Sinds de brand in de Grenfell-toren in Londen in juni 2017 is er veel aandacht voor de brandveiligheid van gevels. In diverse landen staan gevels of gevelmaterialen ter discussie en worden of zijn de brandveiligheidsregels voor gevels aangescherpt. Ook in Nederland zijn er stappen genomen om de wetgeving aan te scherpen. Paul Hoondert en Rudolf van Mierlo werken aan de ontwikkeling van een richtlijn voor het testen van gevels op een grote schaal. In dit artikel beschrijven zij de reden voor aanscherping van de geveleisen en de ontwikkeling van grote schaal brandtesten waarmee de Nederlandse bouw in de komende jaren intensief te maken zal krijgen.
Er was al aandacht voor de brandveiligheid van gevels toen de brand in de Grenfell-toren in Londen in juni 2017 plaatsvond. Toch bracht deze brand vanwege het hoge aantal slachtoffers de roep om maatregelen in een stroomversnelling. In het voorafgaande decennium waren er al diverse grote gevelbranden in zowel Europa als in andere delen van de wereld, waarbij een kleine brand de gevel aanstak en de gevel over een grote hoogte afbrandde. Ook sinds 2017 zijn er in Europa nog een aantal hevige gevelbranden geweest, zoals bijvoorbeeld in 2021 in een torenflat in Milaan. In Nederland worden dezelfde materialen en grotendeels dezelfde bouwmethodiek gebruikt als in onze omringende landen. Ook in Nederland kan dus een dergelijke brand plaatsvinden.
Veranderingen
Afgelopen jaren zijn de ontwerpen voor onze (hoge) gebouwen veranderd. Van voornamelijk gebruik van steenachtige materialen, veranderen de bouwtrends naar meer lichte en brandbare materialen, zoals hout of materialen die bij een brand gemakkelijk vervormen of smelten zoals aluminium. Ook veranderen de gevels vanwege de energietransitie. In gevels wordt meer isolatie toegepast, of er worden PV-panelen in een gevel geïntroduceerd. Daarnaast zijn er gevels die worden ontworpen als groene gevels, met een begroeiing.
Ook de manier waarop wij onze gebouwen gebruiken, is aan het veranderen. De bevolking wordt steeds ouder en ouderen wonen steeds langer zelfstandig. Het is dan minder vanzelfsprekend dat gebouwen snel ontruimd kunnen worden, of dat mensen geen assistentie nodig hebben bij een ontruiming.
Daarnaast worden onze gebouwen steeds hoger. Vijfentwintig jaar geleden waren gebouwen in Nederland boven de 100 meter nog schaars, inmiddels komen torens tot 200 meter of hoger steeds vaker voor. Meestal worden deze hoge torens in een dicht bebouwde omgeving gebouwd in stadscentra. Voor de brandweer is het lastig om de gebouwen rondom te benaderen en is het bijna onmogelijk om een gevelbrand hoog op een gevel te blussen. Daarnaast zal de ontruiming van een hoog gebouw langer duren dan een lager gebouw.
Aanscherping eisen
De eisen voor de brandveiligheid van de gevels moet worden aangescherpt om het veiligheidsniveau op peil te houden. De bouwmethodiek en het gebruik van onze gebouwen is aan het veranderen in een onveilige richting. Deze gebouwen zullen voor langere tijd gebruikt worden. Het is niet wenselijk om ergens in de toekomst plotseling te moeten concluderen dat veel relatief nieuwe of recent gerenoveerde gebouwen geen acceptabel veiligheidsniveau behalen. Als er een groot incident heeft plaatsgevonden, is het vaak door maatschappelijke onrust moeilijk om genuanceerd een risicobeoordeling te doen en niet door te slaan. Dit is nu bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk gebeurd naar aanleiding van de Grenfell-brand, waar veel gebouwen recent als niet brandveilig zijn bestempeld. Het is voor eigenaren van woningen in deze gebouwen nu bijna onmogelijk om hun woning te verkopen of juist een hypotheek te krijgen.
