Het is druk in de Nederlandse natuurgebieden. Belangen van natuurbeheer, recreatie, wonen, werken en infrastructuur zijn vervlochten in een kritische balans. Die grote druk op het groen betekent ook dat brandgevaar in droge tijden, zoals deze zomer, niet alleen natuurterreinen raakt, maar ook andere gebruiksfuncties in en rond die natuurgebieden. Dat bleek op 7 augustus bij de ontruiming van enkele campings tijdens een grote heidebrand in Drenthe. Brandweer Nederland wil met het project ‘Fire Wise’ de effecten van natuurbrandrisico’s op bebouwing en infrastructuur verminderen.
Fire Wise maakt deel uit van de ‘gebiedsgerichte aanpak voor natuurbrandbeheersing’ van Brandweer Nederland. Een ontwikkeling in lijn met de gedachte dat meer operationele slagkracht en snellere respons bij natuurbranden niet het ultieme antwoord is om dit type branden doeltreffend te beheersen en te bestrijden. Net als bij brandveiligheid in gebouwen geldt ook voor natuurbranden dat de grootste veiligheidswinst kan worden geboekt aan de voorkant. Dat vraagt veel overleg van het brandweerveld met natuur- en infrabeheerders, recreatieondernemers, vitale sectoren en andere partners die in natuurterreinen actief zijn. Oplossingsrichtingen waar de brandweer samen met haar partnernetwerk aan werkt, zijn het verbeteren van de toegankelijkheid van natuurgebieden voor de brandweer, slimme informatiegestuurde brandbestrijdingstactieken en risicobeheersing in het grensgebied tussen natuur en kwetsbare objecten.
Door Rob Jastrzebski
Bebouwing en vitale infra
Ter illustratie van de impact die een grote natuurbrand kan hebben op de gebouwde omgeving, grossiert vooral het westen van de Verenigde Staten in dramatische praktijkvoorbeelden. In 2017 gingen in Californië duizenden woningen en andere gebouwen in vlammen op en 2018 wordt nu al ‘the worst wildfire season on record’ genoemd. En nadat Portugal en Spanje vorig jaar met recordbranden te maken hadden, waarbij veel gebouwen afbrandden en ook vele tientallen dodelijke slachtoffers te betreuren waren, was er dit jaar een tragisch inferno nabij de Griekse hoofdstad Athene, met 80 doden en honderden verwoeste huizen tot gevolg. Weer- en klimaatexperts waarschuwen dat het opwarmend klimaat de komende decennia in Europa kan leiden tot lange perioden van extreme warmte en droogte en dus tot een toename van het natuurbrandrisico.
Zo extreem als in de westelijke Verenigde Staten en Zuid-Europa zal de situatie in Nederland niet worden, als gevolg van het andere type landschap en ook andere bebouwingstypen (in de VS wordt op zeer grote schaal in hout gebouwd in gebieden met langjarige droogte en zeer brandbare vegetatie). Toch moet ook in ons land de impact van een natuurbrand op de gebouwde omgeving niet worden onderschat, waarschuwt Constantijn Kok, adviseur natuurlijke omgeving bij de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en lid van het landelijk projectteam Natuurbrandbeheersing. “Het is vooral de combinatie van natuur met het drukke gebruik voor wonen, werken en recreatie die risicoverhogend werkt. Nederland is een dichtbebouwd land, waardoor veel woonwijken grenzen aan bos-, heide- en duingebieden.
“Het is vooral de combinatie van natuur met het drukke gebruik voor wonen, werken en recreatie die risicoverhogend werkt
Daarnaast zijn er in natuurgebieden talloze recreatie- en horecaondernemingen actief, zoals campings, bungalowparken, musea, hotels en restaurants en op veel plaatsen zijn ook zorg- en woonzorgcentra omgeven door natuur en soms ook bedrijventerreinen. Naast al die bebouwing met uiteenlopende gebruiksfuncties is er ook nogal wat vitale infrastructuur in en grenzend aan natuurterreinen. Denk aan autosnelwegen, spoorlijnen, hoogspanningslijnen en zendmasten voor mobiele netwerken. Die opsomming van functies maakt duidelijk dat een grote natuurbrand op een ongunstige plek en onder ongunstige weersomstandigheden kan leiden tot grote schade, slachtoffers en zelfs maatschappelijke ontwrichting door uitval van vitale voorzieningen.”

Constantijn Kok: “Met een gebiedsgerichte aanpak proberen we de effecten van een natuurbrand op de gebouwde omgeving te beperken.”
Fire Wise gedachte
En dat is het type scenario’s dat het brandweerdomein wil voorkomen met de gebiedsgerichte aanpak en het deelproject Fire Wise, door de kans op een massale natuurbrand te beperken en de kwetsbaarheid van gebouwde objecten en infrastructuur in natuurterreinen te verminderen.
Constantijn Kok licht het principe van Fire Wise toe: “We leggen de verantwoording daar waar deze hoort: bij de gebruiker. Hiervoor biedt Fire Wise handelingsperspectieven. De kerngedachte is dat rond bouwwerken in gebieden met een hoog natuurbrandrisico maatregelen worden getroffen die de kans op het overslaan van een brand van de vegetatie naar het gebouw verminderen. Het risico kan sterk worden verminderd door brandbare begroeiing in de directe nabijheid van gebouwen te verwijderen en eventueel te vervangen door een minder brandbare vegetatie. Loofhoudende bomen en struiken leveren veel minder risico op dan naaldhoudende harsrijke gewassen. Onze uitdaging is om gemeenten, natuur- en gebouwbeheerders en verzekeraars bewust te maken van de risico’s die hun voorzieningen lopen bij een natuurbrand en hoe ze via terreininrichting en vegetatiebeheer kunnen sturen in het beheersen van die risico’s. Gebouweigenaren in natuurgebieden moeten zich realiseren dat ze bij het bepalen van hun brandbeveiligingsniveau niet alleen moeten kijken naar brandrisico’s bínnen het gebouw, maar ook naar de gevolgen van een brand van buiten af.”

