Alweer ruim drie jaar werken we met het ‘nieuwe’ Bouwbesluit 2012. Door de overheid was de nieuwe versie beleidsneutraal bedoeld met een samenvoeging van meerdere regelingen en meer eenduidiger eisen. Naar mijn bescheiden mening zijn ze daar behoorlijk goed in geslaagd.
Aanvankelijk leidde de nieuwe formuleringen en opzet natuurlijk tot wat onduidelijkheden, maar inmiddels zijn we ook daar weer aan gewend.
Nieuw
Uiteraard blijft ook de overheid vernieuwen. Er staat ons dus op termijn weer nieuwe regelgeving te wachten. Op dit moment wordt er achter de schermen gewerkt aan het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) dat medio 2018 zou moeten ingaan. Een groot aantal AMVB’s worden hierin samengebracht, waaronder de bouwregelgeving. Uiteraard is de introductie van dit nieuwe besluit ook een goed moment om nieuwe inzichten in de regelgeving op te nemen.
>> Lees ook Daan Jansen: Safety & security als inwisselbaar product
Rookwerend
Een belangrijk onderwerp waarop ik wil ingaan, is de weerstand tegen rookdoorgang van bouwkundige constructies. Vroeger was dit ‘simpelweg’ direct gerelateerd aan de brandwerendheid. Als een constructie bij een brandproef 20 minuten brandwerend was, was deze ook 30 minuten rookwerend. Al lang worden er vraagtekens gesteld bij deze bepalingsmethode. Vaak zien we bij brandproeven veel rook vrijkomen en dat is natuurlijk vreemd als het een ‘rookwerende’ scheiding betreft.
Norm
Al enige tijd geleden is de NEN 6075 gepubliceerd (2011), met inmiddels correctieblad C1:2012. Deze norm maakt onderscheid tussen koude en warme rook. Omdat deze norm grote impact heeft in vooral gebouwen voor de gezondheidszorg, zijn destijds onder druk van de markt de vereisten met betrekking tot rookwerendheid aangepast. Hiermee werd voorkomen dat veelvuldig automatisch gestuurde brandkleppen moesten worden toegepast.
In het nieuwe BBL zijn de auteurs van het Bouwbesluit van plan de eisen voor warme en koude rook wel voor te schrijven met de nodige gevolgen. De grote vraag is natuurlijk of de nieuwe regels ervoor gaan zorgen dat de ‘rookcompartimenten’ (eigenlijk natuurlijk subbrandcompartimenten genoemd in het Bouwbesluit 2012) straks ook echt rookwerend zijn?
Beter?
Een ding is in ieder geval zeker: het wordt allemaal een stuk complexer. Er moeten straks meer prestaties worden aangetoond om te bewijzen dat voldaan wordt aan de rookwerendheidseisen. Immers is het principe van koude (Sa) en warme (Sm) uitgewerkt. Dit betekent ook dat de hiervoor getroffen maatregelen onderhouden moeten worden, zodat ook op langere termijn het gebouw voldoet. Als de eisen en maatregelen duidelijk en eenduidig zijn, is dit te leren en zal het na enige gewenning goed gaan. Nu is echter nog een beetje lastig om te bepalen wat de maatregelen zijn. De eisen en de te treffen maatregelen kunnen namelijk per situatie verschillen. In de nieuwe normen is bijvoorbeeld vastgelegd dat een warme rookscheiding ook gecreëerd kan worden door twee koude scheidingen achter elkaar. De eenvoudige vuistregel is dus ‘2 x koud = warm’. Nu is niet vastgelegd hoe groot de afstand moet zijn tussen de twee koude scheidingen om aan deze eis te voldoen. De gedachte achter de regel is dat als de eerste scheiding in ieder geval koude rook tegenhoudt, er ook een beperkte hoeveelheid warme rook doorheen gaat. Door vermenging kan deze verder afkoelen achter de eerste scheiding, zodat bij de tweede een koude rookscheiding volstaat.
