Arjo Lock, werkzaam bij Efectis Nederland en al jaren betrokken bij het testen van kasdoeken in Nederland, ziet grote kansen om de door Efectis ontwikkelde testmethode als basis te gebruiken voor een nog te ontwikkelen NEN-norm. Voordat het zover is, wordt in Nederland eerst nog een nieuwe Nederlandse Technische Afspraak, de zogenaamde NTA 8825, voorbereid.
Sinds zeven jaar wordt er in Nederland voor het testen van kasdoeken gebruikgemaakt van de NTA 8825. Vaak is een NTA een voorloper van een NEN-norm. Deze beproevingsmethode is ontwikkeld naar aanleiding van een vraag in 2007 van het Verbond van Verzekeraars in Nederland. De Nederlandse verzekeraars hadden veel brandschademeldingen gekregen van kastuinders.
Boosdoener
In een kas bleken schermdoeken vaak verantwoordelijk voor uitbreiding van een brand. Gezien de lage brandlast per m2 was het volgens het Bouwbesluit (artikel 2.104 lid 7 van het vorige Bouwbesluit) niet nodig brandcompartimenten in te richten. Ook werden er geen eisen gesteld aan de brandvoortplanting. Als er al eisen werden gesteld, dan volstond een brandklasse B volgens EN 13501-1. Hiermee zou een voldoende veiligheidsniveau worden gerealiseerd. De praktijk bleek echter anders.
De schermdoeken bleken namelijk de grootste boosdoener voor het verspreiden van een brand. Ook wanneer gebruik was gemaakt van volgens EN 13501-1-gecertificeerde kasdoeken, classificatie B. De omvang van glastuinbouwbedrijven in Nederland is rond het millennium enorm gegroeid en daarmee was ook het hiermee gemoeide financiële belang sterk toegenomen. Bij het Verbond van Verzekeraars rees dan ook de vraag of de B-classificatie in de toen bestaande testmethode wel betrouwbaar genoeg was. Om dat te achterhalen schakelden de verzekeraars Efectis in. Het verbond vroeg Efectis na te gaan of de bestaande Single Burning Item-test (SBI-test) veilige kasdoeken oplevert voor gebruik in de glastuinbouw.
Brandgedrag
De brandklasse van een kasdoek is een aspect dat helaas in de gebouwde omgeving nog niet genoeg aandacht krijgt. Dit onderwerp is echter wel degelijk van belang omdat er nog veel onduidelijkheid is over het brandgedrag van kasdoeken in tuinbouwkassen voor de teelt van gewassen. Om dit te achterhalen deed Efectis in de periode 2007-2009 zowel veld- als literatuuronderzoek. Op basis daarvan ontwikkelde Efectis nieuwe uniforme richtlijnen en een testmethode voor schermdoeken in tuinbouwkassen.
Deze methode moest de toeleverendeindustrie duidelijke uitgangspunten bieden voor de ontwikkeling van nieuwe schermdoeken en het eventueel aanpassen van de bestaande schermdoeken. Voor de glastuinbouwondernemers droeg het ook bij aan de verdere invulling aan optimale beheersing van de brandrisico’s. De onderzoeken zijn beschreven in de rapporten 2007-Efectis-R0840 en 2009-Efectis-R0012[Rev.1].
Verzekeringsmaatschappijen
Tijdens het onderzoek naar de richtlijnen en testmethoden is ook gebruik gemaakt van informatie bij verzekeringsmaatschappijen. Dit heeft geresulteerd in gegevens over de omstandigheden waarin branden plaatsvonden. Die gegevens resulteerden in onderstaande constateringen:
- Kasbranden komen vooral ’s winters voor door het frequenter gebruik van assimilatiebelichting. De oorzaak wordt veelal toegeschreven aan kortsluiting van de belichting en niet aan oververhitting.
- Kasbranden komen vooral ’s nachts voor omdat ze overdag meestal snel worden opgemerkt en de juiste maatregelen kunnen worden genomen.
- Branden komen vooral voor met schermdoeken in uitgevouwen toestand. Meestal zijn de doeken overdag op pakket gevouwen terwijl zij ’s nachts meestal uitgevouwen zijn.
- Het maakt niet uit of het een- of meerlaagssysteem betreft. Als het systeem eenmaal vlam vat, gaan alle doeken
verloren. - In het eerste rapport wordt ook gerefereerd aan een onderzoek naar het brandgedrag van textielproducten door het Amerikaanse Factory Mutual Research Corporation (FMRC) uit de zeventiger jaren in de vorige eeuw. Destijds is al vastgesteld dat testen onder een bepaalde hoek andere resultaten opleverden. Saillant is de constatering door Efectis dat in de tussenliggende periode vrijwel niets is gedaan met die bevindingen en aanbevelingen in het FMRC-onderzoek.
De belangrijkste conclusies naar aanleiding van de onderzoeken in willekeurige volgorde zijn:
- De meeste kasbranden komen voor met de schermdoeken in opengevouwen toestand.
- Er bestaan weefsels die gevoelig zijn voor een wijzigende hoek in het interval 0° (horizontaal) tot 62°.