DGMR heeft voor het ministerie van Binnenlandse Zaken meerdere studies uitgevoerd om tot een afgewogen aanpassing van de eisen te komen en heeft geadviseerd om niet te emotioneel of te politiek te reageren op de gevelbranden. Diverse landen in Europa hebben een grote stap gemaakt in de eisen, door bijvoorbeeld voor veel hoge gevels bijna geheel brandklasse A2 te eisen. Hiervoor zijn echter geen belangrijke, op risico’s gebaseerde argumenten gevonden.
In Nederland gaan we daarom voor een slechts beperkte verzwaring van de geveleisen. In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zal, waarschijnlijk per 1 januari 2026, voor veel hoge gevels van slaapgebouwen brandklasse B volgens EN 13501-1 niet meer voldoende zijn. Toch blijft er voor de materiaalkeuze van hoge gevels in Nederland meer mogelijk dan in andere Europese landen waar wel een grote stap in de verzwaring voor de eisen aan gevels is gemaakt. Ook worden de eisen voor bijvoorbeeld kantoren niet aangescherpt. Voor een beperkt deel van de gevels van nieuwbouw en verbouw gaan de onderstaande nieuwe eisen gelden:
- Voor geveldelen boven de 50 meter in gebouwen waar mensen slapen, zoals woningen of hotels.
- Voor geveldelen boven de 30 meter in gebouwen waarin door minder-zelfredzamen geslapen wordt, zoals bijvoorbeeld ziekenhuizen, en waarvan de trappenhuizen niet goed van een gevelbrand zijn afgeschermd.
Deze hoogten wijken bewust af van andere hoogten in de regelgeving, zoals bijvoorbeeld gebouwen hoger dan 20 meter waar een brandweerlift nodig is, of gebouwen hoger dan 70 meter waarvoor de hoogbouwrichtlijn geldt. Deze tussenstappen zijn gekozen om niet op één hoogte een grote stap in het eisenpakket te maken, wat kan stimuleren om een gebouw net onder een bepaalde hoogte te ontwerpen. Het veiligheidsniveau stijgt op deze manier met het gebouw mee.
Voldoen aan de eisen
Er zijn drie mogelijkheden om te voldoen aan de nieuwe eisen voor hoge gevels, namelijk:
- Gevelopbouw laten voldoen aan brandklasse A2 (met 5% vrijstelling en klasse B voor enkele geveldelen).
- Een deel van de gevelopbouw laten voldoen aan optie 1 en sterker brandbare materialen afschermen met een brandwerende beplating die voldoet aan EI15.
- Gevelopbouw testen op een grotere schaal dan nu gebruikelijk is en laten voldoen aan een bepaalde klasse volgens NPR 6999.
Voldoen aan brandklasse A2
De eerste mogelijkheid om de hoge gevels te laten voldoen aan de nieuwe eisen uit het Bbl is om de volledige gevelopbouw te laten voldoen aan brandklasse A2 volgens NEN-EN 13501-1. Dit betekent dat er in de volledige gevelopbouw enkel (vrijwel) onbrandbare materialen kunnen worden gebruikt. Een raam, deur, kozijn en spouwfolie mogen voldoen aan een wat lagere brandklasse B volgens NEN-EN 13501-1.
Voldoen aan EI15
De tweede mogelijkheid is om brandbare materialen toe te staan als deze ten minste 15 minuten brandwerend zijn afgeschermd. Materialen die niet zijn afgeschermd moeten voldoen aan de hiervoor beschreven voorwaarden.
Een voorbeeld hiervan is te zien in figuur 1. De gevelmaterialen grenzend aan de buitenlucht en in de spouw zijn onbrandbaar. Als de HSB-panelen, gevuld met een isolatie die niet voldoet aan brandklasse A2, worden afgeschermd door een cementgebonden plaat, voldoet deze gevel toch direct aan de eisen. ‘Biobased’ isolatieproducten voldoen niet aan brandklasse A2, maar kunnen op deze wijze alsnog worden toegepast.
