Nederlanders worden steeds ouder en wonen langer zelfstandig. Voor verminderd zelfredzame bewoners van woongebouwen is veilig vluchten bij brand een hele opgave. In appartementencomplexen kan het gebruik van liften mogelijk levens redden, maar in veel gevallen is dit niet toegestaan. Het Liftinstituut pleit voor een nieuwe koers.
84 procent van de Nederlanders kent het advies “bij brand geen lift”. Dat is niet voor niets. Vuur, rook en water kunnen bij een brand de werking van de lift bedreigen. Dit is vooral een risico als brandwerende scheidingen in het gebouw onvoldoende zijn. Daarnaast kunnen er op installatietechnisch gebied zaken misgaan. Zo kan de stroom in het gebouw uitvallen, of kan er een liftstoring optreden. Ook kan de toegang tot de lift worden gehinderd door deuren die niet goed werken, of verlichting die uitvalt.
Naarmate ouderen langer zelfstandig thuis wonen neemt het risico om slachtoffer te worden van brand alleen maar toe
Veilig vluchten en de vergrijzing
“Door de vergrijzing neemt de problematiek rond veilig vluchten toe. Vooral in appartementengebouwen waar senioren zelfstandig wonen”, zegt John van Vliet, directeur van het Liftinstituut.
- 50 procent van de mensen die omkomen bij brand is ouder dan 60 jaar.
- 19 procent van de 65-plussers in Nederland heeft moeite met trappen lopen.
Dit blijkt uit onderzoek dat Motivaction uitvoerde in opdracht van het Liftinstituut. “Naarmate ouderen langer zelfstandig thuis wonen, neemt het risico om slachtoffer te worden van brand alleen maar toe. Liftgebruik voor evacuatie van minder zelfredzame personen is in deze vergrijzende samenleving onontkoombaar.”
Bij brand wél de lift gebruiken
“Een lift is bij brand in een seniorencomplex vaak de meest veilige én enige vluchtweg voor een oudere die niet zelf via de trap kan vluchten.”
René Hagen, lector brandpreventie van de Brandweeracademie en voorzitter van de Nationale Brandpreventieweken, stelde dit in 2017 bij de start van de Nationale Brandpreventieweken. Van Vliet: “Misschien moeten we dus toe naar een nieuwe gedachtegang: bij brand wél lift. Maar dat kan niet zo maar: in elk gebouw zijn specifieke voorzieningen nodig om reguliere liften veilig in te zetten voor evacuatie bij brand.”
Onderzoek
Op aandringen van het Liftinstituut en de brandweer, en na Kamervragen over het onderwerp, heeft Antea Groep in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoek uitgevoerd naar mogelijkheden om op een veilige en verantwoorde wijze een lift te gebruiken bij de ontruiming na een brand. De hoofdconclusie van het onderzoek, dat in november 2018 werd gepresenteerd tijdens het door het Liftinstituut georganiseerde congres Liftgebruik bij brand, is dat het in sommige bestaande situaties haalbaar is om bij brand veilig en verantwoord de lift voor evacuatie te gebruiken.
Het Liftinstituut is positief over de uitkomsten van het onderzoek, vertelt Van Vliet. “Met name de voorgestelde aanpak, waarbij in scenario’s wordt gedacht, spreekt ons aan. Welke scenario’s voor het gebruik van liften zijn mogelijk als ontruiming nodig is? Soms is er met relatief simpele aanpassingen, zoals een brandveilige voeding van de liftinstallaties, al veel mogelijk. De beslisboom in het onderzoeksrapport helpt daarbij.”
Randvoorwaarden
Het onderzoeksrapport van Antea Groep onderscheidt drie typen randvoorwaarden voor het veilig en verantwoord gebruik van reguliere liften bij brand in woongebouwen. Het gaat om bouwkundige, installatietechnische en organisatorische zaken.
- Allereerst is het noodzakelijk dat de lift zich bevindt in een brandwerend en rookwerend afgesloten kern. Als er een directe verbinding is tussen de verkeersruimte en de lift (zoals het geval is bij bijvoorbeeld portiekwoningen) is een brandwerende en zelfsluitende voordeur een randvoorwaarde. Dergelijke deuren zijn sinds 2014 voor portiekwoningen al verplicht.
