De komende tijd worden diverse inhoudelijke wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 en de opvolger, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), doorgevoerd. In Staatsblad 2021-211 is aangekondigd dat de Bouwbesluitwijzigingen op 1 juli 2021 in werking treden.
Per 1 juli 2021 worden de volgende wijzigingen doorgevoerd in het Bouwbesluit 2012:
Eisen aan de weerstand tegen rookdoorgang
- Rond (beschermde) subbrandcompartimenten worden eisen gesteld aan de weerstand tegen rookdoorgang (WRD) (artikelen 2.94a en 2.94b (nieuwbouw) en artikel 2.95 (verbouw)). Het gaat om de volgens NEN 6075 te bepalen Europese rookklassen Ra (voor koude rook) en R200 (voor warme rook). De WRD-eisen rond (beschermde) subbrandcompartimenten worden als volgt:
Van | Naar | Eis |
subbrandcompartiment | ander subbrandcompartiment | Ra |
subbrandcompartiment | besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert | Ra |
subbrandcompartiment | beschermd subbrandcompartiment, gelegen in een ander subbrandcompartiment | R200 |
subbrandcompartiment | besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert en naar een liftschacht van een brandweerlift | R200 |
beschermd subbrandcompartiment | ander beschermd subbrandcompartiment | R200 |
beschermd subbrandcompartiment in een woonfunctie voor zorg met een GO > 500 m², een celfunctie en een gezondheidszorgfunctie met bedgebied | subbrandcompartiment | R200 |
beschermd subbrandcompartiment in een reguliere woonfunctie, een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied en een logiesfunctie | subbrandcompartiment | Ra |
beschermd subbrandcompartiment | besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert | R200 |
- Rond vluchtroutes worden eisen gesteld aan de weerstand tegen rookdoorgang (WRD) in plaats van aan de WBDBO (artikelen 2.107 en 2.107a). Het gaat om de volgens NEN 6075 te bepalen Europese rookklassen Ra en R200. De WRD-eisen rond vluchtroutes worden als volgt:
Van | Naar | Eis |
besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert | een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert | Ra |
besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert | een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert | R200 |
besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert | een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert | Ra |
besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert | een in de vluchtrichting aansluitend besloten trappenhuis waardoor een extra beschermde vluchtroute voert | R200 |
besloten ruimte met vluchtroute | besloten ruimte met tweede vluchtroute als bedoeld in artikel 2.106, lid 1 | R200 |
Eisen aan woningtoegangsdeuren
- Bij woningtoegangsdeuren die op grond van artikel 6.26 zelfsluitend moeten zijn, wordt het verplicht dat de deur alleen in geval van brand in de woning of in het woongebouw zelfsluitend is, oftewel dat een rookmeldergestuurde vrijloopdranger wordt toegepast (artikel 6.26, lid 5). Hiermee wordt voorkomen dat een bewoner in het dagelijks gebruik hinder ondervindt van de rookmelder en deze onklaar maakt. Bedacht zal moeten worden wat de beste positie is voor de rookmelders, het Bouwbesluit gaat hier geen eisen aan stellen. In de toelichting is hierover het volgende aangegeven: “(…) Er zijn hierbij verschillende mogelijkheden. De vrijloopdranger kan worden geactiveerd door een rookmelder in de woning, door een rookmelder in de gemeenschappelijke verkeersruimten of door een rookmelder die geïntegreerd is in de dranger. Het vijfde lid geeft een functionele omschrijving en het is aan een opdrachtgever of bouwer een keuze te maken voor een specifieke oplossing. (…)” Bij het bepalen van de beste positie van de melders en drangers zal met diverse aspecten rekening moeten worden gehouden, denk onder andere aan de elektrische voeding van de rookmelder, de mogelijkheid van controle, onderhoud en eventueel vervanging en de mogelijkheid van sabotage door bewoners.
- Ook bij verbouw van een woningtoegangsdeur en bij functiewijziging naar een woonfunctie moeten woningtoegangsdeuren in inwendige scheidingsconstructies zelfsluitend en met vrijloopdranger worden uitgevoerd (artikel 6.26, lid 6).
Overige wijzigingen
- Voor portiekflats is verduidelijkt dat alle woningen en nevenfuncties daarvan die bereikbaar zijn vanuit het trappenhuis meegeteld moeten worden bij de beoordeling of aan de grenswaarden wordt voldaan (artikel 2.104, lid 4, nieuwbouw). Het is hierdoor bijvoorbeeld niet meer mogelijk dat een stallingsgarage (nevenfunctie van het woongebouw) rechtstreeks uitkomt in het portiektrappenhuis.
- De eisen ten aanzien van de opvang- en doorstroomcapaciteit uit artikel 2.1 van de Regeling Bouwbesluit 2012 worden opgenomen in het Bouwbesluit 2012 (artikelen 2.108 en 2.108a). Deze eisen worden aangevuld met nieuwe rookdoorgangseisen.