Er is al veel geschreven over brandveilig installeren in Nederland. Met enige regelmaat worden we opgeschrikt door dramatische gebeurtenissen, met als gevolg op dat moment extra aandacht voor het in dit artikel beschreven onderwerp. Als installatiebranche
Twee praktijksituaties om de urgentie en het zware woord noodklok te verklaren.
Praktijkvoorbeeld 1: ziekenhuizen
Uw geliefde familielid of vriend(in) ligt in het ziekenhuis en is tijdelijk niet mobiel, oftewel afhankelijk van artsen en verplegend personeel. Stelt u zich voor dat er ergens in dat ziekenhuis brand uitbreekt. De rook verspreidt zich middels het kanalensysteem snel door het gebouw, te lange tijd niet tegengehouden door de in het kanalensysteem aangebrachte brandkleppen. Immers in Nederland installeren we in 99 van de 100 gevallen handbediende brandkleppen. De in de markt beschikbare handbediende brandkleppen zijn voorzien van een zogenaamd smeltlood, dat bij een temperatuur van boven de 70 °C breekt en de brandklep doet sluiten. Totdat die temperatuur is bereikt kan de rook zich dus ongehinderd en met grote snelheid via het kanalensysteem door het gehele gebouw verspreiden. Immers deze brandkleppen reageren uitsluitend op warmte. En bekend is dat bij brand de meeste slachtoffers niet door hitte, maar door rook vallen.
Het voorbeeld van ziekenhuizen wordt hier gebruikt omdat dit goed de problematiek illustreert. Een vergelijkbaar voorbeeld geldt voor het gevangeniswezen waar de bewoners eveneens niet mobiel of snel verplaatsbaar zijn. Echter, de handbediende brandkleppen vinden we in alle soorten gebouwen, dus de problematiek beperkt zich niet tot de hier genoemde voorbeelden.
Praktijkvoorbeeld 2: verpleeghuizen
Volgens de huidige regelgeving wordt normaal gesproken iedere verpleegkamer in een verpleeghuis als separaat brandcompartiment aangemerkt. Dit houdt in dat alle doorvoeringen, dus ook de luchtkanalen, ter plaatse van de doorgang door de brandscheiding, voorzien moeten zijn van een brandwerend product. Hiervoor wordt in een aantal gevallen gekozen voor de -eerder genoemde- handbediende brandklep, maar in een aantal gevallen ook voor producten die niet de juiste goedkeuring hebben. Bijvoorbeeld toepassing van smeltroosters (ook brandwerend rooster genoemd): een aantal op de markt verkrijgbare smeltroosters zijn goedgekeurd conform de norm NEN6069. Tevens zijn zogenaamde brandwerende vlinderkleppen verkrijgbaar die ofwel voldoen aan EN1366-2, ofwel EN1366-3. Onderscheid in deze normen is zeer belangrijk, aangezien een product dat niet de juiste normering heeft alleen is goedgekeurd voor toepassing in drukloze systemen. Anders gezegd: een product dat bijvoorbeeld is goedgekeurd conform EN1366-3 mag alleen worden toegepast wanneer deze in geval van brand niet aan een verschil van luchtdruk wordt blootgesteld. Wordt dit product toch toegepast, dan kan de praktijk zijn dat bij brand het betreffende product niet de brand tegenhoudt omdat het door de aanwezige luchtdruk in het kanaal of doorvoering bezwijkt. Immers bij brand sluit het product af, waardoor de druk op het brandwerende product toeneemt.
Als laatste moet gemeld worden dat ook voor smeltroosters en brandwerende vlinderkleppen geldt, dat deze alleen reageren op temperatuur (smeltlood of opzwellend materiaal) en niet op rook.
Oorzaken
We concluderen hiermee dat er twee oorzaken zijn waardoor we minder brandveilig installeren dan we zouden kunnen:
– De huidige handbediende brandkleppen reageren alleen op temperatuur en niet op rook;
– De diversiteit aan normeringen en toepassingen zorgt in een aantal gevallen voor onveilige situaties.