- Schermdoeken in samengevouwen toestand moeten anders worden geëvalueerd dan doeken in opengevouwen toestand.
- Doeken in meer lagen met een tussenliggende afstand van 20 tot 30 cm vormen geen extra risico, mits de individuele doeken voldoen aan de minimumeisen.
- Een voorgemengde vlam doet doeken sneller wegtrekken van de vlam dan een diffuse vlam. Dit betekent dat het materiaal smelt en zich verwijdert van de vlam.Voorgemengde vlammen ontsteken het weefsel 2,5 keer sneller dan diffuse vlammen.
- Bij het brandgedrag van schermdoeken blijkt het samenklonteren van materiaal kritisch te zijn.
De resultaten van de onderzoeken hebben geresulteerd in een aantal belangrijke aanbevelingen voor het testen van kasdoek en het bepalen van de veiligheidsklasse. Dit heeft in 2010 geleid tot de eerste NTA 8825. Hierna zijn de belangrijkste testaanpas-singen aangegeven:
- Methode met volgen door het materiaal verschillende keren te ontsteken
- Methode om doek in verticale toestand minimaal aan een thermische aanval van een kleine diffuse vlam te onderwerpen, waarbij die dit kan doorstaan
- Methode om een meerlaagssysteem aan een kleine vlamtest te onderwerpen
- Methode om het materiaal zowel verticaal als onder een hoek van 30 graden te testen
NTA 8825 versus NEN-EN 13501-1
In het Europese classificatiesysteem wordt de classificering van bouwproducten bepaald met EN 13501-1 op basis van testresultaten van onder andere de EN 11925-2 en de SBI (EN 13823). Efectis heeft tijdens haar onderzoeken geconstateerd dat toepassing van de SBI niet de beste representatie van het brandgedrag van kasdoek in de praktijk is.
Schijnveiligheid
Ondanks de onderzoeken wordt nog steeds niet onderkend dat het gebruikte textiel in de industriële omgeving onveilig kan zijn. Door praktijkervaring weten we nu dat materialen getest volgens de NTA een tegenvallend verrassend resultaat kunnen opleveren. Er is dus sprake van schijnveiligheid als niet de juiste testmethode is toegepast.
Marktsituatie
De huidige markt ziet steeds meer het belang in van de NTA 8825-methode. De meeste producenten in binnen- en buitenland die hun product op de Nederlandse markt willen aanbieden, bieden hun producten aan om door Efectis te laten testen. Wanneer het kasdoek over een NTA-certificaat beschikt en de tuinbouwondernemer dit bij zijn verzekeraar kan aantonen, resulteert dit in een lagere brandschadepremie. De overheid laat dit geheel aan de markt over, wat vooralsnog goed uitpakt.
In Nederland is de NTA 8825-methode nu goed bekend, waardoor het aantal branden met grote schade fors is afgenomen. De industrie heeft nieuwe doeken ontwikkeld om kassen energiezuiniger te maken en de productie te verhogen. Zonder deze veilige doeken zou dit nooit zo’n vlucht hebben genomen. Op termijn zal de testmethode mogelijk ook op Europees niveau toegepast worden. Dat is echter een proces van jaren. Een NEN-norm is er ook niet zo een-twee-drie, maar de vernieuwde NTA 8825 is een stap in de goede richting!
Proeven met kasdoek
1. Kasdoek, ook wel schermdoek of schaduwdoek genoemd, is een doek dat gebruikt wordt in de glastuinbouw om enerzijds zon tegen te houden en anderzijds warmte vast te houden. In de praktijk zorgen dergelijke doeken bij brand ook voor veel rookontwikkeling, wat leidt tot een grote schadepost voor de glastuinbouw bij brand. De oogst kan dan immers ook als verloren worden beschouwd.
2. Bij brand worden twee typen vlammen onderscheiden, te weten:
– de diffuse vlam, waarbij de zuurstof, oftewel de lucht, zich vanaf de buitenzijde met de opstijgende brandbare gassen vermengt
– de voorgemengde vlam, waarbij de zuurstof voor de ontsteking al gemengd wordt met de brandbare gassen
3. Beproeving kasscherm volgens EN 13501-1 veilig genoeg?
Enige tijd geleden werd door een leverancier van kasschermen voor toepassing ergens in Europa een aanvraag gedaan voor het beproeven van zijn kasscherm volgens de EN 13501-1. Hiervoor werd een serie Single Burning Item-tests (SBI-test) uitgevoerd. Het product behaalde een goede B-classificatie. Op basis van de Nederlandse Technische Afspraak-test, de zogenaamde NTA 8852, werd echter een aanzienlijk minder gunstige classificatie geconstateerd. Je kunt je dan ook afvragen of de huidige Europese beproeving voldoende is.
Dit artikel verscheen eerder in de rubriek Uit het brandlab in Brandveilig.com Magazine 5/oktober 2017
<<Lees ook: Bedrijfsbrand voorkomen? Verzekeraar, brandweer en ondernemer hand in hand>>
<<Lees ook: Verbond van verzekeraars: extra inspecties na stalbranden>>