Op 12 oktober van het afgelopen jaar vond op het terrein van Dow Terneuzen een eerste praktijkoefening plaats van het Platform Industriële Incidentbestrijding (PII). Dow stelde zijn tankpark beschikbaar voor het beoefenen van de bestrijding van een tankputbrand. Een scenario dat vraagt om robuust brandbestrijdingsmaterieel met grote slagkracht. Slechts een beperkt aantal grote bedrijfsbrandweerkorpsen beschikt over dergelijk materieel. Vier van deze gespecialiseerde brandweerorganisaties hebben zich verenigd in het PII, met als doel elkaar bij te staan en te ondersteunen bij grootschalige industriële brandscenario’s.
Het PII is opgericht in 2013 en telt, na een doorstart in 2019, vier leden: de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam-Rijnmond, Sitech/Chemelot in Geleen, Dow Terneuzen en Shell Moerdijk. Binnen de samenwerkingsstructuur kunnen de deelnemende bedrijven elkaar ondersteunen bij een daadwerkelijke grote calamiteit, het waarborgen van de paraatheid en als back-up wanneer een van de lidbedrijven als gevolg van storing of onderhoud tijdelijk niet over de vereiste slagkracht beschikt.
Werkwijze
Ondersteuning middels het PII kent drie vormen: (1) levering van kennis en advies op afstand via Teams of telefonisch, (2) inzet van een adviseur op locatie en (3) daadwerkelijke inzet van personeel en materieel bij de operationele incidentbestrijding. De bijstandsregeling kan worden geactiveerd via een 24/7 bereikbaar centraal meldpunt, ondergebracht in het Operationeel Centrum Chemelot (OCC) van Sitech in Geleen. Een coördinator van dienst van PII zet na alarmering door de meldkamer een Teams-meeting op, waarin het hulpvragende bedrijf meldt wat de ondersteuningsbehoefte is. De andere lidbedrijven kunnen vervolgens aangeven welke middelen en capaciteiten zij beschikbaar hebben voor bijstand.
“Omdat het om zwaar specialistisch en dus schaars materieel gaat, kunnen we elkaar als bedrijfsbrandweerorganisaties nodig hebben bij scenario’s zoals brand in een of meer opslagtanks of een omvangrijke tankput”, stelt Arie Kleijwegt, afdelingshoofd Preparatie en Ondersteuning bij de Gezamenlijke Brandweer en voorzitter van het PII. “Bovendien is het goed dat bedrijven erop kunnen vertrouwen dat de partners hen ondersteunen bij het regelen van back-up van hun materieel. De systemen zijn complex en kostbaar en omvatten onder andere grootvermogenpompen, slangenmateriaal met diameters tot 300 mm, buffervoorraden schuimvormend middel en blusmonitoren met een capaciteit tot 40.000 liter per minuut. Niet het type apparatuur en uitrusting waarvan alle bedrijven volop reserve of back-up hebben. Om lid te worden moet je een brandweerorganisatie hebben met voldoende ‘body’ in termen van materieel en personeel. Wie hulp vraagt aan het PII moet zelf ook specialistische capaciteiten kunnen leveren.”
Een belangrijk uitgangspunt is volgens Kleijwegt dat een bijstandsinzet van de PII-leden niet ten koste gaat van de eigen paraatheid en slagkracht die zij op grond van de wet- en regelgeving (Seveso-regels voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken) nodig hebben om hun maatgevende brandscenario’s af te dekken. Vergunningen voor hoogrisicobedrijven met chemische installaties en grootschalige tankopslag zijn gekoppeld aan een bedrijfsbrandweeraanwijzing van de veiligheidsregio. Hierin is omschreven wat het maatgevend brand/incidentscenario is en welke capaciteit aan mensen, materieel, bluswater en schuimvormend middel vereist zijn om dat scenario snel en effectief te bestrijden en escalatie te voorkomen.
