Er is een vraag die mij al enige tijd bezighoudt. Ik heb deze vraag ook her en der bij de slimme Bouwbesluitdeskundigen van ingenieursbureaus neergelegd, die daar helaas geen antwoord op hadden.
Het gaat over een aspect in het Bouwbesluit, waarvan ik denk dat het niet doelmatig is. Deze vraag werd bij mij nog prangender, toen ik in het concept Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) zag dat het deels gerepareerd leek, maar lang niet helemaal.
Richting brandwerendheid
In het Bouwbesluit wordt de richting van brandwerendheid bepaald door de zinsnede die bij de WBDBO artikelen (2.84, 2.90, 2.94 en 2.100) wordt gebruikt voor het aanduiden van de WBDBO. Een voorbeeld hiervan is artikel 2.94 lid 2 van het Bouwbesluit, dat schrijft:
“De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een beschermd subbrandcompartiment naar een andere ruimte in het brandcompartiment is ten minste 30 minuten.”
In dit artikel staat duidelijk: van en naar. Dit zijn belangrijke woorden in de bepaling van de richting van de WBDBO. Hieruit kan bijvoorbeeld ontleend worden dat tussen twee beschermde subbrandcompartimenten tweezijdig WBDBO 30 is vereist, omdat vanuit beide beschermde subbrandcompartimenten van binnen naar buiten geldt. Als je deze twee beschermde subbrandcompartimenten dus tegen elkaar aanlegt, heb je op de wand die de twee beschermde subbrandcompartimenten scheidt, de eis twee kanten op liggen. Hieruit kun je ook ontlenen dat vanuit een beschermd subbrandcompartiment naar een beschermde vluchtroute de eis enkelzijdig geldt, omdat er alleen een eis vanuit een beschermd subbrandcompartiment naar een andere ruimte geldt. Er is in het Bouwbesluit geen eis vanuit een beschermde vluchtroute naar een andere ruimte opgenomen.
In de bovenstaande afbeelding zie je een voorbeeld met hotelkamers, waarbij de richting van de pijl de richting van de brandwerendheid aangeeft. De gang waar de hotelkamers op uitkomen zijn in dit voorbeeld een beschermde vluchtroute.
Deze opbouw is tot zo ver erg logisch. De mensen in de hotelkamer worden beschermd tegen een eventuele brand in de naastgelegen hotelkamer. Verder wordt de gang, die de status van beschermde vluchtroute heeft, beschermd tegen een potentiële brand in een hotelkamer.
De achtergrond van de richting is in de meeste gevallen ook logisch gekozen. Bij een brandcompartiment is het van binnen naar buiten, want het brandcompartiment is het afbrandgebied en erbuiten zou in principe geen brand mogen komen. Het subbrandcompartiment is het te verroken gebied en erbuiten zou rookvrij moeten blijven. Bij beschermde subbrandcompartimenten is deze redenering niet helemaal door te trekken misschien?
Omissie?
Het wordt echter anders als we de indeling een beetje aanpassen. Bijvoorbeeld als we een keuken naast de hotelkamer zetten. De hotelkamer dient in een beschermd subbrandcompartiment te liggen. De keuken hoeft dat niet. De keuken dient in een normaal subbrandcompartiment te liggen.
Als we dan kijken naar artikel 2.94 lid 1 en 2, komt hier de volgende situatie uit:
Een WBDBO van 30 minuten (op het E en W criterium op basis van de NEN 6069) van de hotelkamer naar de keuken. En een WBDBO van 20 minuten (op het E criterium op basis van art. 2.94) van de keuken naar de hotelkamer. Met andere woorden; de keuken wordt vele malen zwaarder beschermd tegen een brand in de hotelkamer dan de hotelkamer tegen een brand in de keuken. Het is niet alleen het hogere aantal minuten, maar ook het zwaardere criterium.
Waar ik aangaf bij de richting van brandwerendheid, dat deze bij een brandcompartiment en subbrandcompartiment logisch waren, is deze in mijn optiek bij een beschermd subbrandcompartiment niet logisch.
Dit hield mij al langer in mijn achterhoofd bezig toen ik het nieuwe concept Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) onder ogen kreeg. In het nieuwe BBL zijn er eisen op het gebied van rookwerendheid toegevoegd. Bij de methodiek van rookwerendheidseisen is ongeveer die van de WBDBO eisen overgenomen. Echter met één groot verschil! Bij de rookdoorgang wordt er een eis van S200 van een subbrandcompartiment naar een beschermd subbrandcompartiment gesteld. S200 is de zwaarste rookwerendheidseis. Deze wordt onder andere toegepast in Beschermde subbrandcompartimenten (voor overige minder zware scheidingen wordt Sa toegepast).
Hier wordt kortom wel de eis omgedraaid toegepast: van een ander subbrandcompartiment naar een beschermd subbrandcompartiment toe. Echter, als we naar de WBDBO eisen kijken, zijn deze weer redelijk hetzelfde gebleven. Alleen de WBDBO eis tussen de keuken en de beschermde vluchtroute is komen te vervallen.
Dit brengt ons in het nieuwe BBL tot de volgende situatie.
Op mij komt de nieuwe (BBL) situatie nog steeds onlogisch over. Van niet-slaap naar slaapgebied de zwakste WBDBO eis gecombineerd met een sterke rookwerendheidseis. Van slaap naar niet-slaapgebied de sterkere WBDBO eis gecombineerd met de zwakste rookwerendheidseis.
Emiel van Rossum is directeur en docent bij Brandpreventie Academy.
Er staat al jaren een fout in het Bouwbesluit. 2×30 min WBDBO is geen 60 min. En dit is volgens het Bouwbesluit 1e versie al zo
In mijn beleving zou het minimaal dezelfde wbdbo 30 moeten hebben.
De rook doorgang S200 naar de slaapkamer kan ik me wel indenken, daar is opzich niets mis mee.
Anders om kan ik ook wel mee leven daar de keuken geen slaapverblijf is.
Inderdaad E.v.Schaijk, de rookwerendheid is wel de juiste richting. Echter de brandwerendheid niet.