Tijdens een grote duinbrand in Schoorl werden woonwijken ontruimd en gebouwen grenzend aan het natuurgebied preventief nat gehouden.
Het projectteam Natuurbrandbeheersing van Brandweer Nederland heeft een presentatie ontwikkeld met maquettes, die visueel inzicht geven in de risicofactoren in de relatie tussen natuur en kwetsbare bebouwing. Met ‘effectringen’ rond woningen en andere gebouwen die aangeven welk type begroeiing daar beter niet kan staan om de kans op brandoverslag te beperken. Veel mensen beseffen volgens Kok niet hoe groot de stralingshitte van een brandende naaldboom op een nabije gebouwgevel kan zijn en dat de brand via houten constructiedelen, dakbeschot of ramen en deuren gemakkelijk kan overslaan. Ook ‘vliegvuur’, rondvliegend brandend materiaal, kan bijdragen aan het gevaar voor brandoverslag.
Om die risico’s effectief te verminderen moeten de terrein- en gebouweigenaren wel meewerken, net als de natuurbeheerders. Daarom is een breed netwerk voor overleg en kennisdeling belangrijk voor het slagen van deze bijzondere vorm van brandpreventie. Kok: “We zijn inmiddels zo ver dat we het ontwikkelde Fire Wise model met de informatie en de maquettes willen aanbieden aan de veiligheidsregio’s, zodat die in hun eigen werkgebied met natuurbeheerders, gebouweigenaren en andere partners aan de slag kunnen met risicoreducerende maatregelen. In de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland zijn we inmiddels al in overleg met recreatieondernemers in de Veluwse natuurgebieden over toepassing van de Fire Wise systematiek.”
“Veel mensen beseffen volgens Kok niet hoe groot de stralingshitte van een brandende naaldboom op een nabije gebouwgevel kan zijn
Vuur is niet het enige gevaar voor mensen in woon- recreatie- en zorggebouwen. Ook blootstelling aan dichte rookontwikkeling met hoge concentraties koolmonoxide, roet en as kan serieuze problemen opleveren, zeker bij langdurige natuurbranden. Als onderdeel van de gebiedsgerichte aanpak moet per gebied worden onderzocht wat bij een grote natuurbrand in een risicovolle omgeving het beste handelingsperspectief is qua ontvluchtingsmogelijkheden. In overleg met de verantwoordelijke terrein- en gebouwbeheerders wordt bijvoorbeeld bekeken of veilig ontruimen via voorbereide evacuatieroutes haalbaar is, of dat een betere optie is mensen te laten schuilen in beschermde gebouwen totdat het gevaar geweken is. Bepalende factoren bij die afweging zijn het aantal te evacueren personen, hun mate van zelfredzaamheid en de tijd die nodig is om de mensen in veiligheid te brengen.
Informatiegestuurde brandbestrijding
Voor het verbeteren van zowel de preventieve brandveiligheid in natuurgebieden als de operationele respons geldt dat de brandweer steeds meer informatiegestuurd te werk gaat. In het kader van het landelijk project Natuurbrandbeheersing zijn diverse informatietechnologie-instrumenten ontwikkeld om de brandweer te ondersteunen bij besluitvorming in de ‘warme’ en ‘koude’ fase. Zo is inmiddels een natuurbrandverspreidingsmodel beschikbaar, waarmee de ontwikkeling en verspreiding van het vuur in de tijd kan worden ‘voorspeld’, op basis van terreinkenmerken en actuele gegevens over windrichting en -kracht. Verder is op basis van satellietdata een gedetailleerde vegetatiekaart van de Nederlandse natuurgebieden ontwikkeld, waarmee het inzicht in het natuurbrandrisico nog beter wordt en ook het natuurbrandverspreidingsmodel nauwkeuriger wordt.
“Op basis van satellietdata is een gedetailleerde vegetatiekaart van de Nederlandse natuurgebieden ontwikkeld
Nienke Brouwer, projectleider voor de vegetatiekaart en satellietdata namens het Instituut Fysieke Veiligheid, licht toe: “Bij de verwerking van satellietdata tot bruikbare vegetatiekaarten, werken Brandweer Nederland en het IFV samen met het ministerie van Economische Zaken, VanderSat en het Netherlands Space Office. De bedoeling is die data elk jaar te updaten en aan te bieden aan het platform ‘Geo4OOV’, zodat de veiligheidsregio’s voortdurend beschikken over de meest actuele data voor informatiegestuurde natuurbrandbeheersing. En hierbij blijft het niet, want het IFV en Brandweer Nederland willen samen met het ministerie van JenV, de NCTV en het Netherlands Space Office onderzoeken of de satellietdata ook bruikbaar is als ‘early warning systeem’, door via realtime detectie vanuit de ruimte de droogte van de begroeiing te meten. Een innovatieve aanpak die zelfs in de Verenigde Staten, waar heel veel natuurbrandervaring is, interesse heeft gewekt. We werken nauw samen met collega’s in Amerika en delen kennis en wisselen ervaringen uit.”
Lees ook:
– Ruim twee keer zoveel natuurbranden in juni en juli
– Voorbij de waan van de dag (blog René Hagen)