Veilige vluchtwegen zijn van levensbelang. Met onafhankelijke vluchtwegen, voldoende capaciteit, korte loopafstanden kunnen mensen in de meeste gevallen veilig vluchten. Nog veel te vaak zien we dat het toch fout gaat. Bij inspecties zien we regelmatig dat vluchtwegen geblokkeerd of afgesloten zijn. Het risico op slachtoffers bij incidenten is dan groter. Hoe kunnen we dat veranderen?
Door Daan Jansen en Mirre Veerman
Wanneer zijn vluchtwegen niet veilig?
Van een gebouw dat voldoet aan het Bouwbesluit 2012 mag je verwachten dat je veilig kunt vluchten. Toch is dat niet altijd zo. In bepaalde omstandigheden zie je dat de vluchtwegen niet veilig genoeg zijn.
In deze specifieke situaties is een vluchtweg niet veilig:
- Mensen die niet bekend zijn in het gebouw
Als mensen onbekend zijn in een gebouw is de voor hen bekende route zoals ze zijn binnengekomen. Een overbelasting op de hoofdentree kan ertoe leiden dat er opstoppingen ontstaan die te lang duren. Dit leidt vaak tot paniek en verdrukking. - Gezinnen, groepen, klassen
Als mensen in groepen een gebouw betreden, zullen ze ook bij het vluchten als groep bij elkaar willen blijven. Gezinnen, vriendengroepen en klassen hebben de neiging zo dicht mogelijk bij elkaar te blijven. Dit kan leiden tot grotere belasting op een bepaalde uitgang en dringen bij die uitgang waardoor het ontruimingsproces wordt verstoord. - Vaste inrichting
Bij het ontwerpen van gebouwen volgens het Bouwbesluit houdt men maar beperkt rekening met de aanwezige (vaste) inrichting. Als er vast opgestelde stoelen staan kan dit voor vertraging zorgen bij ontruiming. - Minder validen
Mensen met een beperking kunnen nooit zo snel vluchten als vaak wordt gedacht. En daarnaast maken ze vaak gebruik van hulpmiddelen waardoor ze meer ruimte nodig hebben. Daar wordt in het Bouwbesluit geen rekening mee gehouden.
Jim Maes zegt
een duidelijke vluchtwegsignalering kan veel van deze onveilige situaties oplossen