Afstand
Als de afstand te klein is, kunnen we ons natuurlijk voorstellen dat de warme rook niet ver genoeg kan afkoelen, of de hele tussenruimte vult waardoor de tweede scheiding toch wordt blootgesteld aan warme rook. Een probleem kan ontstaan, omdat er geen minimale afstand is vastgelegd. Dit betekent dat er straks onherroepelijk discussie kan ontstaan wanneer iets voldoet. Erger nog, er bestaat het risico dat bij ieder project de interpretatie anders kan zijn. Misschien is het evident dat twee constructies op 30 cm van elkaar niet voldoen aan de gedachte achter de regel, maar of een sluisconstructie van 2 m, of zelfs een gang van 10 m dan wel voldoet, is onduidelijk? Of is het alleen toepasbaar in een groot vertrek zoals een atrium? De eisen laten het in het midden, dus het moet in de praktijk worden opgelost, met wellicht veel willekeur en onduidelijkheid voor de eigenaar of ontwikkelaar.
Zorg
Het ontstaan van willekeur is nu precies waar ik me zorgen over maak. In het ontwerpproces voor nieuwbouw en renovatie zitten er specialisten aan tafel die de regels kunnen interpreteren en tot een goed ontwerp kunnen komen. Maar tijdens de beheerfase zal het moeilijk zijn hier grip op te houden. Waarom de ene rookwerende scheiding is uitgevoerd met kierdichting en opschuimende strips en de andere niet maakt het onduidelijk. Natuurlijk is een goed beheer van tekeningen en documenten een oplossing. Hoe goed de normen ook zijn die hiervoor zijn opgesteld, het gaat toch heel vaak fout. Hoe vaak komen we situaties tegen waar brandwerende doorvoeren in willekeurige wanden zijn aangebracht, of brandscheidingen niet zijn aangeheeld of wordt brandwerend glas vervangen voor gewoon glas? Laat staan dat het op dit detail goed gaat.
Nu heb ik heus wel vertrouwen in de bouwwereld en ik verwacht dat er een goede draai aan wordt gegeven. Misschien is dit ook een onderwerp waar de meerwaarde van het gebruik van een Bouw Informatie Model (BIM) juist extra zichtbaar wordt. Ik hoop dat het goed gaat en de praktijk zal het leren. Als er meer regels bij komen die leiden tot onduidelijkheid ligt schijnveiligheid op de loer.
Schade
We zullen moeten afwachten hoe de regels zich ontwikkelen en of het beschreven principe wordt overgenomen. Gezien de ontwikkelingen van de laatste jaren met een toenemende focus op rookwerendheid verwacht ik dat er nu het een en ander echt gaat veranderen. Dit betekent dat de kosten gaan stijgen voor ziekenhuizen en andere zorg-, woon- en slaapgebouwen.
Belangrijk is daarbij wel dat we ons er bewust van zijn dat het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van een brand in deze gebouwen gelukkig erg beperkt is gebleken. Vrijwel alle slachtoffers zijn te betreuren bij brand in hun eigen woning. Dit is juist een plaats waar deze nieuwe eisen vermoedelijk niet of nauwelijks effect hebben. Je kunt je daarom afvragen of deze kostenverhoging ook leidt tot het uiteindelijke doel om het aantal slachtoffers te verminderen.
De kans dat iemand geconfronteerd wordt met rook tijdens een ontruiming of een brandweerinzet wordt vermoedelijk wel kleiner. Misschien voorkomen we hiermee geen dodelijke slachtoffers, maar we verminderen mogelijk wel schade door het inademen van rook.
Ik ben van mening dat we altijd heel goed moeten kijken waar we extra maatregelen gaan treffen en waar misschien een vermindering van eisen passend is. Als maatschappij kunnen we immers ook slechts één keer ons geld uitgeven. Doe het dan wel verstandig.
Daan Janssen is Fire Safety Consultant & Teamleader Buildings bij Royal Haskoning DHV