Vereniging BWT Nederland spreekt in een uitgebreid statement haar zorgen uit over de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen per 1 juli 2022.
Nu de minister aanstuurt op een invoering van de wet per 1 juli 2022 en zowel de Tweede als de Eerste Kamer hebben ingestemd met het nieuwe stelsel voor kwaliteitsborging in de bouw en de AMvB kwaliteitsborging voor het bouwen is doorgestuurd naar de Raad van State, vindt de vakvereniging het van belang om de zorgen die er nog steeds zijn kenbaar te maken.
In het statement noemt BWT Nederland de volgende vijf zorgpunten:
1. Financiering VTH-stelsel
Het belangrijkste zorgpunt voor Vereniging BWT Nederland is dat de veiligheid niet te garanderen is, doordat er straks onvoldoende capaciteit is die hier op kan worden ingezet.
2. Het bevoegd gezag en de markt
Het tweede zorgpunt is dat de markt een groot beroep zal gaan doen op de gemeenten na de invoering van dit nieuwe stelsel.
3. Personele consequenties
Uit de gegevens van de kwaliteitsborgers blijkt dat er wanneer alle aanvragen onder gevolgklasse 1 in uitvoering komen, er rond de 850 gekwalificeerde kwaliteitsborgers nodig zijn om het werkaanbod op een adequate en verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren.
4. Invoering bij start vakantieperiode
Het vierde zorgpunt is de voorgenomen datum van invoering op 1 juli 2022. Deze is voor de Vereniging ongewenst. “Na 1 juli begint de zomervakantie en juist dan, in een periode waarin moet worden gewerkt met minder dan de halve capaciteit, wordt ons vakgebied geconfronteerd met veel extra werk.”
5. Het besluitvormingsproces
Ten slotte maakt de vereniging zich grote zorgen dat bij de invoering van het nieuwe stelsel de beoogde doelen van de nieuwe wetgeving (verbetering van de bouwkwaliteit en de verbetering van de positie van de consument) niet meer centraal staan, maar meer politieke redenen doorslaggevend zijn betreffende het moment van invoering.
Veiligheid niet garanderen
BWT Nederland sluit het statement af met de eindconclusie dat zij met deze invoering halverwege 2022 en de voorgenomen wijze waarop deze invoering zal plaatsvinden de veiligheid niet kan garanderen.