Adviezen voor brandveilig installeren
– Gemotoriseerde brandklep met rookdetectie
– Herkenning en toepassing van de juiste normering
Gemotoriseerde brandklep met rookdetectie
In ons omringende landen wordt reeds in de meeste gevallen gekozen voor brandkleppen met servomotorbediening. Deze motor wordt gevoed door 24V of 220V. Deze oplossing biedt de mogelijkheid om de brandklep niet alleen op temperatuur, maar ook rook te laten reageren. De servomotor krijgt ofwel een signaal van de aangesloten rookdetectie installatie, ofwel een signaal van de thermo-elektrische zekering. In beide gevallen wordt de stroomtoevoer naar de servomotor onderbroken, waardoor de veerterruggang van de motor de klep doet sluiten. Een aansluiting op het gebouwbeheersysteem is eenvoudig te realiseren, waardoor op afstand kan worden bekeken welke brandkleppen in open of in gesloten stand staan.
Conclusie: toepassing van gemotoriseerde brandkleppen in plaats van handbediende brandkleppen biedt een veel grotere veiligheid mits deze gemotoriseerde klep wordt aangestuurd door een rookdetector. Op dat moment wordt zowel op basis van rook als op basis van temperatuur de betreffende brandscheidingen gesloten. Het verspreiden van rook door het luchtbehandelingsysteem wordt hiermee voorkomen.
Exploitatie: gemotoriseerde brandklep goedkoper dan handbediende brandklep
Los van de overtuigende veiligheidsvoordelen van gemotoriseerde brandkleppen ten opzichte van handbediende brandkleppen is er het kostenaspect. Toepassing van gemotoriseerde brandkleppen met rookdetector zijn circa 3,5 maal zo duur als handbediende brandkleppen. Dit zijn echter de initiële aanschafkosten. Voor wat betreft de exploitatie van het gebouw moet rekening worden gehouden met de verplichte maandelijkse controle van de brandklep.
Bij toepassing van handbediende kleppen zullen veel manuren moeten worden ingezet voor het maandelijks door het gehele gebouw met de hand sluiten en openen van de vaak moeilijk bereikbare en soms zelfs onbereikbare kleppen. Bij gemotoriseerde kleppen kan op afstand iedere klep dicht en open worden gestuurd, wanneer deze zijn aangesloten op het gebouwbeheersysteem.
Bovendien is met behulp van het gebouwbeheersysteem direct te detecteren wanneer een brandklep gesloten is. Dit kan in de praktijk gebeuren wanneer bijvoorbeeld een elektrische heater in de buurt van de brandklep zorgt voor een te hoge temperatuur. Bij een handbediende brandklep zal dit euvel pas worden ontdekt bij de reguliere controle.
Herkenning en toepassing van de juiste normering
De verschillende leveranciers bieden producten die volgens verschillende normen zijn goedgekeurd. Om te beginnen moet altijd worden gekeken of er wordt gesproken over ‘getest volgens’ of ‘goedgekeurd volgens’. Beide termen komen we in de markt tegen, terwijl alleen de laatste iets zegt.
Leveranciers van brandkleppen, smeltroosters en brandwerende manchetten melden conformiteit aan verschillende normen, zowel NEN als NEN-EN. Hierna wordt toegelicht hoe dit is ontstaan en welke normen van toepassing zijn.
NEN normering
Tot voor enige jaren geleden werden in Nederland alleen de NEN normering gehanteerd. We komen de volgende twee tegen:
– NEN6069: Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan
– NEN6077: Experimentele bepaling van de brandwerendheid van ventilatiekanalen voorzien van brandkleppen
Zonder de normteksten volledig te citeren kunnen we de volgende conclusies vermelden:
NEN6069: onder deze norm zijn bijvoorbeeld smeltroosters getest. Producten die conform deze norm zijn goedgekeurd, zijn getest in drukloze situatie. Een dergelijk smeltrooster mag dan worden toegepast in bijvoorbeeld een deur of wand als overstroomvoorziening. Deze producten toepassen in luchtkanalen mag alleen wanneer zeker is dat de luchtbehandelinginstallatie in geval van brand uitschakelt, waardoor gegarandeerd kan worden dat tijdens brand het smeltrooster niet onder druk komt te staan. Immers daarop is het product niet getest en dus niet goedgekeurd. Daarbij nog de aantekening dat in Nederland in de meeste gevallen de luchtbehandelinginstallatie bij brand wordt gebruikt voor ontroking (vrijhouden van vluchtwegen), waardoor het aantal gevallen dat een smeltrooster in een luchtkanaal gebruikt mag worden klein is.
