De brandweer werkt samen met marktpartijen, zoals verzekeraars en VEBON-NOVB, aan het verminderen van het aantal nodeloze brandmeldingen. VEBON-NOVB vertelt over de actuele ontwikkelingen, issues en de toekomst. Deze week: de actuele ontwikkelingen.
Door Lynsey Dubbeld
De brandweer ontvangt per dag naast de echte brandmeldingen gemiddeld meer dan honderd zogenoemde nodeloze brandmeldingen. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen ongewenste en onechte brandmeldingen.
Onechte brandmeldingen
Onechte brandmeldingen ontstaan door bijvoorbeeld stoomvorming, vocht en stof. De brandmelding wordt dan veroorzaakt in combinatie met de toegepaste techniek in een rookmelder. Te veel stofdeeltjes kunnen net als echte rook bij een standaard rookdetector tot detectie leiden.
Ongewenste brandmeldingen
Bij een ongewenste brandmelding reageert de melder op hitte of rook als gevolg van bijvoorbeeld bakken en braden, of roken onder een rookmelder. Tot deze categorie behoort ook het opzettelijk activeren van een handbrandmelder terwijl er geen brand is.
Echte brandmeldingen
NEN 2535 geeft geen definitie van een echte brandmelding. De grens tussen een gewenste en een ongewenste brandmelding is volgens VEBON-NOVB dan ook niet haarscherp. Zo kan rook afkomstig van een broodrooster leiden tot een ongewenste brandmelding. Maar als het broodrooster echt in brand raakt, is er weer sprake van een gewenste brandmelding.
Rookdetectoren zijn er op gebouwd om een beginnende brand zeer snel te detecteren. De normen waaraan ze wettelijk moeten voldoen vereisen dat ook. Naast snelle detectie kunnen er echter verschillen zijn in het moment waarop de informatie over een echte brand gewenst is. Voor eigenaren en gebruikers is het over het algemeen prettig om deze informatie snel te hebben.
Schade voorkomen
Vroegtijdig ingrijpen kan veel ellende en schade voorkomen – en eigenaren en gebruikers van een gebouw zijn immers verantwoordelijk voor de brandveiligheid. Die verantwoordelijkheid is duidelijk vastgelegd in de wet, maar er wordt in de praktijk nog vaak gedacht dat de brandweer de primaire partij is die optreedt bij brand. De brandweer geeft juist aan een brandmelding liever wat later te ontvangen. Een dergelijk onderscheid in gewenste brandmeldingen kennen we op dit moment nog niet. In het lopende traject van herziening van de NEN 2535 is dit een van de uitdagingen.
Nul nodeloze brandmeldingen
De brandweer streeft naar nul nodeloze brandmeldingen. Elke brandmelding kost immers tijd en geld, en gaat ten koste van de beschikbaarheid van de brandweer en de verkeersveiligheid. Om nodeloze brandmeldingen te beperken, houdt de brandweer toezicht op brandmeldinstallaties.
Daarnaast deelt de brandweer tips die organisaties helpen om onnodige brandmeldingen te voorkomen. Zo is het advies om de oorzaken van nodeloze brandmeldingen te inventariseren, de melder op de juiste plek te hangen, en tijdig rekening te houden met veranderingen in de omgeving die gevolgen kunnen hebben voor het brandalarm.
STOOM
Tot 2017 voerde de brandweer bovendien het project Structureel Terugdringen van Onechte en Ongewenste Meldingen (STOOM) uit. Onderdeel hiervan was een samenwerking tussen VEBON-NOVB, Brandweer Nederland en het Verbond van Verzekeraars op het gebied van doormeldingen naar de Regionale Alarmcentrales van de brandweer (RACs). Dit leidde in 2016 onder andere tot een update van het verificatieprotocol over vrijwillige automatische doormeldingen van Particuliere Alarmcentrales (PACs) naar de RACs.
Verificatieprotocollen
STOOM is als project geëindigd, maar diverse activiteiten lopen zeker nog door, vertelt Eric Bosscher, branchemanager brandveiligheid bij VEBON-NOVB. De vereniging VEBON-NOVB vertegenwoordigt gespecialiseerde bedrijven met technische oplossingen voor vele brandveiligheids- en beveiligingsvraagstukken. Als het gaat om brandmeldingen, zijn vooral de branddetectiebedrijven en de PACs actief.
“Het verificatieprotocol, waarvoor VEBON-NOVB de samenwerking opzocht met de brandweer en het Verbond van Verzekeraars, dateert van 2012 en is sindsdien regelmatig geactualiseerd. De huidige versie is helemaal klaar voor landelijke implementatie. Daarnaast werkt de brandweer met een eigen protocol voor de wettelijk verplichte doormeldingen.” Volgens het Bouwbesluit is in gebouwen waar personen verblijven die niet zelfstandig kunnen vluchten en het brandrisico extra groot is, zoals zorginstellingen en penitentiaire inrichtingen, een brandmeldinstallatie met een automatische doormelding naar de RAC wettelijk verplicht.
Doormelding
Peter van Setten, directeur van Hertek Safety en voorzitter van de sectie brand van VEBON-NOVB, licht toe: “Bij de overgang van het Gebruiksbesluit naar het Bouwbesluit in 2008 stond het vraagstuk van doormeldingen al nadrukkelijk bij ons op de agenda.
Voor zo’n tienduizend tot vijftienduizend installaties is de doormelding met de komst van het Bouwbesluit niet meer verplicht. Er kan nog wel vrijwillig gebruik worden gemaakt van de doormelding via een PAC. Om nodeloze brandmeldingen terug te dringen, voeren we veel overleg met de brandweer een verzekeraars. Bijvoorbeeld als het gaat om de communicatie richting eindgebruikers.”