Brandonderzoek levert veel informatie op over oorzaken van branden, brandverloop, de effectiviteit van preventieve voorzieningen en de effectiviteit van de repressieve inzet. Brandveilig.com start in samenwerking met de Landelijke Vakgroep Brandonderzoek van Brandweer Nederland een serie artikelen op basis van actuele casuïstiek met als centrale vraag: wat kan er van een incident worden geleerd?
Op 2 mei 2024 ontstaat tijdens werkzaamheden brand op het dak van een elf verdiepingen tellend flatgebouw in Roermond. De dakdekkers zien een brand ontstaan bij/in een ventilatie-unit op het dak en bellen 112. Vervolgens verlaten zij het dak en gaan via de lift naar beneden.

Melding
Nadat de melding is binnengekomen bij de meldkamer van de brandweer, gaat het interne alarm af op de brandweerkazerne en vertrekt een tankautospuit met redvoertuig naar het incident. Voor hen betreft het een melding van een normale dakbrand en zij hebben het idee ‘we gaan erheen, we blussen ‘m en we gaan weer naar huis’. Tijdens het aanrijden schaalt de bevelvoerder van de tankautospuit op naar ‘middelbrand’ vanwege de hoogte van het gebouw en de zichtbare rookontwikkeling.
Ter plaatse aangekomen wordt de ploeg opgevangen door de van het dak gevluchte dakdekkers, die hen kort de gebeurtenissen schetsen. Omdat het een incident op het dak van een 11 verdiepingen tellend gebouw betreft, is het voor de ploeg moeilijk om zich vanaf de straat een beeld te vormen van de situatie. Daarop besluit de bevelvoerder op te schalen naar ‘grote brand’. Vanwege de hoogte van het dak kan het redvoertuig niet worden ingezet.
Inzet
Aangezien de brandweerlift-functie niet werkt, gaan twee manschappen met bevelvoerder via de trap omhoog naar het dak. De ploeg die de stijgleiding heeft gecontroleerd, is hier inmiddels ook aangekomen waardoor de eenheid compleet is. Op het dak aangekomen, zien zij dat de brand zich beperkt tot een oppervlakte van circa 10 m2 met vlammen van circa 20-30 cm hoogte. In de vuurhaard ligt een gasfles, een andere staat rechtop in de vuurhaard. Tot het betreden van het dak was het bij de bemanning overigens niet duidelijk dat er gasflessen op het dak stonden. Op het moment dat ze zich bewust worden van het gevaar en daarom dekking zoeken op het dak – waar overigens slechts een stapel stenen en een muurtje voor beschutting zorgen – explodeert de fles die in de vuurhaard ligt.
Als gevolg van de enorme explosie en de daaropvolgende drukgolf valt één van de manschappen, die op dat moment via het dakluik het dak wil betreden, van de trap en raakt daarbij licht gewond. Delen van de gasfles, evenals aanwezige losliggende materialen op het dak worden over een afstand tot 200 meter de binnenstad in geslingerd. Op dat moment krijgt het in veiligheid brengen van het eigen personeel prioriteit voor de bevelvoerder.
Na de explosie blijkt dat de achtergebleven gasfles in de vuurhaard is gevallen en brandend afblaast via de vulopening. Inmiddels is vanaf het dak melding gemaakt van het voorval en wordt de gewonde manschap door zijn maat naar een veilige plek op de 9e verdieping begeleid. Vanuit de inmiddels gearriveerde nakomende eenheden wordt een ploeg naar het dak gestuurd om de brand (onder dekking) verder af te blussen en de nog aanwezige gasfles te koelen. Nadat de aflossing op het dak is aangekomen, verlaten de overige manschappen de incidentlocatie. De gewonde collega kan verder naar beneden worden gebracht en aan het inmiddels aanwezige ambulancepersoneel worden overgedragen.
De dakbrand is door de aflossende ploeg afgeblust en de gasfles is gekoeld totdat deze leeg is. Uit verdere verkenning blijkt dat er geen branddoorslag heeft plaatsgevonden vanuit het dak naar binnen in het gebouw.
Nazorg
Teruggekeerd op de kazerne worden de manschappen opgevangen door het Team Collegiale Ondersteuning (TCO). Bij hen daalt het besef in dat ze een zeer heftig en levensbedreigend incident hebben meegemaakt wat voor hen maar net goed is afgelopen en dat ze ontzettend veel geluk hebben gehad. Zij gaan hierover direct met elkaar in gesprek om te voorkomen dat ze de gebeurtenissen opkroppen en mee naar huis nemen. Deze nazorgfase blijkt enorm belangrijk.
