Voor een bestaande galerijflat, bestaande uit twee stuks in een L-vorm geschakelde blokken aan de Bezembinder te Alphen aan den Rijn, is geconstateerd dat deze niet aan de eisen voor brandveiligheid voldeed. De galerijen van de blokken zijn namelijk dichtgezet met een vliesgevel. Hierdoor dient elke galerij als besloten ruimte te worden beschouwd en dient deze derhalve als extra beschermde vluchtroute te worden uitgevoerd. Er is echter sprake van onvoldoende brandwerendheid tussen de galerijen en de aangrenzende woningen, waardoor de galerij niet aan het gestelde voldoet.
Woonforte te Alphen aan den Rijn, de eigenaar van de galerijflat, heeft daarom onderzoek laten verrichten naar de mogelijke oplossingen voor dit probleem. Daarbij zijn de volgende oplossingsrichtingen geopperd:
- gevels tussen woningen en galerij brandwerend uitvoeren;
- het grotendeels of in het geheel verwijderen van de vliesgevel met balustrade en hiervoor in de plaats te voorzien in (voldoende open) hekwerken;
- de galerij voorzien van voldoende openingen, zodat deze als niet-besloten kan worden beschouwd.
Optie 1
Voor optie 1 geldt dat de investering welke behoort bij deze oplossing onacceptabel hoog is, alsmede de overlast voor de bewoners tijdens het opwaarderen van de betreffende gevels. Voorts is er sprake van een behoorlijke uitdaging om de spuivoorziening van de slaapkamer die grenst aan de galerij te handhaven indien de gevel brandwerend is uitgevoerd. Dit geldt ook voor de toe- en afvoer van de warmteterugwinunit van het ventilatiesysteem.
Optie 2
Voor de tweede optie geldt dat alle voordelen van de aanwezigheid van de vliesgevel vervallen. Denk hierbij aan comfort op de galerijen (afgeschermd van de buitensituatie), maar ook aan bescherming van de binnengevels (gevel tussen woning en galerij) tegen weersinvloeden zoals regen en extreme koude.
Het grotendeels of geheel verwijderen van de vliesgevels heeft hiermee dus ook direct invloed op het onderhoud van de betreffende binnengevels, de galerij en het energieverbruik van de woning.
Optie 3
Hiermee kwam ook de tweede optie te vervallen en heeft Woonforte gekozen voor optie 3. Aan deze optie kan invulling worden gegeven door te kiezen voor vaste openingen, het voorzien van openingen met vaste lamellen teneinde regenwering en enige afscherming tegen de buitencondities te bewerkstelligen, of het voorzien van bedienbare lamellen zodat de galerijen in het geheel van de buitencondities kunnen worden afgesloten.
Indien gekozen wordt voor bedienbare lamellen, dient ook voorzien te worden in een brandmeldinstallatie. Immers, de lamellen dienen bij een brand te worden geopend. Daarbij wordt deze oplossing beschouwd als een Rook- en Warmte Afvoerinstallatie (RWA), welke bij of krachtens de wet aanwezig is én overeenkomstig artikel 6.32 uit het Bouwbesluit 2012 voorzien moet zijn van een geldig CCV-inspectiecertificaat (geldt ook voor de brandmeldinstallatie). Hierbij kan opgemerkt worden dat het branddetectiesysteem in deze situatie uitsluitend bedoeld is voor de aansturing van het RWA-systeem en deze daarom mag worden uitgevoerd conform NEN2535 bijlage C. Het beheer en onderhoud moet op ‘adequate’ wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld conform NEN 2654-3.
Permanent open jaloezieventilatie-eenheden
Woonforte heeft uiteindelijk gekozen de vliesgevel te handhaven en te voorzien in permanent open jaloezieventilatie-eenheden, waarvan de lamellen zijn uitgevoerd in glas teneinde de daglichtvoorziening en het open karakter van de galerij te handhaven. De toe te passen aantallen eenheden zijn vervolgens afgeleid van de beschikbare maatvoering (ruit eruit, glasjaloezieventilatie-eenheid ervoor in de plaats) en het vereiste oppervlakte op basis van de eis uit het Bouwbesluit.
