Ook het nieuwe bouwbesluit heeft de afmeting van brandcompartimenten gelimiteerd op in principe 1000m2. In veel gevallen is dit in de industrie een onmogelijke opgave daar immers dit zou leiden tot inefficiënte situaties.
Ook het nieuwe bouwbesluit heeft de afmeting van brandcompartimenten gelimiteerd op in principe 1000m2. In veel gevallen is dit in de industrie een onmogelijke opgave daar immers dit zou leiden tot inefficiënte situaties. Om nog maar niet te spreken van de kosten die gemoeid zijn met brandmuren en branddeuren.
Ook de wetgever heeft dit ingezien en laat het vrij om middels een “gelijkwaardige” oplossing het realiseren van grotere brandcompartimenten toe te staan. De bewijslast van deze “gelijkwaardige” oplossing ligt bij de ontwerper, en wordt door de brandweer “getoetst”. De aloude praktijk van adviserende brandweer, is dus verschoven naar een toetsende brandweer.
HET bewijsmiddel inzake grote brandcompartimenten is het “concept beheersbaarheid van brand”, en het “reken beslis model”. Deze rapportages en modellen zijn opgesteld in opdracht van BiZa, en voorzien in een methode om op basis van de daadwerkelijke vuurbelasting, te bepalen wat de bijbehorende maximale vloer oppervlak mag zijn. Het toelaatbare vloeroppervlak van een brandcompartiment wordt aldus een functie van de vuurbelasting.
Tevens kan met deze methode bepaald worden welke installatie technische voorzieningen getroffen dienen te worden, mocht de vuurbelasting te groot zijn voor het gewenste vloer oppervlak. Zo kan bijvoorbeeld met een sprinkler installatie de vuurbelasting “virtueel” gereduceerd worden met ca. 70%, en een Rook en Warmte Afvoer installatie geeft een reductie van zo’n 50%.
Middels de bepaling van de daadwerkelijke vuurbelasting kan bovendien een gefundeerde uitspraak worden gedaan over de WBDBO van de wanden van het desbetreffende brandcompartiment, of gebouw.
Hoe gebruikt u de vuurbelastingsberekening:
In eerste instantie dient de “permanente” vuurbelasting bepaald te worden. Dit is de vuurbelasting a.g.v. wanden en daken, en eventueel vloeren. Daarna dient de “variabele” vuurbelasting bepaald te worden, welke het gevolg is van de in het gebouw aanwezige opslag materialen en/of aanwezige machines en installaties.
Overigens telt de elektrische bekabeling ook tot de variabele vuurbelasting, een aspect wat vaak over het hoofd wordt gezien. In een beetje industrie gebouw, maar ook in kantoren wordt al snel vele kilometers elektrische bekabeling verwerkt. Er is inmiddels een eenvoudige selectie methode opgesteld waarmee snel en gemakkelijk bepaald kan worden of de bekabeling brandvertragend uitgevoerd moet worden, en zo ja in welke mate.
De aanwezige materialen en machines dienen middels een opstelling welke ook benodigd is voor de “milieu” vergunning “aangetoond” te worden.
Zijn deze gegevens bekent dan kan een daartoe gespecialiseerd adviesbureau middels de bovengenoemde berekeningsmethode aantonen, al dan niet met behulp van een bepaalde installatie technische voorziening, dat het gewenste vloeroppervlak toegestaan kan worden in het kader van “gelijkwaardige oplossingen”.
Bestaande gebouwen:
Alles goed en wel, maar hoe zit het nu bij bestaande gebouwen, immers zolang er niets gewijzigd wordt blijft de ooit afgegeven bouwvergunning van kracht.
Als het goed is, dan is voor het in gebruik nemen van een gebouw, door de brandweer bepaald of een gebruiksvergunning afgegeven mag worden. Is dit het geval, dan heeft de brandweer verklaard dat het desbetreffende pand voldoet aan de wetgeving in het kader van brandveiligheid.
De gebruiksvergunning is dus een tool om het gebruik van een hal of gebouw te kunnen toetsen, en periodiek te controleren, immers wil een gebouw in de loop van de tijd nog al eens van eigenaar of gebruik veranderen.
Commissie Alders heeft echter onomstoten aangetoond dat de gebruiksvergunning in de praktijk niet of nauwelijks gehanteerd, laat staan gecontroleerd werd, met alle gevolgen van dien. Inmiddels wordt derhalve met grote vaart alsnog gecontroleerd op de aanwezigheid van een gebruiksvergunning.
In eerste instantie wordt op basis van risico geïnventariseerd welk objecten het eerst aan bod dienen te komen in een bepaalde gemeente. Zo is veelal de horeca het eerst beoordeeld, maar ook de industrie is een sector die de volle aandacht heeft van de desbetreffende instanties.
Mocht u nog niet in het bezit zijn van een gebruiksvergunning dan kunt u vandaag of morgen een inspectie van de brandweer, of een door de gemeente daartoe speciaal aangestelde of ingehuurde inspecteur verwachten. Mocht u niet aan de gestelde norm voor de brandveiligheid voldoen, dan krijgt u afhankelijk van de situatie een bepaalde periode de tijd om alsnog een voldoende niveau van brandveiligheid te creëren.
Ook hier speelt de bepaling van de vuurbelasting een rol, maar vaak is het “vluchten bij brand” een aspect wat onvoldoende gewaarborgd is, bijvoorbeeld omdat de vluchtweg te lang is. Naast het bepalen van wat de daadwerkelijke aanwezige vluchttijd is, bijvoorbeeld omdat er een behoorlijke rook buffer is,zijn er installatie technische mogelijkheden om deze op een veilige wijze, aanzienlijk te verlengen.
Mocht u dus niet over een gebruikersvergunning beschikken, laat u dan op tijd voorlichten, opdat u in alle vrijheid kunt bepalen wat voor u de beste oplossing is.
Voor aanvullingen of opmerkingen kunt u een e-mail sturen naar info@brandveilig.com