Leerproducten
Mede door de grote impact als gevolg van de gebeurtenissen gedurende deze inzet, heeft zowel tijdens als ook na het incident onderzoek plaatsgevonden. Na het ongeval heeft een uitgebreide evaluatie plaatsgevonden met onder andere de betreffende ploeg, betrokken officieren, TCO en Team Brandonderzoek (TBO).
Naar aanleiding van deze evaluatie zijn er verschillende leerproducten gemaakt, zoals een aandachtskaart waarin de fysische eigenschappen van de geëxplodeerde gasfles worden behandeld (zie kader). Verder zijn er een zogenaamde praatplaat (voor intern gebruik) en een leerfilm gemaakt. In de leerfilm wordt getoond wat de impact van dit incident op de betrokken collega’s is geweest. De inhoud van deze leerproducten zijn mede tot stand gekomen door het creëren van een veilige omgeving voor de betrokkenen, waardoor een aangename en open evaluatie kon plaatsvinden.
Lessen voor de brandweer
Bij deze brand explodeert de gasfles circa 16 minuten nadat de melding bij de meldkamer van de brandweer binnenkomt. In theorie bereikt de desbetreffende propaanfles zijn barstdruk van 80 bar bij een interne temperatuur van 100 °C. Gesteld mag worden dat de barstdruk van een cilinder onder bepaalde omstandigheden relatief snel kan worden bereikt.
(1) Op welk moment een gasfles zijn barstdruk bereikt in geval de inhoud door een brand wordt opgewarmd, is voor de brandweer moeilijk in te schatten tijdens een inzet. Bepalende factoren zijn o.a.:
- materiaaleigenschappen cilinder;
- fysische eigenschappen gas (gas-dampdruk);
- combinatie gas-dampdruk en barstdruk;
- stadium en omvang vuurhaard;
- positie gasfles ten opzichte van de vuurhaard (staand, liggend, in de vuurhaard of afstand tot de vuurhaard);
- vulling gasfles.
(2) Kijkend naar vergelijkbare incidenten in het verleden valt op dat het ontploffen van gasflessen tijdens brand soms gepaard gaat met een vuurbal. Echter, bij dit incident was hiervan geen sprake. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat op het moment van bezwijken de gasinhoud met een enorme druk is vrijgekomen en in alle richtingen is weggeblazen, buiten het bereik van de aanwezige vuurhaard.
(3) Indien de brandweer tijdens een incident een gasfles aantreft die bij een brand is betrokken, is het zaak om onder dekking te koelen en/of de vuurhaard af te blussen. Terugkijkend op deze casus is de brandweer geschrokken van de kracht en de impact (als gevolg van de exploderende gasfles) waarmee stukken staal en losse materialen werden weggeslingerd. Gelet op de mate van impact door deze explosie moet de brandweer zich afvragen wat nu een veilige dekking is in relatie tot de mogelijke gevaren waar zij op dat moment mee te maken kan krijgen.
(4) Als de brandweer te maken krijgt met gasdrukhouders die (door aanstraling of doordat ze zich in de vuurhaard begeven) worden verhit, dient zij deze onder voldoende dekking te koelen om te voorkomen dat de interne druk niet boven de barstdruk komt.
Overige lessen
Van oudsher worden platte daken voor een groot deel voorzien van bitumen die onder andere door branden worden opgebracht. Hierbij is tijdens de werkzaamheden altijd een hoeveelheid gasflessen op het dak aanwezig. Door het gebruik van bitumen, gasbranders en de aanwezigheid van gasflessen is het risico op het ontstaan van brand relatief groot. Mocht een brand ontstaan, dan zijn er extra risico’s voor de optredende brandweereenheden tijdens de bestrijding.
Daarnaast zijn er methodes – die ook worden toegepast – om daken te voorzien van PVC, EPDM of TPO-folie. Deze worden gelijmd en/of geföhnd.
Gelet op de brandveiligheidsrisico’s bij het gebruik van bitumen zou een advies aan de dakdekkersbranche kunnen zijn om in plaats van bitumen daar waar mogelijk gebruik te maken van PVC, EPDM of TPO-dakbedekking.
Hans Peeters, brandonderzoeker en senior medewerker risicobeheersing VRLN
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.