NEN6077: onder deze norm zijn brandkleppen getest. Brandkleppen die voldoen aan deze norm zijn onder druk getest en goedgekeurd, oftewel mogen zonder aanvullende voorwaarden in luchtbehandelinginstallaties worden toegepast.
NEN-EN normering
Sinds enige tijd geldt ook de Europese normering, afgekort EN. In verband met brandwerende producten voor luchtbehandelinginstallaties is EN1366 de belangrijkste norm. Gezien het Europese karakter is het nu zo dat het testen van brandwerende producten niet per land hoeft te gebeuren, ook al is het nog wel zo dat de verschillende landen verschillend met brandveilig installeren omgaan. Indien een testlab zodanig is geoutilleerd dat ze conform EN1363-1 (de norm die aangeeft hoe en met welke middelen de test dient te worden uitgevoerd) kan testen, kan zij de test voor ieder Europees land eenmalig uitvoeren. Vervolgens wordt dan geclassificeerd aan de hand van EN13501-3 als het gaat om producten voor de ventilatie. Uit de test volgt een testverslag en op basis van daarvan een classificatierapport. Gezien het voorgaande is het dus van belang dat een leverancier van brandwerende producten niet het testverslag, als wel het classificatierapport kan overhandigen. Hierin wordt immers geconcludeerd of, en zo ja voor hoeveel minuten (15, 20, 30,45,60,90,120,180,240 of 360 minuten) het betreffende product is goedgekeurd. Dit wordt altijd aangeduid met: EIS xx, waarbij xx het aantal minuten is. De E staat voor integriteit, de I voor isolatie en de S voor rooklekkage. Bijvoorbeeld EIS 60 geeft aan dat betreffende product tenminste 60 minuten lang de rook niet doorlaat en warmte isoleert, oftewel niet doorlaat.
EN1366 kent een soortgelijk onderscheid als de eerder besproken NEN normen;
NEN-EN1366-2: goedkeuring volgens deze norm betekent dat het betreffende product is getest en goedgekeurd onder druk. Dit is dus bij uitstek de norm waaraan brandkleppen die na het ‘NEN-tijdperk’ zijn getest moeten voldoen.
NEN-EN1366-3: een product met deze goedkeuring is niet getest onder druk, dus alleen goedgekeurd als bijvoorbeeld overstroomvoorziening tussen ruimtes. Maar nadrukkelijk niet als toepassing in luchtkanalen waarbij niet is gegarandeerd dat bij brand de luchtbehandelinginstallatie uitschakelt.
Conclusies en advies
In Nederland installeren we veelal onvoldoende brandveilig door in luchtbehandelinginstallaties alleen naar de temperatuur te kijken. De oplossing is echter eenvoudig en reeds beschikbaar: motorbediende brandkleppen toepassen in plaats van handbediende, en deze koppelen aan een rookdetectie systeem. Dit is qua aanschaf duurder maar in exploitatie goedkoper in verband met het verminderen van onderhoudsuren.
Verzeker u ervan dat u niet met geteste maar met goedgekeurde producten heeft te maken. Beoordeel vervolgens of u met een brandwerende voorziening in een drukloze toestand heeft te maken (toepasselijke oude norm is NEN6069, nieuwe norm is EN1366-3); of heeft u wel met druk te maken dan dient een goedgekeurd product conform de oude norm NEN6077 of de nieuwe norm EN1366-2 te worden toegepast.