NPR 6999
Een derde mogelijkheid om te voldoen aan de strengere geveleisen is het voldoen aan een van de klassen behorend bij de (middel)grote schaal brandtesten. Dit is een alternatief voor de eis brandklasse A2 en dus geen gelijkwaardigheid. De grotere schaal geveltesten wordt geïntroduceerd, zodat gevels op een realistischere en zwaardere manier kunnen worden beproefd.
Op dit moment worden de vereiste brandklassen voor gevels bepaald volgens NEN-EN 13501-1. Constructieonderdelen worden voor deze klassering beproefd met een SBI-test. Deze test is in eerste instantie nooit bedoeld om gevels te beproeven. De test heeft een kleine afmeting met een hoogte van een proefstuk van 1,5 meter. Bij de test wordt een brander van 30 kW tegen het proefstuk geplaatst. In de NPR 6999 worden criteria gesteld op basis van de volgende drie testen:
- Mid-scale test, ISO 13785-1 (hoogte van 2,4 meter, zie figuur 2).
- Britse grote test, BS 8414 (hoogte van 9,5 meter).
- Duitse grote test, DIN 4102-20 (hoogte van 5,5 meter).
De ‘Mid-scale’ test is de meest waarschijnlijke test om in de praktijk te worden toegepast. De test is relatief goedkoop, uitvoerbaar bij Nederlandse labs en het proefstuk is nog van relatief beperkte omvang. De schaal van deze test is vergelijkbaar met de hoogte van een bouwlaag. Bij de opstelling wordt een 100 kW gasbrander onder het proefstuk geplaatst. De detaillering van de onderzijde van het proefstuk moet overeenkomen met de bovenzijde van een kozijnaansluiting. De test beproeft ook, in tegenstelling tot de SBI-test, de toetreding van vlammen tot de spouw.
De uitvoering is vergelijkbaar met de ‘large-scale facade tests’ van de BS 8414 en de DIN 4102-20. Ook voor deze grotere testen zijn in de NPR 6999 criteria opgenomen, zodat fabrikanten die al grootschalige geveltesten hebben gedaan, deze resultaten mogelijk ook kunnen gebruiken om te voldoen aan de Nederlandse regelgeving.
De optie om rechtstreeks te voldoen via een grootschalige geveltest zorgt ervoor dat ook materialen kunnen worden toegepast die niet voldoen aan brandklasse A2, zoals bijvoorbeeld PV-panelen. Met deze geveltest kunnen fabrikanten met een betere detaillering of bijvoorbeeld door het toepassen van ‘cavity barriers’ in bepaalde gevallen voldoen aan de criteria.
Deze NPR 6999 is dus specifiek ontwikkeld voor Nederland. De Europese Commissie financiert momenteel een onderzoek voor de ontwikkeling van een nieuwe grootschalige Europese geveltest met klassering. De NPR 6999 is vooral ontwikkeld vanwege de behoefte op de korte termijn, want de Europese klassering zal naar verwachting pas op de lange termijn beschikbaar komen.
Vervolg
In het volgende nummer van Brandveilig.com zal de ontwikkeling van de nieuwe Nederlandse praktijkrichtlijn voor grote brandtesten voor gevels – NPR 6999 – verder worden beschreven. Deze praktijkrichtlijn geeft instructies voor het testen en criteria voor klassering via de drie (middel)grote geveltesten en is op dit moment in een afrondende fase. De praktijkrichtlijn maakt gebruik van een aangepaste versie van de internationale ISO ‘Midscale’-test 13785-1, van de Duitse DIN-4102-20 en van de Britse BS 8414, delen 1 en 2. De uitbreiding van de ISO-test en een toelichting op de DIN- en BS-testen voor de ontwikkeling van deze NPR 6999 worden in het volgende artikel toegelicht.
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een opdracht die DGMR heeft uitgevoerd voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en NEN. Het betreft de ontwikkeling van een norm voor de introductie van grote-schaal brandtesten voor gevels in de Nederlandse regelgeving.
Paul Hoondert is brandveiligheidsadviseur bij DGMR
Rudolf van Mierlo is brandveiligheidsadviseur bij DGMR