Noodverlichting is een essentieel onderdeel van de veiligheidsvoorzieningen in een (utiliteits) gebouw. Maar omdat er veel verschillende typen gebouwen zijn en daarmee ook verschillende toepassingen, kan het lastig zijn de juiste noodverlichtingsinstallatie te kiezen. Noodverlichtingssystemen worden veelal decentraal ingericht, terwijl een centraal systeem vaak geschikter is. Bovendien kun je op onderhoudskosten besparen.
Door Edwin de Graaf
Wanneer een noodverlichtingsinstallatie decentraal wordt uitgevoerd, wordt de noodverlichting aangesloten op het elektriciteitsnet. Bij stroomuitval heeft elke armatuur een eigen oplaadbare batterij om ervoor te zorgen dat deze blijft functioneren. Omdat iedere armatuur is voorzien van een eigen batterij, dient ook iedere armatuur afzonderlijk getest en onderhouden te worden. Om de werking te garanderen, wordt aangeraden de batterijen iedere vier jaar te vervangen. Deze decentrale noodverlichting is in veel gevallen geschikt, bijvoorbeeld in situaties met een beperkt aantal armaturen.
Betrouwbaar
In andere situaties is deze vorm van noodverlichting waarschijnlijk niet de beste keuze:
- Bij hoge ruimtes, zoals distributiehallen waar het vervangen van de batterijsets met een hoogwerker moet gebeuren, brengt een decentraal systeem extra kosten (arbeidsuren) en veiligheidsrisico’s met zich mee.
- Noodverlichting op grote hoogte moet een hogere lichtsterkte hebben om de vloer voldoende te kunnen verlichten. Ook zijn soms aanzienlijk hogere lichtniveaus gewenst. Dat vereist meer energie, die vaak niet geleverd kan worden door de kleine accu in de decentrale armatuur.
- Ook in industriële omgevingen met bijvoorbeeld hoge of juist lage temperaturen is een decentraal uitgevoerd systeem niet optimaal. Deze temperaturen maken dat de accu’s sneller slijten. Hierdoor kan het systeem niet meer de vereiste prestaties leveren, wat gevaarlijk kan zijn.
Een centraal noodverlichtingssysteem is voor dit soort toepassingen de oplossing. Bij zo’n systeem wordt de energie voor de noodverlichting geleverd door een centraal opgesteld voedingssysteem met een aantal grote accu’s, waarmee alle aangesloten armaturen in geval van nood worden gevoed. Met dit accupakket is een vrijwel onbeperkte hoeveelheid energie beschikbaar, waardoor zelfs de meest veeleisende toepassingen van voldoende licht kunnen worden voorzien.
Geen negatieve gevolgen van temperatuur
Het systeem kan op een makkelijk toegankelijke locatie geplaatst worden, waardoor het vervangen van de accu’s in één keer, en dus snel en eenvoudig, uitvoerbaar is. De batterij van de centrale noodverlichting gaat bovendien gemiddeld twee keer zo lang mee als die van de decentrale noodverlichting. Wanneer in een (fabrieks)ruimte warme of koude processen plaatsvinden, kan de centrale accu die de verlichting in de ruimte van energie voorziet, zelfs buiten de ruimte geplaatst worden. Zo ondervindt deze geen negatieve gevolgen van de temperatuur. Hierdoor is het zelfs mogelijk om bij een omgevingstemperatuur van -40 °C betrouwbare noodverlichting te realiseren.
Onderhoud
Door voor centrale noodverlichting te kiezen, kunnen veel gebouwen en ruimtes beter, veiliger en uiteindelijk goedkoper van noodverlichting worden voorzien. Zo kunnen lichtsterktes worden geoptimaliseerd op basis van de hoogte van de ruimte en de toepassing (denk aan risicovolle werkzaamheden). Het onderhoud van armaturen en het vervangen van accu’s is veiliger en aanzienlijk goedkoper. En dankzij het standaard aanwezige testsysteem is direct duidelijk waar een eventueel defecte armatuur zit. Natuurlijk zijn er veel situaties waarvoor een decentraal systeem ook uitermate geschikt is. Maar het is zonde om er zonder meer van uit te gaan dat decentraal de beste optie is, zonder eerst de voordelen van een centraal systeem te overwegen.
Edwin de Graaf is productmanager noodverlichting bij Eaton
Volg Brandveilig op LinkedIn