Een brandmeldinstallatie heeft tot doel om gevaren voor personen en schade aan gebouwen en goederen bij brand tot een minimum te beperken. Een brandmeldcentrale (kortweg BMC) is een paneel waar signalen van brandmeldcomponenten, zoals een rookmelder, bij
Wie bepaalt nu precies wanneer een brandmeldcentrale vereist is?
Er zijn meestal twee eisende partijen een brandweer en een verzekeraar. De brandweer zet zich in voor de veilige ontvluchting van de mensen en de verzekeraar zet zich in voor het behoud van het gebouw en inventaris.
De brandweer bepaalt niet zelf wanneer en welke brandmeldcentrale er geplaatst moet worden. In de gemeentelijk bouwverordening staat wanneer en welk type brandmeldcentrale er geplaatst moet worden.
O.M.S. (Automatisch Meld Systeem)
De brandmeldinstallatie kan ook vaste lijnverbinding hebben met de brandweer. Bij een brandmelding wordt dan automatisch de alarmcentrale gealarmeerd, waarna de centralist de brandweer waarschuwt. De brandweer kan dan meestal binnen 8 minuten na een brandmelding ter plaatse zijn.
Brandmeldinstallaties moeten altijd voldoen aan NEN 2535. Deze norm geeft systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen. Ook brandmeldsystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van draadloze transmissie in plaats van koper als transmissieweg moet aan deze norm voldoen.
NEN 2535 verwijst wat betreft de gebruikte componenten zoals bijvoorbeeld automatische rookmelders, handbrandmelders en brandmeldcentrale naar Europese normen uit de EN 54 reeks.
Naast NEN 2535 is er een aparte norm voor onderhoud van brandmeldinstallaties NEN 2654-1.
Voor sommige transmissiewegen wordt functiebehoud geëist. NPR 2576 geeft richtlijnen hoe men aan de eis functiebehoud kan voldoen.
Voor een betrouwbare brandmeldinstallatie is goed onderhoud en beheer van groot belang. Hoe het beheer van de brandmeldinstallatie moet worden uitgevoerd, is vastgelegd in de norm NEN 2654 deel 1.
Controle en onderhoud aan een brandmeldcentrale
Periodieke controle en onderhoud omvatten alle maatregelen die vereist zijn om de brandmeldinstallatie in paraatheid te houden. De norm NEN 2654 deel 1 geeft aan wanneer en welke controles moeten worden uitgevoerd.
Maandelijks moeten de volgende controles worden uitgevoerd:
> Visuele controle
Een visuele controle van de brandmeldcentrale en de eventueel aanwezige nevenpanelen en/of brandweerpanelen.
> Het controleren van de doormeldfunctie voor brandmeldingen
Maandelijks moet worden gecontroleerd of een brandmelding ook daadwerkelijk op de brandweerpost (Regionale Alarm Centrale) wordt ontvangen. Het is noodzakelijk dat, voordat u deze controle uitvoert, de brandweerpost hierover wordt geïnformeerd.
> Het controleren van de doormeldfunctie voor storingsmeldingen
Storingsmeldingen van de brandmeldinstallatie moeten naar een 24 uur bezette post worden doorgemeld. In de regel worden storingen doorgemeld naar een particuliere alarmcentrale (PAC). Ook zijn er verschillende brandweerposten (RAC) die ook de storingsmeldingen van de brandmeldinstallatie
accepteren. Het is noodzakelijk dat, voordat u een controle van een storingsmelding uitvoert, u dit vooraf aan de betreffende PAC of RAC meldt.
Een controle kan worden uitgevoerd door met behulp van testgas een automatische rookmelder te activeren of door het breekglaasje van een handbrandmelder in te drukken. Voor bepaalde typen handbrandmelders zijn testsleutels leverbaar waarmee op eenvoudige wijze de handbrandmelder in alarm kan worden gebracht, zonder dat het glaasje breekt.
GMS-systeem
Steeds vaker wordt een brandmeldcentrale aangesloten op het GMS-systeem van de regionale brandweer waardoor bij een alarm niet alleen de in het pand aanwezige personen gewaarschuwd worden, maar ook de brandweer gealarmeerd wordt.
Het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (oftewel GMS) is een softwarepakket gemaakt in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en is ontwikkeld om te werken met het nieuwe communicatiesysteem C2000.
Dit softwarepakket zorgt voor een naadloze samenwerking tussen de meldkamers van de diverse hulpverleningsinstanties, én de communicatie op straat. Een melding van een burger kan middels GMS snel afgehandeld worden. De software kan zelf een inzetvoorstel doen op basis van locatie, mankracht en aanrijtijd.
[Bron: Vebon, Wikipedia]