- Daarnaast zijn installatietechnische maatregelen nodig. Zo moet de stroomvoorziening van de lift brandwerend afgescheiden zijn. Ook moet de installatie zo worden aangepast dat de lift niet automatisch bij brandmelding naar de begane grond wordt gestuurd en moeten hulpdiensten de mogelijkheid krijgen om de lift te bedienen in geval van brand.
- Tot slot is de factor mens van belang. Elke gebouweigenaar zal moeten nagaan of de aanwezige lift geschikt is om te gebruiken tijdens een brand en welke aanpassingen eventueel nodig zijn om de besturing na een automatische brandmelding te herprogrammeren. Daarnaast is het mogelijk dat sommige bewoners tijdens een brand verminderd in staat zijn om zelf beslissingen te nemen. In dat geval kan de inzet van een bedrijfshulpverleningsorganisatie noodzakelijk zijn.
Wie bepaalt of het wel of niet mogelijk is?
Van Vliet vult aan: “Een vraagstuk dat slechts zijdelings aan bod komt in het onderzoeksrapport is: wie gaat bepalen of liftgebruik in een bepaald scenario wel of niet mogelijk is? De technische randvoorwaarden hiervoor zijn naar onze mening in het rapport onvoldoende uitgewerkt. Bovendien is het noodzakelijk dat alle gebouweigenaren zelf nadenken over goed huisvaderschap en de implicaties daarvan voor ontruimingsplannen. Als Liftinstituut willen we iedereen:
- Goed wakker schudden
- De discussie over veilig liftgebruik aanzwengelen
- De kansen en uitdagingen signaleren
- De betrokken partijen bij elkaar brengen.
Maar het is uiteindelijk aan gebouweigenaren en bewoners om actie te ondernemen.”
Als Liftinstituut willen we iedereen goed wakker schudden maar het is uiteindelijk aan gebouweigenaren en bewoners om actie te ondernemen.
Lift als onderdeel van het evacuatieplan
Het Liftinstituut realiseert zich dat het financieel en organisatorisch ondoenlijk is voor gebouweigenaren om alle liften in één klap geschikt te maken voor gebruik bij evacuatie. Van Vliet: “Het zou een goede start zijn, wanneer er bij nieuwbouw en renovatie wordt gekeken naar de mogelijkheden om nieuwe of gemoderniseerde liften onderdeel te laten zijn van het evacuatieplan.
We stellen ook voor om bij een aantal bestaande complexen te kijken hoe evacuatie met liften kan worden georganiseerd zonder dat er ingrijpende maatregelen nodig zijn. Het kan bijvoorbeeld al zinnig zijn om liften aan te passen zodat ze voor een beperkte tijd veilig bruikbaar zijn voor de ontruiming, bijvoorbeeld in de eerste vijftien minuten na de brandmelding, als de brandweer er nog niet is. Of liften kunnen worden ingezet om de bovenste verdiepingen te ontruimen, terwijl de bewoners op de onderste etages de trap nemen.”
Willen en durven
Volgens Van Vliet is alleen het ontwerpen en aanpassen van gebouwen en liften niet voldoende om het liftgebruik voor evacuatie mogelijk te maken. “Als een ontruimingsplan voor het gebruik van liften tijdens brand niet wordt besproken en geoefend, dan zal het in de praktijk niet het gewenste effect hebben. Bewoners moeten een lift ook echt willen en durven gebruiken bij brand. Uit onderzoek van Motivaction blijkt dat nu slechts 45 procent van de Nederlanders bereid is onder begeleiding bij brand in de lift te stappen. 33 procent van de Nederlanders die fysiek niet in staat zijn om de trap te nemen, wil geen gebruik maken van de lift bij brand. Ook niet als dat veilig kan. Wat dat betreft zal er nog veel overtuigingskracht nodig zijn.”
Er is nog veel overtuigingskracht nodig