Een poederblusser is geschikt voor A, B en C branden, oftewel vaste stoffen, vloeistof en gas. Met een poederblusser kun je dus veel soorten branden blussen. Het blusmiddel is bovendien voordelig in de aanschaf. De poederblusser heeft echter een groot nadeel. Het laat veel nevenschade achter. In een poederblusser zit chemicaliën met zout en zout trekt vocht aan. Vocht en elektronische apparaten gaan niet samen. In het ergste geval kan het schuim (op termijn) voor kortsluiting zorgen. Het poeder is echter niet elektrisch geleidend, dus het is technisch wel mogelijk om elektrabranden te blussen. De apparatuur is na blussing alleen onherstelbaar beschadigd. Soms raden leveranciers aan poederblussers alleen maar buiten te gebruiken.
De wettelijke regels omtrent (poeder)brandblussers staan omschreven in het Bouwbesluit, voor verplaatsbare blustoestellen van maximaal 20 kg is artikel 6.31 te raadplegen.
Soorten poederblussers
Er bestaan BC-, ABC- en speciale D-poederblussers. Het poeder van een BC-brandblusser bestaat uit natriumbicarbonaat en kaliumbicarbonaat. Het poeder van een ABC-poederblusser bestaat uit ammoniumfosfaat en ammoniumsulfaat. Tegenwoordig zijn ABC-blussers vaak waterafstotend gemaakt door middel van kaliumcarbonaat, dat is bewerkt met siliconenolie of met magnesiumstearaat. Dit gaat het “klonteren” van het bluspoeder tegen.
Gewoon ABC-bluspoeder valt uiteen bij het bestrijden van een metaalbrand vanwege de hoge temperatuur, waardoor geen blussende werking volgt. Er vormt zich weliswaar een laag poeder, maar onder die laag brandt het gewoon verder. Een brandklasse D-poederblusser heeft een groot effectief blusvermogen. Het bluspoeder van een D-poederblusser bestaat uit natrium chloride.
De diverse samenstellingen van poederblussers zorgen ervoor dat brandstof en zuurstof niet bij elkaar komen, waardoor de brand uit gaat. Na het blussen is het af te raden om het blusmiddel met water op te ruimen, omdat de meeste ABC-blussers sterk waterafstotend zijn gemaakt. Een vakkundige opruimdienst kan dit beter doen, bijvoorbeeld met een industriële stofzuiger.
Hoe gebruik je een poederblusser?
Op de blusser vind je een instructie. Door het eigen gewicht kan het poeder ingeklonken zijn. Om die reden kan het zijn dat je de poederbrandblusser voor gebruik even moet schudden of even op een harde boden moet laten stuiteren. In principe gaat de bediening als volgt:
- Neem het toestel uit de houder.
- Verwijder de borgpen.
- Test het toestel met een korte proefstoot.
- Loop naar de vuurhaard.
- Richt de straalpijp.
- Knijp de afsluiter in.
Bij activering van de blusser komt er een hele grote poederwolk vrij, die bij gebruik binnenshuis de gehele kamer vol met poeder blaast. Deze wolk belemmert het zicht waardoor het zou kunnen dat de uitgang moeilijk te vinden is. Als je het poeder inademt kan het enigszins laxerend werken. Poederblussers zijn niet geschikt om personen mee te blussen.
Onderhoud aan poederblussers
Voor de draagbare blusmiddelen is het verplicht om minimaal een keer per twee jaar een controle te laten uitoefenen. Dit moet gebeuren volgens de richtlijnen van de NEN 2559. Het is echter aan te raden om deze blusmiddelen jaarlijks te laten controleren. Dit adviseren NEN en brancheorganisaties en het kan bovendien door verzekeraars verplicht worden gesteld.
Er gelden geen officiële richtlijnen voor de bedrijven/personen die deze controles en onderhoudsbeurten uitvoeren. Net als bij het installeren van blusmiddelen, adviseert het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) om voor bedrijven te kiezen die werken met CCV-certificatieschema’s. Het REOB-schema (Regeling Erkenning Onderhoud Blusmiddelen) verwijst naar de van toepassing zijnde NEN-normen en bedrijven die hieraan willen voldoen moeten een speciale opleiding volgen. Deze onderhoudsbedrijven worden gecontroleerd door inspectie-instellingen, zoals Kiwa. Tijdens het onderhoud worden de blusmiddelen gecontroleerd op hun werking en worden zaken, indien nodig, vervangen.