Kleijwegt: “Bedrijven in deze risicocategorie kunnen dus niet al hun gespecialiseerde brandweercapaciteit onbeperkt beschikbaar stellen voor ondersteuning van collega-bedrijven. Afhankelijk van de hulpvraag en het moment moet kritisch worden bekeken welke capaciteiten tijdelijk gemist kunnen worden, terwijl nog steeds wordt voldaan aan de eisen in de bedrijfsbrandweeraanwijzing. De meerwaarde van het PII is dan ook dat we met een aantal goed toegeruste bedrijfsbrandweerorganisaties gezamenlijk een vangnet creëren met capaciteit voor bijstand en back-up, zonder afbreuk te doen aan de eigen restdekking.”
Oefening baart kunst
Sinds de oprichting van het platform vindt maandelijks een ‘systeemoefening’ plaats, waarin de leden via de Teams-omgeving een virtueel incidentscenario bespreken en hiervoor een inzet- en bijstandsplan maken. Een praktijkoefening met daadwerkelijke bijstandsinzet van bluscapaciteit was echter sinds 2021 nog niet uitgevoerd. In dat opzicht is de samenwerkingsoefening op 12 oktober jl. een bijzondere mijlpaal.
Volgens Kleijwegt is het streven van PII om jaarlijks zo’n oefening te houden bij een van de leden om de praktische uitvoering van de regeling te testen: “Oefenen is noodzakelijk om ervaring en routine in operationele samenwerking te krijgen. De deelnemende bedrijfsbrandweerkorpsen hebben allemaal andere systemen en componenten voor grootschalige brandbestrijding en op het ‘uur van de waarheid’ moeten die wel op elkaar passen. Vorig jaar hebben we daarom een ‘roadshow’ georganiseerd om de PII-deelnemers kennis te laten maken met elkaars materieel en systematiek. Daarbij hebben we bekeken welke componenten koppelbaar en uitwisselbaar zijn. Omdat een daadwerkelijke inzet van dit zware materieel zelden plaatsvindt, is oefenen noodzakelijk om te waarborgen dat het ook werkt bij een calamiteit. ”
Onder de vlag van PII hebben sinds de oprichting van het platform al enkele daadwerkelijke ondersteuningsoperaties plaatsgehad. Onlangs hebben de PII-leden zelfs grensoverschrijdende bijstand geleverd bij een industrieel incident in de Antwerpse haven. Een ander incident dat Kleijwegt benoemt, is de overstromingssituatie in Limburg in de zomer van 2021. Daarbij dreigde een dijk van het Julianakanaal tussen Maastricht en Stein het te begeven. Een mogelijk scenario was dat het kanaal zou leegstromen, waarbij chemiecluster Chemelot in Geleen de belangrijkste bron voor zijn bluswaternet kwijt zou zijn. Effectieve bestrijding van maatgevende brandscenario’s op het terrein, zoals plas-, fakkel- en tank(put)branden, zou dan niet zijn geborgd. Als noodmaatregel organiseerden de PII-partners samen met de Sitech bedrijfsbrandweer een noodbluswatervoorziening met mobiele grootvermogenpompen en transportslangleidingen.
Oefening tankputbrandscenario
De oefening op het Dow-terrein betrof een brand in een opslagtank en de omringende tankput met een oppervlak van 1.900 vierkante meter. Een tankputbrand is een scenario dat gemakkelijk tot escalatie kan leiden, omdat door direct vlamcontact en grote stralingshitte ook aangrenzende tanks bij de brand betrokken kunnen raken.
