In het verleden zijn er al verschillende branden geweest in seniorencomplexen. Iedere keer komt dezelfde vraag naar boven: Hoe kunnen we de brandveiligheid in seniorencomplexen verbeteren? Joris Sauve, werkzaam bij LBP Sight, schetst een beeld van het probleem en een oplossing.
Zelfredzaamheid is niet eenduidig uit te leggen, mensen zijn daarin gelijk en uniek. Ook is zelfredzaamheid mede afhankelijk van mens-, gebouw en brandfactoren, het herziene Analysemodel van Kobes (2010) geeft daarvan een goed overzicht.
Vluchten via de bekende route
Wat wel overeenkomt bij zelfredzaamheid, is dat men vaak het laatste doet waar theoretisch het eerste vanuit wordt gegaan, namelijk vluchten! En als het al gebeurt, doet men dat via de bekende route, in plaats van gebruik te maken van de vluchtwegen.
Het feit dat de theoretische benadering zo van de praktijk verschilt komt doordat de testen waarop het bouwbesluit gebaseerd is vaak gedateerd zijn en studenten en militairen als doelgroep kennen. Dit geeft een onrealistisch beeld van de zelfredzaamheid van mensen, terwijl deze zelfredzaamheid per persoon en per situatie kan verschillen.
Senioren, een mens apart
Toch kun je over het algemeen zeggen dat senioren ca. 3 keer meer kans lopen te overlijden tijdens of ten gevolgen van een brand ten opzichte van andere doelgroepen. Dit is het gevolg van:
- Achteruitgang van lichamelijke conditie
- Zintuiglijke waarneming
- Waakzaamheid en alertheid als gevolg van (beginnende) dementie
De verwondingen die senioren oplopen zijn ook moeilijker te behandelen vanwege de verouderde huid. Daarnaast wonen senioren ook vaker alleen wat hen extra kwetsbaar maakt.
Senioren, een groeiend risico!
De huidige bevolkingsprognoses laten zien dat de groep senioren (65 plussers) tot tenminste 2030 toeneemt. Linssen J.P.A (2011) benadrukt dat als het huidige kabinetsbeleid ongewijzigd blijft, er 20% meer doden bij woningbranden te verwachten zijn. Boersma, van Erp, Arnout, & Waelen (2017) spreken zelfs over een toename van 60% en onder zelfstandige wonende senioren, wordt zelfs gesproken over een toename van 80%!
Zelfredzaamheid boven leeftijd
Senioren zijn tegenwoordig gemiddeld langer mentaal en fysiek fit Feddema (2016). Daarnaast zijn ook de voorzieningen en de sociale omgeving voor senioren veranderd. Om deze rede is de mate van zelfredzaamheid maatgevend ten opzichte van de leeftijd van Zoonen & Hagen (2015).
Het is belangrijk bij de beoordeling van brandveiligheid voor seniorencomplexen de senioren centraal te stellen, door de mate van zingeving en hun betekenis van het leven te achterhalen en te vergroten. De individuele behoeften beïnvloeden mede de motivatie die van belang is bij het behouden en bevorderen van zelfredzaamheid. (NOH lijn1 striom, 2011).)
Seniorencomplexen bestaan niet!
Althans, volgens Bouwbesluit 2012, die toetst seniorencomplexen als ‘woonfunctie’ wat ervoor zorgt dat er geen rekening gehouden hoeft te worden met de verminderde zelfredzaamheid van senioren. Wat betekent dat de brandveiligheidseisen niet aansluit op senioren. Alleen bij specifieke gebouwfuncties zoals wonen met zorg, ziekenhuizen, gevangenissen of kinderopvang wordt wél rekening gehouden met verminderde zelfredzaamheid (Janssen D. z.d)
Welke oplossingen zijn er?
1. Risicogerichte brandpreventie als maatstaaf
Omdat mensen gemiddeld steeds ouder worden en tot hogere leeftijd vitaler blijven, wordt de zelfredzaamheid de maatstaaf boven de leeftijd. Als partij is het verstandig brandveiligheid risicogericht te benaderen.
2. Stap af van seniorencomplexen
Senioren zijn minder zelfredzaam dan jongeren, ze zijn ook vaker dan jongeren eenzaam. Vanwege die verminderde zelfredzaamheid moeten we van het seniorencomplex afstappen. Op deze manier neemt het risico van senioren slachtoffer te worden van een brand voor af. Daarnaast kunnen bewoners elkaar dan helpen en wordt de zingeving van senioren vergroot.
3. Maak van de nooduitgang een uitgang
Mensen kiezen bij het ontvluchten van een gebouw veelal de hoofduitgang. Om de doorstroming bij evacuatie te vergroten wordt aanbevolen geen onderscheid te maken tussen nooduitgangen en reguliere (hoofd)uitgangen. Maak bij bestaande bouw de nooduitgangen aantrekkelijker zodat bewoners ze vaker dagelijks gebruiken Kobes (2008).