Waarom zijn inspecties nodig als alle brandveiligheidsinstallaties in het gebouw op orde zijn? Deze vraag wordt regelmatig gesteld door eigenaren, gebruikers en beheerders van gebouwen. Toch heeft een inspectie wel degelijk meerwaarde. Onder andere omdat de installatie in samenhang met zijn omgeving wordt bekeken.
Als een brandveiligheidsinstallatie is aangelegd door een niet-erkend installateur of wordt onderhouden door een niet-erkend onderhoudsbedrijf, is niet altijd duidelijk of de installatie werkt. Er worden immers geen certificaten afgegeven. Een inspectie door een onafhankelijke inspectie-instelling geeft dan een goed beeld van de werking van de brandbeveiligingsinstallatie.
Door John Busch
Vragen
Maar wat nu als de installatie is aangelegd door een erkend installateur en als bewijs daarvan er een installatiecertificaat is afgegeven? Of als het jaarlijkse onderhoud van de installatie uitgevoerd wordt door een erkend bedrijf en als bewijs daarvan een onderhoudscertificaat wordt afgegeven? Waarom dan toch nog een inspectie en een bijbehorend inspectiecertificaat? Wat voegt dat nog toe?
“Waarom een inspectie bij een gecertificeerde installatie?
Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden is er enige kennis nodig van brand en brandscenario’s. Het ontstaan van brand, de uitbreiding daarvan, het beheersen en het blussen van brand is afhankelijk van de situatie, de opslag in het gebouw, het gebruik van het gebouw, het aantal aanwezige mensen en of zij wel of niet zelfredzaam zijn etc. En daar zit hem nu de kneep.
Voorbeeld
Een groot distributiecentrum waar geen opslag plaatsvindt, kan een goed functionerende sprinklerinstallatie hebben. Het risico op brand is sowieso klein. Er is immers nog niets opgeslagen. Maar wat nu als datzelfde distributiecentrum gevuld is met verschillende soorten goederen? Dezelfde installatie voldoet nog steeds aan de norm en is nog steeds goed onderhouden, maar of de installatie ook dan in staat is een brand te blussen, is de vraag.
Brandcompartimentering van ruimtes is van belang om een brand te kunnen beheersen en veilig vluchten mogelijk te maken. Gedurende het gebruik van het gebouw kunnen de nodige wijzigingen gewenst zijn. Denk aan transportbanden die van de ene ruimte naar de andere ruimte lopen, de aanleg van kabelgoten of andere zaken waarbij een doorvoer of doorgang door de brandwerende scheiding noodzakelijk is. Ook hier voldoet de installatie nog steeds aan de norm, ook als deze nog steeds goed wordt onderhouden, maar de wijzigingen in de brandscheidingen kunnen van grote invloed zijn op de uitbreiding van een brand met alle gevolgen van dien.
Opslag elders
Bij het uitvoeren van werkzaamheden die tot de core-business van een bedrijf horen, is brandveiligheid vaak geen punt van aandacht. Een bedrijf kan een prima installatie hebben en zelfs een aparte ruimte met een bijpassende brandbeveiligingsinstallatie voor de opslag van bijvoorbeeld brandbare vloeistoffen.
Maar door tijdgebrek of ruimtegebrek worden geleverde goederen tijdelijk op een andere locatie in het bedrijf opgeslagen. Een begrijpelijk besluit, maar met mogelijk grote gevolgen in geval van brand. Ook hier kan de installatie nog steeds aan alle normen voldoen, maar bij brand zal de installatie niet kunnen doen wat ervan verwacht wordt.
Alle aspecten bekijken
Inspectie-instellingen hanteren de door Het CCV beheerde inspectieschema’s. Hierin staat precies omschreven wat de inspectiepunten zijn. De brandbeveiligingsinstallatie wordt dan in samenhang met de bouwkundige voorzieningen en organisatorische maatregelen beoordeeld. Zo ontstaat dan een totaalbeeld van de werking van de brandbeveiligingsinstallatie. De inspectie wordt afgesloten met een helder inspectierapport waarin de bevindingen van de inspectie staan beschreven. In sommige gevallen is het nodig eerst zaken te verhelpen voordat een inspectiecertificaat kan worden verstrekt.
Samenhang
De praktijk leert dat veel zaken op orde zijn. Er worden goede installaties aangelegd en ook het onderhoud wordt veelal goed uitgevoerd. Maar juist door de bouwkundige, organisatorische en installatietechnische zaken in zijn samenhang te beoordelen, wordt goed duidelijk of de installatie in geval van brand ook daadwerkelijk doet wat ervan verwacht wordt.
“Doet de installatie bij brand wel wat ervan verwacht wordt?
Om deze beoordelingen en inspecties onpartijdig en onafhankelijk te kunnen uitvoeren, dienen inspectie-instellingen type-A geaccrediteerd te zijn conform de NEN-EN ISO/IEC 17020. Met behulp van deze accreditatie tonen inspectie-instellingen aan dat zij aan alle eisen voldoen. Op de site van de RvA is per geaccrediteerde inspectie-instelling de geldigheid en scope terug te vinden.
Conclusie
Inspecties uitgevoerd door geaccrediteerde inspectie-instellingen hebben gezien de reikwijdte van de inspectie wel degelijk meerwaarde. Er wordt verder gekeken dan alleen de installatie zelf. Het inspectierapport en het eventuele certificaat geeft een goed beeld van de werking van de brandbeveiligingsinstallatie in samenhang met de bouwkundige en organisatorische maatregelen in geval van brand. Dat maakt het vak van inspecteren interessant en geeft het een meerwaarde voor het brandveiliger maken van Nederland.
Dit artikel is geschreven door ing. John Busch die als kwaliteitsmanager betrokken is bij Normec Fire Safety & Security (Normec FSS)
Lees ook:
– Let op…, de inspecteur komt eraan!
– Brand Veiligheid Inspecties BVI B.V. overgenomen door Normec Group