Rookwarmteafvoer, oftewel: RWA. In veel industriële gebouwen zou die een grote bijdrage kunnen leveren aan de brandveiligheid. Inderdaad: ‘zou’. Want RWA wordt relatief weinig ingezet. Hoe komt dat?
Door: Peter Passenier
Het is een incident dat gegrift staat in het collectieve geheugen: de Schipholbrand van 2005. Geen wonder, want die brand kostte maar liefst elf mensen het leven en nog eens vijftien raakten er gewond. Bovendien stuitten onderzoekers op een hele reeks van onregelmatigheden: de Dienst Justitiële Inrichtingen, de Rijksgebouwendienst en de gemeente Haarlemmermeer – allemaal hadden ze steken laten vallen. En, o ja: het brandveiligheidssysteem, de rookwarmteafvoer, had niet volledig gefunctioneerd, dus ook dat zat in de beklaagdenbank. Is dat laatste terecht?
Niet volgens Stan Veldpaus, projectadviseur rookbeheersingssystemen bij Colt International. “Het betreffende RWA-systeem was niet onderhouden – en bij gebrekkig onderhoud neemt de kans op storingen enorm toe. Dat betekent dat je op basis van dit incident absoluut niet kunt zeggen dat de rookwarmteafvoer had gefaald. Maar dat was wél een van de conclusies van de media.”
Rekenbeslismodel
Volgens Veldpaus kennen rookwarmteafvoerinstallaties sowieso een ongelukkige geschiedenis. “Je zag dat in 1995 bij de introductie van het zogenoemde rekenbeslismodel. Dat was een aanvulling op het eerste Bouwbesluit van 1992. Het gaf de gemeente en de brandweer die een bouwvergunning moesten verlenen, extra houvast. Maar je zou ook kunnen zeggen: het maakte de zaak nodeloos ingewikkeld.”
Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft enkele jaren geleden tijdens de verbouwing een nieuwe rookwarmteafvoerinstallatie gekregen.
Gelijkwaardigheid
Dat rekenbeslismodel komt namelijk in beeld als de gebouweigenaar niet voor honderd procent aan het Bouwbesluit kan of wil voldoen, en de maximaal toegestane brandcompartimentgrootte overschrijdt. In zo’n geval kan hij kiezen voor zogenoemde gelijkwaardigheid.
De gebouweigenaar installeert dan bijvoorbeeld een extra technische voorziening waarmee hij het vereiste veiligheidsniveau alsnog bereikt, bijvoorbeeld rookwarmteafvoer. “Maar volgens het rekenbeslismodel geldt er een merkwaardige voorwaarde”, zegt Veldpaus. “Een eventuele brand mag na 20 minuten niet groter zijn dan 25 vierkante meter. Kan die in die tijd wél groter worden, dan zal het bevoegde gezag de RWA als gelijkwaardige oplossing niet accepteren.”
Een merkwaardig voorschrift, vindt ook Dirk-Jan Manders, sales- & projectmanager brandveiligheid en ventilatie bij Brakel Atmos. En een voorschrift dat volgens hem ook nog eens verkeerd wordt geïnterpreteerd. “Let wel: dit is geen wettelijke bepaling, het is alleen een functionele eis, een advies. Maar toch zien brandweer en gemeente het als dwingend voorschrift. Althans, op het moment dat dit bevoegd gezag niet beschikt over voldoende kennis van RWA-systemen. Is die kennis wél aanwezig, dan weet dat bevoegd gezag dat een rookwarmteafvoer onder bepaalde omstandigheden ook grotere branden aankan. Dan wordt die scheidslijn veel minder scherp gehanteerd.”
Altijd rwa?
Ieder gebouw aan een rookwarmteafvoer dus? Manders denkt van niet. “Zo’n RWA is ideaal in bijvoorbeeld onderwijsinstellingen, winkelcentra, ziekenhuizen en industrie. Enkele jaren geleden hebben we er ook een aangelegd in het Rijksmuseum. Dat zijn omgevingen met veel mensen, en als er brand uitbreekt, is de vuurlast meestal niet zo hoog. Maar het ligt anders als je een overvol magazijn hebt, met stellingen die doorlopen tot aan het plafond en ook nog eens gevuld zijn met pluche knuffels. Dan zou ik zo’n rookwarmteafvoer als enige voorziening afraden. In zo’n geval kun je beter kiezen voor een andere oplossing: een blusgasinstallatie, een strakkere compartimentering, of zoals in België dan standaard wordt vereist: een sprinklerinstallatie in combinatie met een RWA-systeem (een zogenoemde ontrokingsinstallatie).”
