VHS, de branchevereniging voor fabrikanten en leveranciers van hang- en sluitwerk, vindt dat er nog een wereld te winnen is als het gaat om brand- en rookwerende ramen en deuren die zorgen voor veilige vluchtroutes. Er liggen kansen om brandveiligheid niet als product maar als dienst te leveren, zegt VHS-directeur Arjen Koole.
De tijd dat brandveiligheid en veilig vluchten onderbelichte thema’s waren bij de productie van hang- en sluitwerk is al lang voorbij. De fabrikanten zijn actief betrokken bij de NEN-normcommissie “Brandveiligheidsaspecten bouwproducten en bouwdelen“. Bovendien staan de ontwikkelingen op het gebied van brand- en rookwerendheid steeds hoger op de agenda van de sector, zegt Arjen Koole, directeur van de branchevereniging voor de fabrikanten van hang- en sluitwerk (VHS).
Toegangsdeuren zelfsluitend
“De ontwikkelingen in wet- en regelgeving brengen nieuwe eisen in brand- en rookwerendheid mee, die van invloed zijn op producten die we als specialisten in hang- en sluitwerk aanbieden”, vertelt Koole. Met ingang van 1 januari 2020 is bijvoorbeeld in het Bouwbesluit opgenomen dat toegangsdeuren van nieuwbouwwoningen in woongebouwen met inpandige gangen zelfsluitend moeten zijn. “Deurdrangers zijn in onze visie echt noodzakelijk voor veilige vluchtroutes in dit soort appartementencomplexen. Als bewoners na een brand(melding) vluchten dan blijft de deur meestal open en komt de gang dus al snel vol te staan met rook. En we weten allemaal hoe schadelijk rook is.”
De ontwikkelingen in wet- en regelgeving brengen nieuwe eisen in brand- en rookwerendheid mee, die van invloed zijn op producten die we als specialisten in hang- en sluitwerk aanbieden
Minimumeisen als standaard
VHS pleit er al een aantal jaren voor dat er bij hang- en sluitwerk verder wordt gekeken dan de wettelijke eisen voor brandveiligheid. “De wettelijke vereisten geven een minimumniveau aan, maar worden in de bouwpraktijk vaak als standaard gehanteerd. Dat kan onveilige situaties opleveren, met name als het gaat om veilige vluchtroutes. Een nooddeur wordt bijvoorbeeld voorzien van een standaard deurkruk met een knopcilinder. Maar dan moeten bewoners bij een calamiteit wel de tegenwoordigheid van geest hebben om de knopcilinder voldoende te draaien om vervolgens de deurklink te gebruiken om de deur te openen. Naar onze mening is dat onverantwoord.”
Producten met CE-markering
Koole benadrukt dat er voldoende effectieve hang- en sluitwerkoplossingen op de markt zijn, die zelfs onder de Bouwproductenrichtlijn vallen en CE-markering hebben. Zo zijn er zogenoemde vrijloop deurdrangers die zijn gekoppeld aan rookmelders. Daarnaast kunnen nooddeuren worden voorzien van een paniekbalk, een ontsluitingsmechanisme dat wordt bediend met een stang die over de volle deurbreedte op de deur is aangebracht. Door op de stang te duwen gaat de vergrendeling meteen open.
Aandacht rookwerendheid
Koole vindt het terecht dat er steeds meer aandacht is voor de rookwerendheid van ramen, deuren en afdichtingen van brandcompartimenten. “Tot nu toe zijn producten vooral getest op brandwerendheid. Nieuwe wet- en regelgeving zorgt ervoor dat er een helder onderscheid ontstaat tussen testen op rookwerendheid en brandwerendheid.”
Wet Kwaliteitsborging als kans
VHS is positief over de komst van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Als gevolg van de wet zullen bouwers vanaf 1 januari 2021 met een opleverdossier moeten aantonen dat ze bouwen volgens de regels van het Bouwbesluit. In plaats van gemeenten zullen straks zogenoemde private kwaliteitsborgers de bouwplannen toetsen en toezicht houden op de regelnaleving tijdens de bouw.
Minder fouten in bouwfase
“De wettelijke eisen aan brandveiligheid blijven helaas hetzelfde”, reageert Koole. “Dat past in het dereguleringsbeleid van de overheid. Maar we verwachten wel dat door het nieuwe stelsel in de bouwfase minder fouten worden gemaakt. De Wet Kwaliteitsborging biedt wat dat betreft mooie kansen om te zorgen dat nieuwbouw in ieder geval bij oplevering voldoet aan de wettelijk minimumeisen.”
Tot nu toe zijn producten vooral getest op brandwerendheid. Nieuwe wet- en regelgeving zorgt ervoor dat er een helder onderscheid ontstaat tussen testen op rookwerendheid en brandwerendheid
Brandveiligheid in gebruiksfase
Een punt van zorg is het toezicht in de gebruiksfase van gebouwen, zegt Koole. “We merken dat periodieke controles in de gebruiksfase veelal ontbreken: er wordt nauwelijks op toegezien dat de brandveiligheid op orde blijft. Met alle gevolgen van dien voor brandveiligheid en veilige vluchtroutes. Er is bijvoorbeeld onvoldoende toezicht op het functioneren van brandwerende deuren. De deuren staan in sommige gebouwen permanent open en kunnen bij een calamiteit niet automatisch dicht omdat gebruikers er iets tussen hebben gezet.”
Van producten naar diensten
Het is op dit moment gebruikelijk dat het brandveiligheidsniveau wordt vastgesteld op het moment van oplevering van een woning, appartementengebouw of ander complex. VHS ziet een toekomst waarin brandveiligheid niet wordt vertaald naar afzonderlijke producten, maar naar een doorlopende service.
Periodieke controles
Koole: “Meerjarig onderhoud wordt idealiter een standaard onderdeel van de productlevering. Producenten leveren dan niet alleen een product voor een gebouw, maar ontzorgen de gebruikers ook met onderhoud en periodieke controles. Op die manier blijven de brand- en rookwerende eigenschappen van producten behouden en functioneren alle maatregelen gedurende de gehele levenscyclus van het gebouw correct – en dan ontstaat pas echt een brandveilig gebouw.”
Hoger niveau brandveiligheid
Samenwerking is essentieel om een dergelijke aanpak van de grond te krijgen, zegt Koole. “Aan de ene kant gaat het om samenwerking tussen leveranciers van ramen, deuren, hang- en sluitwerk en afdichtingen, zodat alle afzonderlijke elementen op een goed niveau functioneren. Aan de andere kant moeten verschillende partijen in de bouwpraktijk nauw samenwerken om meerjarenafspraken over onderhoud al in aanbestedingen en offertes mee te nemen.
VHS werkt al nauw samen met andere brancheverenigingen die de meerwaarde zien van een productaanbod waarin onderhoud is opgenomen. In de toekomst verwachten we dat er nóg meer animo komt om samen op te trekken om een hoger niveau van brandveiligheid in de Nederlandse bouwwereld te realiseren.”