)
- Blus ononderbroken van links naar rechts en van voor naar achter.
- Pak de brandhaard helemaal in.
- Staat er bijvoorbeeld een computer in brand? Probeer te blussen via de ventilatieopeningen van de behuizing.
- Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact of schakel de spanning af in de meterkast.
- Wees erop bedacht dat de brand opnieuw kan oplaaien.
- Trek dat wat heeft gebrand uit elkaar. Blus nog gloeiende delen af.
- Controleer of de brand volledig gedoofd is. Doe dit het komende half uur regelmatig.
- Zet ramen en deuren tegen elkaar open om goed te ventileren.