Brandweer Nederland werkt momenteel aan de landelijke inzet van drones. Wat gaan de onbemande vliegtuigjes van de brandweer betekenen voor de brandveiligheid in Nederland? Het opsporen en monitoren van branden. Het identificeren van explosieve chemische stoffen. Het vinden van drenkelingen. Het ondersteunen van onderzoek naar brand na incidenten. Het efficiënter maken van de operationele voorbereiding op brandbestrijding. De mogelijkheden om drones in te zetten bij de brandweer lijken eindeloos.
Door Lynsey Dubbeld
Wilbert Kleijer, projectleider drones bij Brandweer Nederland en officier bij Brandweer Midden- en West-Brabant, is overtuigd van de waarde van unmanned aerial vehicles voor de effectiviteit en efficiëntie van de repressieve inzet en hulpverlenende taken van de brandweer. “Met drones kunnen we beter, sneller en goedkoper optreden. Je kunt bijvoorbeeld met een drone met warmtebeeldcamera’s rond een pand vliegen om in kaart te brengen waar zich hittebronnen of vuurhaarden bevinden. Van die informatie kan de brandweer dankbaar gebruik maken voor het bepalen van de inzet en daarmee verspreiding of overslag van brand voorkomen.”
Wetswijziging bemoeilijkt implementatieproces
Het gebruik van drones met infraroodcamera’s, warmtebeeldcamera’s en geursensoren lijkt toekomstmuziek. Maar Brandweer Twente maakt al sinds 2013 gebruik van drone Argus, die beelden van een gewone camera en een warmtebeeldcamera live naar de laptop van de piloot doorgeeft. Daarnaast is Midden- en West-Brabant in 2013 aangewezen als pilotregio om te oefenen en te experimenteren met drones. “Vanuit de pilotregio’s geven we vorm aan de opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie om als brandweer een landelijk kader en een landelijke organisatie voor de inzet van drones te ontwikkelen, die is afgestemd op de werkwijze bij politie en defensie”, vertelt Kleijer.
In juli 2013 maakte een wijziging van de regelgeving het nagenoeg onmogelijk voor de 25 veiligheidsregio’s waarbinnen de brandweer opereert, om drones te gebruiken. De landelijke afspraken die nu worden vastgelegd, zijn bedoeld om de brandweer als één vliegorganisatie te laten optreden: vanuit een landelijke luchtvaartorganisatie, met landelijk vastgestelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Kleijer legt uit: “Wie beroepsmatig een drone wil gebruiken, is verplicht om een ontheffing of vergunning te hebben van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Voor de ILT is het lastig om de contacten te onderhouden met de brandweer omdat er 25 autonome korpsen zijn. Een landelijke organisatie maakt straks een einde aan die situatie: daarmee krijgen we als brandweer één vergunning om in alle regio’s met drones te kunnen gaan vliegen.”
Inmiddels krijgen de landelijke kaders steeds verder vorm en wordt gewerkt aan praktische beleidslijnen. “Ondersteund door het Instituut Fysieke Veiligheid trekken de twee pilotregio’s samen op om kennis en ervaringen te delen. Daarmee leveren we input aan het kader waarmee de brandweer uiteindelijk in het hele land drones kan inzetten – op een manier die voldoet aan de wet én die aansluit op hoe wij willen werken.”
Twente ontwikkelt handboek
Voor de vergunningverlening door ILT is een operationeel handboek een belangrijk hulpmiddel. “We leggen onder meer vast hoe bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn belegd, hoe we omgaan met verschillende scenario’s en hoe we de vakbekwaamheid van ons personeel borgen. Twente ontwikkelt nu een handreiking die het fundament vormt voor het landelijke handboek.”
Ook over de vakbekwaamheid doet de brandweer uitgebreid verslag aan de ILT, vertelt Kleijer. “Het vliegen van drones vraagt nu eenmaal om specifieke kennis. We zijn bezig een landelijke opleiding op te zetten zodat alle collega’s die van drones gebruik gaan maken, daarop worden voorbereid.” Bij erkende opleidingsinstituten kunnen brandweerlieden worden opgeleid tot piloot, maar een brandweerspecifiek opleidings- en trainingsprogramma is er nog niet. Daaraan werken de Twentse en Brabantse pilotregio’s dan ook.
