Stel dat een ingenieur brandwerend glas adviseert als onderdeel van het totale brandveiligheidsconcept. Waar moet het veiligheidsglas aan voldoen, waar beschermt het tegen en hoe moet je het onderhouden? De informatie is afkomstig uit het handboek ‘De Essentiële Bouwkundige Controlepunten’ van Brandveilig Bouwen Nederland. Onderaan vind je de handige checklist.
Bij brandwerendheid spreken we over een totaalconcept waarbij alle voorzieningen bijdragen aan de brandveiligheid van het totale ontwerp. Bij brandwerend glas zijn er legio punten waarmee rekening gehouden dient te worden, uiteenlopend van uitgevoerde testen, toegestane normen tot en met de montage van het product. De gehele constructie waarin de brandwerende beglazing is gemonteerd zorgt samen met het brandwerend glas voor de brandveiligheid. Daarom zijn de testrapporten zo belangrijk, om het geheel van de constructie (bepaalde toepassing) te kunnen beoordelen.
Voordat een brandwerende beglazing in het werk gecontroleerd wordt dient men op de hoogte te zijn van o.a. de volgende zaken:
1 Het glas dient getest te zijn conform NEN 6069 of een vergelijkbare Europese norm (bv. de NEN-EN 1364-1 voor brandwerende vaste wanden of de NEN-EN 1634-1 voor de brandwerende deuren).
2 Men dient zich terdege te realiseren wat voor soort scheidingsconstructie het betreft en waaraan deze dient te voldoen;
a NEN6069:2011: categorie E (stabiliteit), EW (stabiliteit en stralingswering) of EI (stabiliteit en temperatuursisolatie);
b Bouwbesluit 2012: 30, 60,90 of 120 minuten brandwerend;
c Bouwbesluit 2012: één- of tweezijdig brandwerend.
3 Een gecertificeerde brandwerende beglazing is te herkennen aan de stempel in de ruit. Dit geeft nog geen uitsluitsel over de gehele constructie. Dat is in het testrapport te achterhalen.
Brandwerend glas kan onderverdeeld worden in de volgende categorieën
Spiegeldraadglas
• In bestaande bouw, beoordeeld volgens NEN 6069:1991 (vergunning voor maart 2007)
• 30 minuten rookwerend, oneindig toepasbaar, mits testafmeting niet wordt overschreden
• 30 minuten brandwerend, afmeting conform testrapport, maximale oppervlak 1,7 m2. In een scheiding van 2,5 x 2,5 m. EW, geen EI.
• 60 minuten brandwerend, afmeting conform testrapport, maximaal oppervlak 0,88 m2. In een scheiding van 2,5 x 2,5 m. EW, geen EI.
• In nieuwbouw, beoordeeld volgens NEN 6069:2005 of 2011 (vergunning na maart 2007)
• 30 minuten rookwerend, oneindig toepasbaar, mits testafmeting niet wordt overschreden. Conform criterium E20, niet voor Sm(200).
• 30 minuten brandwerend, mag als maximaal oppervlak 2,16 m2 in een stalen profielsysteem of 2.43m2 in een houten profielsysteem worden toegepast. Glasafmeting en totaal glasoppervlak conform testrapport. EW, geen EI.
• 60 minuten brandwerend, geen NEN-EN 1364-1 testrapport voorhanden dus niet toepasbaar. EW, geen EI.
• Opschuimende band gebruiken.
• Vrije ruimte rondom het glas: conform testrapport.
• Onbrandbare steunblokjes gebruiken.
• Naast brandveiligheid gelden er ook andere zaken zoals letselveiligheid en doorvalveiligheid. Controleer of de toegepaste producten voldoen aan de gestelde eisen zoals in de NEN 3569 / NEN 2608 staan omschreven. Spiegeldraadglas in niet doorvalveilig en voldoet aan letselveiligheidsklasse 3(B)3 (mag niet worden toegepast in vluchtroutes).