Hoewel een tankputbrand een zeer zeldzaam scenario is, dienen bedrijven met opslag van brandbare vloeistoffen in bovengrondse opslagtanks voorzieningen te treffen om deze scenario’s te beheersen. De PGS 29-richtlijn uit de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen geldt hierbij als formele regelgeving. In 2020 kregen alle bedrijven die met zo’n scenario kunnen worden geconfronteerd de opdracht om vóór eind 2021 een voorzieningenpakket te implementeren om tankputbrandscenario’s te kunnen beheersen. Dat kan met stationaire blusinstallaties die de tankput ‘vol schuimen’, maar ook met mobiele voorzieningen, mits kan worden aangetoond dat die voldoende robuust en effectief zijn om een plasbrand in een tankput snel onder controle te krijgen. Een grootschalige en langdurige tankputbrand is bij uitstek een scenario waarbij ondersteuning via de PII-paraplu tot zijn recht kan komen.
Op het terrein van Dow bevinden zich ook tankputten die met een stationaire blusinstallatie zijn beveiligd, maar de tankput die als decor diende voor de oefening had die voorzieningen niet. Met vier industriële schuimblusvoertuigen, bemand door brandweerlieden van Dow, de Gezamenlijke Brandweer, Sitech en Shell Moerdijk werd de fictieve brandhaard vanaf vier zijden benaderd. De strategie: vanaf de randen een schuimlaag opbrengen die de brandende vloeistof afdekt en zo het gevaar voor aangrenzende opslagtanks wegneemt. Voor dit oefendoel werd geen schuim ingezet, maar uitsluitend water. De oefendoelen waren alarmering, beeldvorming, communicatie, het bepalen van de inzetstrategie en coördinatie.
Ook twee droneteams van de bedrijfsbrandweren van Shell Moerdijk en Sitech namen aan de oefening deel. Drones met visuele en thermische camera’s en andere sensortechniek zijn volgens Kleijwegt inmiddels onmisbaar bij incidentbestrijding in een complexe industriële omgeving. “Vanwege de omvang van een tankput en de aanwezigheid van tanks en andere infrastructuur rond de brandhaard, is beeldvorming over het brandverloop en het effect van de blussing op grondniveau bijzonder lastig. Dankzij de data die via de drone-sensoren wordt verkregen, kunnen gevaren voor de ingezette eenheden snel worden geïdentificeerd en kan de inzet zo nodig worden bijgestuurd.”
In dit scenario maakten de aan de oefening deelnemende bluseenheden uitsluitend gebruik van het stationaire bluswaternet op het Dow-terrein. Maar dat volstaat volgens Nico Ottink, operational leader Emergency services van Dow, niet bij een daadwerkelijke tankputbrand: “Ons bluswaternet wordt gevoed vanuit opslagtanks met buffervoorraden voor een inzet van vier uur, met een maximumcapaciteit van 65.000 liter per minuut. Tijdens de oefening is er via meerdere hydranten gelijktijdig gevoed, waardoor we aan 40.000 liter per minuut kwamen. Die bluswaterbuffers geven ons de tijd om ons mobiele bluswatertransportsysteem op te bouwen vanaf de haven.”
Over het belang van PII als samenwerkingsformule zegt Ottink: “Het is goed te weten dat we via het platform ondersteuning en back-up achter ons hebben staan voor zeldzame situaties waarin we het met onze eigen capaciteit niet redden of als niet al ons materieel inzetbaar is. We weten dat alle brandweerkorpsen die deel uitmaken van het PII zijn gespecialiseerd in complexe industriële brandscenario’s. We spreken dezelfde taal en maken gebruik van vergelijkbare specialistische systemen en uitrusting. Dat is het type kennis en materieel dat we op zo’n moment nodig hebben.”
Kracht PII
Ook de Veiligheidsregio Zeeland is bij de incidentbestrijding betrokken. Dow Terneuzen werkt nauw samen met de veiligheidsregio bij planvorming en kennisdeling en bij calamiteiten ligt de operationele leiding bij de overheid. Vanwege de grootschaligheid van tank(put)brandscenario’s is bij de incidentbestrijding robuuste en grootschalige bestrijdingscapaciteit nodig. De gespecialiseerde kennis, volume en capaciteit vormen de kracht van het PII.
Rob Jastrzebski is freelance journalist
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.