“Er wordt gewerkt aan een brandweerspecifiek opleidings- en trianingsprogramma
De ontwikkelingen binnen Brandweer Nederland staan niet op zichzelf: de samenwerking met politie en defensie staat nadrukkelijk op de agenda van het project ‘Drones Brandweer Nederland’. Kleijer: “Wij leren van de politie en de luchtmacht, en zij leren van ons. Politie en defensie hebben al luchtvaartorganisaties en lopen bij een aantal zaken dan ook voor op de brandweer. Maar als het gaat om het voldoen aan wet- en regelgeving en aan opleidingseisen, dan hebben we allemaal te maken met dezelfde uitdagingen. Daarom is een landelijk convenant in de maak om de samenwerking verder te onderzoeken en te bestendigen.”
De samenwerking met private partijen zoals drone-ontwikkelaars is volgens Kleijer nog een vergezicht. “Op dit moment is co-creatie voor ons nog even een stap te ver. Zo kunnen commerciële drone-aanbieders momenteel niet voor de brandweer vliegen. En we beschikken als brandweer niet over het budget om dronefabrikanten speciale producten of systemen te laten maken. Het is natuurlijk wel denkbaar dat we op termijn als brandweer op scenario’s en systeembehoeften uitkomen die we zouden willen laten uitwerken.”
Landelijke luchtvaartorganisatie
De verwachting is dat de brandweer in 2017 of 2018 een landelijke luchtvaartorganisatie op poten heeft. Wat gaat er dan gebeuren? “De landelijke beheerorganisatie is uniek, want tot nu toe is de brandweer altijd sterk regionaal – en in het verleden zelfs gemeentelijk – georganiseerd”, benadrukt Kleijer. “Maar op een complex dossier als drones is regionale autonomie niet wenselijk: het kan niet zo zijn dat iedere regio voor zichzelf bepaalt wat er in het Nederlandse luchtruim gebeurt. Alle collega’s zullen dus gaan vliegen onder toezicht van de landelijk verantwoordelijke manager, die ook de eerste gesprekspartner is voor de civiele luchtvaartautoriteiten.”
Natuurlijk blijft de inzet van drones wel maatwerk, aldus Kleijer. “Er wordt niet op landelijk niveau bepaald wat er in de regio’s moet gebeuren. Het is bijvoorbeeld voorstelbaar dat niet alle regio’s staan te popelen om te gaan vliegen met drones. Maar de landelijke beheerorganisatie kan voorkomen dat de regio’s die wél drones gaan gebruiken, eigen initiatieven ontwikkelen of gekke dingen doen.”
Integraal onderdeel van brandweer
Drones worden een integraal deel van ons leven – en dus ook een basisonderdeel van het brandweerwerk, voorspelt Kleijer. “Stel je voor: de meldkamer krijgt een melding van een brand binnen, die voorzien is van een gps-coördinaat. Een drone vliegt ernaar toe en stuurt live beelden door naar de meldkamer. De centralist kan dan snel en nauwkeurig bepalen welke inzet van mensen en materieel nodig is.” Voor grootschalige incidenten zou een landelijk team kunnen beschikken over een drone die is uitgerust met verschillende sensoren en camera’s. In het dagelijkse werk ziet Kleijer juist een eenvoudiger systeem voor zich: een drone die standaard in elke brandweerwagen aanwezig is en 3D-beelden maakt van locaties waar de brandweer in actie komt.
“Drones worden een integraal deel van ons leven – en dus ook een basisonderdeel van het brandweerwerk
Verder vooruitblikkend in de toekomst ziet Kleijer ook mogelijkheden om drones te gebruiken voor proactieve risicobeheersing. “Een van de speerpunten van Brandweer Nederland is bijvoorbeeld het tegengaan van natuurbranden. Daarvoor hebben we een model in gebruik dat de ontwikkeling van branden voorspelt op basis van algemene, historische gegevens. Met sensoren onder een drone zou je het model met lokale, realtime data kunnen voeden. Dat zou weleens veel betere voorspellingen kunnen opleveren.”
Enabling technology
De eerste prioriteit is nu om de basis op orde te krijgen, benadrukt Kleijer. “Het heeft best wat tijd gekost om het besef tussen de oren te krijgen dat drones een kans zijn in plaats van een bedreiging. Een aantal jaren geleden kregen vooral de risico’s van drones veel aandacht. Nu staan de vliegtuigjes steeds meer bekend als enabling technology. Het enthousiasme dat daardoor ontstaat, moet wel gekanaliseerd worden. We zijn al snel geneigd om meteen het maximale te willen, maar het gebruik van drones moet natuurlijk op een verantwoorde manier gebeuren. Je moet eerst leren kruipen voordat je gaat lopen.”
Dit artikel verscheen eerder in Brandveilig.com Magazine 3/juni 2017
<<Lees ook: Brandweer Duitsland mag zonder vergunning drones inzetten>>
<<Lees ook: ‘Whatsapp jouw brandende vraag’ wint Gouden Rookmelder>>