De verkoop en het afsteken van vuurwerk wordt net als vorig jaar de komende jaarwisseling verboden. Dit om een extra belasting van de zorg, handhavers en hulpverleners zo veel mogelijk te voorkomen. De ministerraad heeft besloten tot dit tijdelijke verbod.
Minder vuurwerkslachtoffers
Vorig jaar droeg het vuurwerkverbod bij aan aanzienlijk minder bezoeken aan de spoedeisende hulp en minder spoedoperaties. Tijdens de jaarwisseling van 2019 was er sprake van circa 1.300 vuurwerkslachtoffers (385 op de spoedeisende hulp, 900 bij huisartsenposten), terwijl bij het vuurwerkverbod van 2020 het aantal vuurwerkslachtoffers met 70% daalde naar bijna 400 (108 op de spoedeisende hulp, naar schatting 275 bij huisartsenposten).
Vuurwerkshows gemeenten
Het tijdelijke vuurwerkverbod richt zich op het afsteken en de verkoop van consumentenvuurwerk. Professionele vuurwerkshows georganiseerd door gemeenten vallen niet onder dit tijdelijke verbod. Of deze vuurwerkshows doorgaan is aan gemeenten zelf en zal ook afhangen van eventuele nationale vervolgmaatregelen.
Vergoeding en veilige opslag
De sector krijgt net als vorig jaar een vergoeding voor de veilige opslag van niet verkocht vuurwerk en het transport naar veilige opslaglocaties. Het tijdelijke vuurwerkverbod geldt niet voor vuurwerk uit de zogeheten F1-categorie. Dit is een licht soort vuurwerk, zoals sterretjes, trektouwtjes en sierfonteintjes.
Aanpassen Vuurwerkbesluit
Het besluit voor het vuurwerkverbod wordt nu al genomen om het Vuurwerkbesluit op tijd aan te kunnen passen en de steunmaatregelen voor te bereiden.