De brandweer werkt samen met marktpartijen, zoals verzekeraars en VEBON-NOVB, aan het verminderen van het aantal nodeloze brandmeldingen. VEBON-NOVB vertelt over de actuele ontwikkelingen, issues en de toekomst. Deze week: de issues.
Door Lynsey Dubbeld
De brandweer ontvangt per dag naast de echte brandmeldingen gemiddeld meer dan honderd zogenoemde nodeloze brandmeldingen. In het eerste artikel ging het over de huidige ontwikkelingen.
Spanningsveld tussen echt en onterecht
De gezamenlijke aanpak vanuit STOOM heeft ervoor gezorgd dat het thema van onterechte en onechte brandmeldingen stevig op de agenda staat, vindt Van Setten. “De bewustwording is groter geworden, ook bij eindgebruikers. Het is alleen niet realistisch om te denken dat er op een bepaald moment geen enkele nodeloze brandmelding meer zal zijn. Er blijft altijd een zeker spanningsveld tussen het reageren op reële risico’s en het voorkomen van onnodig uitrukken. We willen niet de focus verliezen op echte brandmeldingen – die moeten goed in het zicht blijven.”
Consumentenmarkt
Het spanningsveld tussen echte en nodeloze brandmeldingen speelt met name in de consumentenmarkt, zegt Bosscher. “Het gaat dan vooral om woonhuizen die niet verplicht zijn om een brandmeldinstallatie te hebben maar waar nogal eens een rookdetector aan een inbraakinstallatie wordt gekoppeld. Een inbraakcentrale is volgens de Europese wetgeving niet bedoeld voor het doorgeven van brandalarmen. Deze zogenoemde installed base levert dan ook relatief veel onterechte brandalarmen op. Dat is ook een situatie die we liever niet zien. De brandweer wil natuurlijk niet gaan rijden voor een rokend broodrooster of een pannetje met melk dat op een elektrische kookplaat overloopt.”
Niet uitrukken voor rookontwikkeling die vanzelf stopt
Van Setten vult aan: “In feite praat je in zo’n geval niet van een onterecht brandalarm, want er is wel een brandverschijnsel zoals rook. Je wilt alleen niet dat de brandweer moet uitrukken voor een rookontwikkeling die vanzelf stopt. Maar een brandmelder moet natuurlijk wel afgaan op het moment dat het moet. Een beginnende brand die tijdig wordt gesignaleerd kan beheersbaar blijven. Als de installatie minder snel reageert dan kan de brand zo groot worden dat bewoners die zelf niet meer kunnen blussen.”
Het spanningsveld tussen echte en nodeloze brandmeldingen speelt met name in de consumentenmarkt
Hoogwaardiger oplossingen
Vanuit VEBON-NOVB wordt sterk ingezet op technische verificatie. Dit zijn hoogwaardiger oplossingen die meer zekerheid geven over de vraag of een brandmelding terecht is of niet. Techniek is volgens Bosscher extra belangrijk omdat het heel moeilijk is om mensen te trainen op iets dat zo zelden voorkomt als een brandalarm. Zo is het lastig om iemand bij te brengen niet heel erg lang te douchen omdat dan het brandalarm misschien afgaat. Bosscher noemt ook het voorbeeld van een discotheek die de installatie uitzet omdat de sfeerrook weleens tot een onecht brandalarm kan leiden.
“De techniek kan bovendien zo goed zijn dat menselijke fouten kunnen worden voorkomen”, vult Bosscher aan. “Technische verificatie geeft de brandweer in principe ook voldoende betrouwbaarheid over de aard van de brandmelding. Inbraakinstallaties met een rookmelder eraan zijn eigenlijk niet geschikt voor een vrijwillige automatische branddoormelding.
PAC: als check?
De PAC kan hierin als check fungeren. Maar een juiste risico-inschatting is heel moeilijk als de PAC de bewoners niet telefonisch kan bereiken. Dan neemt de PAC het zekere voor het onzekere en schakelt de brandweer in. Voor de installed base is de enige manier om een dergelijke negatieve spiraal te voorkomen door dergelijke installaties uit te faseren.” PACs hebben volgens Van Setten vaak onvoldoende informatie over de lokale installatie. Hier ligt een belangrijke informerende rol voor installateurs, die de klant vaak faciliteert in relatie met de PAC.