<<Lees ook: Branddeuren: waaraan moeten deze voldoen? (incl. handige checklist)>>
Speciaal voorgespannen geharde (gelaagde) beglazingen
• Keramische (niet opschuimende) band gebruiken, tenzij anders getest.
• Sponninghoogte: conform testrapport.
• Vrije ruimte rondom het glas: conform testrapport.
• Onbrandbare steunblokjes gebruiken.
• Opmerking: let op straling <15kW/m2.
Opschuimende beglazingen
• Keramische (niet opschuimende) band gebruiken, tenzij anders getest.
• Sponninghoogte: conform testrapport.
• Vrije ruimte rondom het glas: conform testrapport.
• Onbrandbare steunblokjes gebruiken.
Brandwerende beglazing kan worden geplaatst in de volgende kozijnsystemen
Stalen profielsysteem
Brandwerend glas in een stalen kozijn voldoet als het door een geaccrediteerde testinstelling geteste constructie is. En verder de prestatie-eis heeft gehaald en conform fabrikantvoorschrift is gemonteerd en onderhouden. Stalen profielsystemen voor toepassing in de brandwerende klasse EW mogen ongeïsoleerd zijn. Voor toepassing bij brandwerende klasse EI dient ook het staalprofiel geïsoleerd te zijn. Dit is niet aan buitenkant te herkennen dus vraag om het testrapport en controleer voordat het glas geplaatst is of het juiste profiel is toegepast.
Houten profielsysteem
Bij het plaatsen van brandwerend glas moeten de glaslatten altijd bevestigd worden conform testrapport (in de meeste gevallen schuin geschroefd, horizontaal om de 20 centimeter en verticaal om de 30 centimeter). Let op de vrije ruimte rondom de beglazing, deze moet kunnen uitzetten bij brand (vrije ruimte conform testrapport). Let bij houten kozijnen op de inbrandsnelheid / het soortelijk gewicht van het toegepaste hout. Pas enkel de houtsoort toe van dezelfde of hogere volumieke massa dan de geteste houtsoort of bereken aan de hand van de Eurocodes de vereiste dimensionering. Hout met een lagere volumieke massa heeft een hogere inbrandsnelheid waardoor de brandwerendheid snel afneemt.
Aluminium- / kunststof profielsysteem
Aluminium of kunststof profi elsystemen zijn zeer specifi eke systemen met zeer specifi eke eisen. Bij dergelijke systemen is het daarom te adviseren om altijd voor een getest systeem te kiezen met een vergelijkbare beglazing. Een brandwerend aluminium/kunststof kozijn is aan de buitenzijde vaak niet te herkennen. De brandwerende toevoegingen zijn weggewerkt in het kozijn. Vraag altijd naar het testrapport.
Controlepunten voor brandwerend glas:
1. Toegestane afmeting van brandwerende beglazing i.c.m. CE-markering
De maximale toegestane afmeting van de brandwerende beglazing staat in het testrapport. Sinds 1 maart 2007 is de CEmarkering voor brandwerende beglazing van kracht. Dit houdt in dat alle brandwerende beglazingen getest dienen te zijn conform de desbetreffende Europese testnorm. De hoogte en breedte van de ruit mogen per definitie NIET zomaar verwisseld worden. Dit mag alleen als de ruit op deze manier is getest of beoordeeld door een Notified Body.
2 Maximaal toegestaan oppervlak in een wandconstructie
De warmtestraling van de gehele puiconstructie moet onder de 15 kW/m2 blijven. Compleet beglaasde wanden zijn nooit in zijn
totaliteit getest en zal een stralingsberekening van de gehele puiconstructie uitsluitsel moeten geven of de warmtestraling onder de 15 kW/m2 blijft. Dit natuurlijk altijd in combinatie met de geteste ruitafmetingen. Bij brandwerende beglazing welke moet voldoen aan de temperatuurisolatie van gemiddeld <140 °C (EIklasse) moet aangetoond worden dat de gehele puiconstructie aan de niet verhitte zijde gemiddeld onder de 140 °C blijft. Dit in combinatie met de geteste ruitafmetingen.
