Regelmatig wordt mij gevraagd of ik, in het kader van innovatie, eens een beeld kan schetsen van de hulpverlener of brandweerman van de toekomst. Dat lijkt fantaseren, maar als je er even voor gaat zitten en kijkt naar de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen van nu, dan zien we nieuwe risico’s maar ook nieuwe kansen.
We zien een toekomst waar brandweermensen, geholpen door technologische ontwikkelingen, de uitdagingen van de veranderende samenleving het hoofd kunnen bieden. Door onder andere de energietransitie krijgen we te maken met nieuwe technologie waarvan we de gevaren nog niet kennen.
De vier T’s
We rijden in elektrische auto’s en auto’s op waterstof. Wat gebeurt er in een parkeergarage waar misschien honderden auto’s aan het opladen zijn en nog eens honderden auto’s staan die op waterstof rijden? We vragen van onze brandweermensen als ze ter plaatse komen om effectief handelend én veilig op te treden. Eerder (zie blog: ‘De onderzoeks- en innovatieagenda voor de brandweer in Europa’) schetste ik al de vier T’s: het wordt té gevaarlijk, té ingewikkeld, té belastend en té groot.
Heter en kouder, sneller en langzamer
Branden worden heter en kouder, sneller en langzamer. Er is meer rookontwikkeling en het risico op rookgasexplosies (die niet te voorspellen zijn), neemt toe. Waar brandweermensen voorheen gewoon het gebouw ingingen en de brand uitmaakten, is het nu bijna Russisch roulette om hen naar binnen te sturen. Gebouwen worden steeds minder standaard, waardoor we niet meer weten waar we naar binnen gaan.
Bovendien staan die gebouwen op een klein gebied overvol met allerlei soorten (water)wegen. Dit veroorzaakt complexe situaties die op een dag via een kettingreactie kunnen leiden tot een incident, zeker als er over die wegen (onbekende) gevaarlijke stoffen worden vervoerd die erbij betrokken raken. In al deze gevallen verwachten wij dat de brandweermensen die ter plaatse komen de brand blussen en mensen redden. Ik zie dat we steeds meer kennis nodig hebben om al deze risico’s te beperken. Die kennis is er wel, maar het is onmogelijk om het bij de 30.000 brandweer mensen in Nederland te krijgen.
De uitdaging is dus, om de juiste kennis op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen
Real time informatie
We kunnen via drones en satellieten, en zelfs met bodycams en dashcams, real time beelden maken. Zo verzamelen we steeds meer informatie over incidenten, terwijl de hulpverleners nog onderweg zijn. Daarnaast is er steeds meer informatie beschikbaar die (nog) niet toegankelijk is voor de brandweer. Maar die wel kan helpen om een incident te bestrijden.
Zo is er van elk nieuwe gebouw tegenwoordig al een 3D map beschikbaar, zijn er toegangscontrolegegevens, inventarislijsten, gevaarlijke stoffenlijsten en bewakingscamera’s . Wat zou het mooi zijn als burgers en bedrijven die informatie met ons willen delen, op het moment dat zich in hun gebouw een calamiteit voordoet. De uitdaging is dus, om de juiste kennis op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen.
De ‘human factor’
Maar wat doen we met al die kennis en informatie die we op zo’n moment beschikbaar hebben? Dan lopen we snel tegen de beperkingen van de mens zelf aan, de ‘human factor’. Daarom denk ik dat we nóg een stap verder moeten kijken. We moeten de informatie eerst verwerken tot een advies of een handelingsperspectief voor de hulpverlener ter plaatse. Dezelfde technologische ontwikkelingen die tot meer gevaren leiden, bieden hier juist ook kansen: door al die informatie en kennis te combineren en analyseren, komen we tot ‘voorschrijvende incidentenbestrijding’.
Het handelingsperspectief dat we op deze manier bepalen, kan via een oortje direct ingefluisterd worden bij de hulpverleners ter plaatse. Zoiets als: “Aan de achterzijde zit een deur met daarachter een brand die met een HD te blussen is”. Of: “Je kunt de afsluiter onder het klepje waar X op staat dichtdraaien, dan is de lekkage opgeheven; en maak je geen zorgen, er zit melk in de tankwagen”.
Met behulp van nieuwe technologieën informatie kunnen verzamelen, verwerken en doorgeven om de gevaren het hoofd te bieden!
Kennis blijft behapbaar
De hulpverleners hoeven dus alleen de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om het incident te bestrijden; de kennis blijft dus behapbaar. Om dit te bereiken, kunnen we denken aan een ‘real time intelligence centre’. Hier is alle informatie en kennis aanwezig of wordt verzameld en omgezet naar een handelingsperspectief voor de hulpverlener. Daar zouden we dan ook landelijk de deskundigheid 24/7 kunnen organiseren.
De volgende stap (maar dan zijn we wel 100 jaar verder) is dat dit allemaal met kunstmatige intelligentie werkt. Omdat de incidenten van de toekomst vaak te groot zijn om aan te kunnen door de hulpdiensten alleen, hebben we iedereen nodig. Zodat we misschien niet morgen, maar wel over vijf of tien jaar, met behulp van nieuwe technologieën informatie kunnen verzamelen, verwerken en doorgeven om de gevaren het hoofd te bieden!
Dr. ir. Ricardo Weewer, MIFIreE, is lector brandweerkunde aan de Brandweeracademie (IFV)
Volg Brandveilig op LinkedIn