Regelmatig test Efectis tunnels op brandveiligheid, maar dan is er altijd sprake van een kunstmatige setting. Een echt incident kan dus waardevolle extra gegevens opleveren. Vandaar dat het bedrijf een onderzoek instelde naar de brand in de Heinenoordtunnel.
Het ongeval vond plaats op 21 mei 2014 en haalde alle kranten en nieuwsbulletins. Die middag om 13:30 uur kreeg een grote Mercedes-Benz vrachtauto midden in de Heinenoordtunnel een klapband. De chauffeur verloor de controle over het stuur en reed uiteindelijk in op de linker tunnelwand. De vrachtwagen kantelde en vatte vlam. Vervolgens sleepte hij een personenauto honderd meter mee door de tunnel om uiteindelijk dwars over tweeënhalve rijbaan tot stilstand te komen.
>> Lees ook Brandveilige tunnel? Een goed tunnelontwerp is belangrijk
De gevolgen waren ingrijpend. Het duurde slechts een half uur voor de brand was geblust, maar de tunnel was negentien uur geblokkeerd voor verkeer, en dat veroorzaakte een file van honderd kilometer. Het persoonlijk leed was nog vele malen ernstiger. De twee inzittenden van de personenauto raakten zwaargewond, de chauffeur van de truck kwam te overlijden.
Heinenoordtunnel
Ongelukken met brand in Nederlandse tunnels zijn gelukkig zeldzaam. De laatste grote brand stamt uit 1978 toen er vijf mensen om het leven kwamen bij een ongeval in de Velsertunnel. Dus biedt een incident als in de Heinenoordtunnel een onderzoeksinstituut als Efectis een zeldzame kans om informatie te verzamelen. “Wij hebben toestemming gekregen om de tunnel een paar uur na het ongeval te onderzoeken”, zegt Projectleider Brandonderzoek René de Feijter. “En daarbij analyseerden we onder andere het brandverloop, het effect van het ventilatiesysteem en ook het gedrag van de brandwerende platen waarmee de tunnel is beschermd.”
De hoofdconclusie was dat de ventilatie en de brandwerende bescherming in de tunnel goed functioneerden. “In zo’n tunnel zitten allerlei meetsystemen die registreren dat er een calamiteit heeft plaatsgevonden”, zegt De Feijter. “Dertig seconden na de stilstanddetectie heeft de verkeersleider in de centrale op de calamiteitenknop gedrukt en dat betekende onder andere dat de aanwezigen door de luidsprekers werden geïnstrueerd om de tunnel te verlaten. Gelukkig stonden er achter de vrachtwagen twee bussen en een andere vrachtwagen, en de chauffeurs daarvan hebben een actieve rol gespeeld in de ontruiming.”
Ventilatie
De calamiteitenknop activeerde ook het ventilatiesysteem in de tunnel, en dat functioneerde volgens de Efectis-onderzoekers naar behoren. “Na zo’n ongeval als dit zijn de rijbanen geblokkeerd”, zegt De Feijter. “Dat betekent dat de voertuigen achter de verongelukte vrachtwagen de tunnel gewoon kunnen verlaten, maar ervoor is het verkeer geblokkeerd. Het is dus belangrijk dat die ventilatie extra hard gaat werken om de rook naar voren te blazen, in de richting van de auto’s die kunnen wegkomen. En inderdaad bleek het gebied voor de vrachtwagen praktisch rookvrij, waardoor iedereen veilig kon vluchten en de Brandweer de brand tot dichtbij kon benaderen.”
Dit betekent echter nog niet automatisch dat de tunnel ook alle testen doorstaat. “Tunnels zijn ontworpen om een brand te doorstaan van meer dan 200 MegaWatt (MW)”, zegt De Feijter. “En de brand met deze vrachtwagen produceerde niet meer dan 50-65 MW. Dat komt doordat de vrachtwagen in dit geval was volgeladen met zout, een niet-brandbare lading. Het enige wat kon branden, was de cabine, de wielen, de dieselolie en de trailervloer. Een brand van maximaal 65 MW is voor een tunnel dus relatief klein.”
300 MW
Tunnels moeten volgens De Feijter veel zwaardere branden kunnen doorstaan, tot 300 MW. “Dan krijg je temperaturen van 1350°, en die doen een zware aanslag op de Promotect-H-platen die het dak van de tunnel beschermen. Als die het begeven, wordt het beton van het tunneldak te heet en kan dat gaan doorbuigen. Nu of in de toekomst moet je dan rekening houden met betonrot. Als je tunnel door een rots loopt, heeft dat misschien niet veel consequenties, maar als hij is uitgegraven in klei met een rivier erboven, kan dat rampzalig zijn. De tunnelbescherming zoals toegepast in de Heinenoordtunnel is op een dergelijke zware brand ontworpen.”
Het bovenstaande scenario is volgens De Feijter niet onwaarschijnlijk. “Deze vrachtwagen was geladen met zout, maar wat als je een lading hebt van boter (zoals bij de brand in de Mont Blanc tunnel), of huishoudelijke spullen? En dan heb ik het nog niet eens over een tankwagen met benzine of LPG. Ook het aantal slachtoffers is bij deze brand relatief beperkt, want het kan gebeuren dat een vrachtwagen geen personenauto meesleurt maar een touringcar of stadsbus. Een ander scenario is het als de hele tunnel wordt geblokkeerd door een file en er komt een vrachtwagen van achteren op inrijden. Dan is het maar de vraag of alle auto’s daarvoor op tijd kunnen ontsnappen aan de rook.”
Volgende week worden de belangrijkste conclusies uit het onderzoek gepubliceerd.
Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Efectis en is gepubliceerd in Brandveilig 03/ 2015.