Eén van de mogelijkheden in de EXAP (Extended Application) is een aanvullende norm die omschrijft of en hoever de uitbereiding van het toepassingsgebied van de geteste constructie mogelijk is. Voor brandtesten van 30 en 60 minuten moet er een tijdsoverwaarde zijn behaald van minimaal zes minuten. Is deze overwaarde behaald, dan mag men de breedte of hoogte van de ruit met maximaal 20% vergroten. Het maximale oppervlak mag met 21% worden vergroot. Men mag de hoogte of breedte nooit groter toepassen dan de 20% vergroting, ook niet wanneer het totale oppervlak van de ruit kleiner is dan de geteste ruit.
N.B.: Enkel een Notifi ed Body mag uitspraken doen over een eventuele vergroting van de afmetingen op basis van overwaardes tijdens een brandtest. Dit uitgebreide toepassingsgebied van het geteste glas dient in een offi cieel Extended Application rapport volgens NEN-EN 15245-4 opgenomen te worden. Rookwerende beglazing mag oneindig worden toegepast, mits de afmetingen van de ruiten binnen de geteste afmetingen vallen.
3. Brandrichting
Brandwerende beglazing kan één- of tweezijdig brandwerend worden uitgevoerd. Ter plaatse van (extra) beschermde vluchtroutes kan worden volstaan met enkelzijdig brandwerende beglazing. De brandrichting is vanuit het naastgelegen compartiment naar de extra beschermde vluchtroute toe. De stempel van de brandwerende beglazing dient leesbaar (dus niet in spiegelbeeld) te zijn vanaf de brandzijde. Scheidingsconstructies tussen brandcompartimenten onderling dienen altijd tweezijdig brandwerend uitgevoerd te zijn.
4. Montage van de brandwerende beglazing
Is de brandwerende beglazing gemonteerd conform de specificaties in het testrapport? Let op de details zoals glasproduct(en), beglazingsband, onbrandbare steunblokjes, kitten, glaslatten en vrije ruimte rondom het glas. Bij éénzijdig brandwerende beglazing controleren dat de beglazing juist geplaatst is. De stempel moet leesbaar zijn vanuit het brandcompartiment. Bij geharde ruiten mag de overlapping van het kozijn over het glas niet groter zijn dan getest in verband met het risico op thermische breuk.
5. Stempels
Alle brandwerende beglazingen zijn voorzien van een herkenbare stempel. Zo is de beglazing altijd te controleren. De stempel geeft de volgende productinformatie: leverancier, productnaam, eventuele ruitdikte of tijdsduur, normering en identifi catienummer van de fabriek.
6. Uitwisselbaarheid van materialen (EXAP)
Conform de norm NEN-EN 15254-4 mag brandwerend glas vervangen worden door een ander type brandwerend glas mits:
• Het glas uit dezelfde glasfamilie, van dezelfde glasproducent is getest en voldoet in hetzelfde soort glasopsluitingssysteem, in dezelfde afmeting en met dezelfde optredende doorbuigingen.
• Indien EW-eis van toepassing, de totale straling van de wand inclusief het nieuwe glas onder de 15 kW/m2 blijft.
• Indien EI1 of EI2-eis van toepassing, de temperatuur van de wand inclusief het nieuwe glas onder de 140°C blijft.
• Bij verschillende brandwerende beglazing toegepast in één constructie, dit glas afkomstig is van dezelfde fabrikant en deze combinatiemogelijkheid als zodanig is beschreven in de productinformatie.
7. Welke productwijzigingen mogen in het algemeen NIET worden gedaan na levering:
Er mogen geen nabewerkingen worden gedaan aan het brandwerende glas, zoals bijvoorbeeld lagen, isoleren, zandstralen enzovoorts. De brandwerende kwaliteit van de beglazing kan dan niet meer worden aangetoond.
Bij afwijkingen of onduidelijkheden, vraag naar het testrapport of neem contact op met BBN danwel de leverancier uit
de betreffende productwerkgroep.
>>Lees ook Veiligheidsglas: hoe veilig is dat?