Het Bouwbesluit stelt dat bij voldoende afvoercapaciteit van warmte en rook en de toevoer van verse lucht de ruimte tijdens brand gedurende langere tijd kan worden gebruikt om te vluchten en voor het uitvoeren van reddings- en bluswerkzaamheden. In de toelichting van artikel 2.107 worden drie opties gegeven waarmee te bepalen is of een ruimte over voldoende ventilatie beschikt om als niet-besloten te worden beschouwd. In de betreffende situatie is gebruik gemaakt van:
Bij de (traditionele) galerijen met een vlak plafond, niet-afsluitbare openingen in de langsgevel en een galerijdiepte van ten hoogste 1,8 m, kan met behulp van onderdeel 5.3 van NEN 1087 de benodigde capaciteit van de toevoer van verse lucht en de afvoer van rook worden bepaald. Deze capaciteit moet om als niet besloten ruimte te kunnen worden aangemerkt, ten minste 100 dm³/s per m³ netto inhoud van die ruimte zijn, terwijl er langs het plafond van de galerij geen uitstekende randen of andere belemmering aanwezig mogen zijn. Onder galerijdiepte wordt hier verstaan de grootste afstand tussen de opening(en) in de langsgevel en de achterliggende scheidingswand, gemeten loodrecht langs de langsgevel.
De galerijen van het object Bezembinder voldoen aan deze voorwaarden en daarom is het ontwerp/bepaling van de ventilatie-oppervlakte op de genoemde methodiek gebaseerd.
CFD-simulaties
Specifiek voor dit project zijn daarom glasjaloezieventilatie-eenheden ontwikkeld, waarvan het aantal lamellen, de diepte van de lamel en de hellingshoek van de lamel zo optimaal mogelijk zijn en zoveel mogelijk regenwerend zijn. Voor deze optimalisatie is gebruikgemaakt van Computational Fluid Dynamics-simulaties, kortweg CFD. Deze simulatie is niet alleen gebruikt voor de optimalisatie van de ventilatie-eenheid, maar ook voor bepaling van de zeta-waarde (weerstandswaarde van de opening). NEN 1087 stelt immers dat wanneer de zeta-waarde van de opening kleiner is dan 1,7 de geometrische oppervlakte (bruto) van de opening mag worden voorzien. Weerstanden bestaan bijvoorbeeld door insnoering aan de randen. Elke opening heeft dus een eigen weerstandswaarde. Ter indicatie, een deuropening van 1 x 2 m heeft een zeta-waarde van ca. 1,56. Uit de CFD-simulatie bleek uiteindelijk dat de zeta-waarde van de glasjaloezieventilatie-eenheid hoger was dan 1,7, hetgeen uiteraard niet verrassend te noemen is bij de wetenschap dat de waarde voor een deur al 1,56 betreft. We zijn derhalve gaan rekenen met de door de CFD-simulatie verkregen zeta-waarde van het beoogde element en hebben invulling gegeven aan de eis uit het Bouwbesluit middels de aerodynamische doorlaat (netto) van het element.
Op basis van de CFD resultaten zijn uiteindelijk twee gelijke mock-up elementen vervaardigd. Beide zijn op hoogte in de beide gevels/oriëntaties geplaatst teneinde ook op basis van ervaring vast te stellen of de geboden oplossing toereikend is met betrekking tot regenwering en resterend comfort op de galerijen.
Met de keuze voor het type en dikte van het glas van de lamel is ook nadrukkelijk gekeken naar de windlasten op de betreffende gevels en mogelijk letsel mocht er onverhoopt toch iets misgaan. Gekozen is daarom voor gelaagd glas, zodat de ruit bij breuk in de lamelhouders blijft en is gekozen voor een glasdikte van 12 mm. De randen zijn voorts mat geslepen, zodat men zich niet kan snijden aan de lamel. De glasruiten zijn gevat in lamelhouders welke voorzien zijn van rubbers en kunnen vanaf de galerij in de lamelhouder worden geschoven. Mocht er ooit onverhoopt een glasruit beschadigen, dan kan deze eenvoudig vanaf de galerij worden uitgewisseld.
Beide vliesgevels zijn voorzien van totaal 108 stuks glasjaloezieventilatie-eenheden
Bewoners positief
Inmiddels zijn de beide vliesgevels voorzien van totaal 108 stuks glasjaloezieventilatie-eenheden en is voor elke galerij sprake van voldoende ventilatie-oppervlakte om de veiligheid bij een brand te waarborgen. Voorts laten bewoners zich positief uit over het klimaat op de galerijen, de regenwering en vooral het gebrek aan galm.
Stan Veldpaus, projectadviseur rookbeheersingssystemen Colt International
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.