Vanaf januari 2007 is de vernieuwde Arbowet van kracht. De invoering van deze wet roept vragen op bij werkgevers en werknemers.
Vóór de wijziging in de Arbowet leek de BHV heel rechtlijnig te zijn geregeld. Het Arbobesluit kende onder meer ‘maatgevende factoren’, een getalscriterium en een beleidsregel die voorzag in een minimumaantal uren voor opleidingen. Het brandveiligheidsconcept BHV gaf aan wat de bedrijfshulpverlening moest kunnen en dat was de basis voor de leerboeken. De link met de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) ontbrak meestal, zodat de BHV niet altijd even adequaat was voorbereid op een noodsituatie. In de praktijk bepaalde de opleiding wat de BHV inhield, terwijl het andersom zou moeten zijn, geredeneerd vanuit de RI&E.
Wat is een RI&E?
Een RI&E is een methode om gevaren voor de veiligheid en de gezondheid van medewerkers in een organisatie in kaart te brengen. Op basis hiervan kan een plan van aanpak met verbetermaatregelen worden opgesteld. De RI&E is daarmee een hulpmiddel om arbeidsomstandigheden te verbeteren en onveilige situaties te voorkómen.
De vernieuwde Arbowet heeft tot doel om betere arbeidsomstandigheden te bevorderen. Deze moeten leiden tot het behoud van gezond en gemotiveerd personeel. Om draagvlak voor een verantwoord arbobeleid te creëren en/of te vegroten eist de wet dat werkgevers en werknemers hierover samen concrete afspraken maken. Dit dient in elke onderneming te gebeuren. In de praktijk betekent dit dat werkgevers en werknemers over de kennis moeten beschikken om de arbozaken voor de eigen onderneming op maat te maken.
Bedrijfshulpverlening
Op het gebied van BHV heeft de vernieuwde Arbowet direct gevolgen. De nieuwe wet bepaalt immers dat de bedrijfshulpverlening maatwerk wordt. Uw BHV-organisatie wordt ingericht op grond van resultaten van de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E). De indicatie minimaal 1 BHV-er op de 50 aanwezigen is dus niet meer van toepassing.
Werkgevers moeten zorgen voor goede arbeidsomstandigheden (artikel 3 Arbowet) en zijn op grond van dat artikel ook verplicht om te zorgen voor deskundige bijstand op het gebied van BHV (artikel 15 Arbowet).
Medewerkers met BHV opleiding worden geacht:
– eerste hulp bij ongevallen;
– branden te beperken en bestrijden, evenals de gevolgen;
– het in noodsituaties evacueren van werknemers;
– communicatie met hulpverleningsorganisaties;
Er moeten voldoende BHV’ers zijn aangesteld om ervoor te zorgen dat de bedrijfshulpverlening gewaarborgd is bij ploegendienst, bij ziekte en verlof. In kleine bedrijven mag de werkgever zelf de BHV-taken uitvoeren, maar ook hier geldt het regelen van vervanging.
Opleiding van BHV’ers verplicht
Medewerkers met een BHV-taak moeten ook volgens de nieuwe Arbowet worden opgeleid voor deze taak. Werkgevers zijn verplicht het opleidingsniveau van de BHV-ploeg op peil te houden ,zodat BHV-ers in noodsituaties adequaat kunnen optreden.
In NEN 4000 wordt een planmatige aanpak voorgesteld, uitgaande van het commitment van de directie via de RI&E, het plan van aanpak en het bedrijfshulpverleningsplan van de BHV-organisatie. De operationele BHV wordt gemonitord en regelmatig beoordeeld, zonodig aangepast en verbeterd.