Imagoschade en merkwaardige quasi-wettelijke bepalingen. Ze vormen niet de enige struikelblokken voor rookwarmteafvoerinstallaties. Volgens Manders hanteren de preventisten bij de brandweer nóg een hinderlijke regel. “Je moet beseffen dat een rookwarmteafvoer de brand niet zal blussen. Dat blussen vereist ingrijpen van de brandweer – en daar zit de angel. De brandweer gaat er tot nu toe vanuit dat er twee zaken aan elkaar zijn gekoppeld: op het moment dat de brandweer toestemming geeft voor een rookwarmteafvoer als gelijkwaardige oplossing, hebben brandweermannen ook de verplichting om in geval van brand daadwerkelijk een pand binnen te gaan. En juist dat is een gevoelige kwestie, omdat de brandweer dit steeds minder doet. Men wil de brandweermedewerkers niet onnodig in gevaar brengen.” Daarom pleit Manders ervoor niet langer te spreken van ‘een verplichting’, maar van ‘een mogelijkheid’. “Als die verplichting van tafel is, zal de brandweer veel sneller een RWA waarderen en goedkeuren. Natuurlijk moet je dat vervolgens wel meenemen in het totale brandveiligheidsplan, waarbij rekening wordt gehouden met alle scenario’s, ook die waarbij een brand groter wordt dan verwacht.”
“Men wil de brandweermedewerkers niet onnodig in gevaar brengen
Zwart-wit
Manders geeft nog een tweede advies: zie de zaken minder zwart-wit. “Nee, een rookwarmteafvoer kan een brand niet blussen. En inderdaad, veel installaties zijn niet berekend op een brand die veel groter is dan 25 vierkante meter. Maar dat is geen reden om die RWA maar helemaal buiten te sluiten. Want 80 procent van de branden is niet zo hevig, en dan kun je met een RWA zeker levens redden. De hulpdiensten hebben meer tijd om in te grijpen en aanwezige personen om het object te ontvluchten.” Want volgens Manders vormt een RWA een waardevolle aanvulling op sommige normen en wettelijke bepalingen.
Serviceflat
“Wie kan er 30 meter door de rook lopen en ondertussen 30 seconden zijn adem inhouden? Ja, die jonge kerel in de sportschool gaat het wel redden. Maar die bejaarde dame in een serviceflat zeker niet. En als ze die rook gaat inademen, gaat het al heel snel mis. En toch vormen die 30 meter en 30 seconden de grens die de wetgever heeft gesteld: als de gebouweigenaren die kunnen garanderen, voldoen ze aan de wet. Dus je begrijpt: als jij hulpbehoevend bent, en je loopt dadelijk door de rook, kan een RWA het verschil uitmaken tussen leven en dood.”
De rookwarmteafvoer heeft al veel levens gered, daarvan is Veldpaus overtuigd. “Het grote publiek herinnert zich nog wel de Schipholbrand, maar niet een soortgelijk incident een paar maanden later. Want toen vond er net zo’n brand plaats in het detentiecentrum in Lelystad. Daar was de RWA wél goed onderhouden, en tijdens de brand werd hij ook op de juiste wijze geactiveerd. Hierdoor bleef die brand beheersbaar, en daardoor heeft ook iedereen het overleefd. Goed nieuws inderdaad, maar het had een schaduwzijde. Want voor het Achtuurjournaal is zo’n incident niet echt interessant; het haalt hoogstens drie regels in het plaatselijke sufferdje. En de heldenrol van de RWA werd bij het grote publiek dus niet bekend.”
Opleiding
Volgens Veldpaus bestaat er nog een ander obstakel voor RWA: de opleiding bij de brandweer. “In de jaren negentig waren RWA-experts nog in staat om beginnende brandweermannen voor te lichten over het belang van sprinklers en RWA. Maar die brandweermannen van toen zijn nu allemaal met pensioen, en tijdens de opleiding van de nieuwe generatie wordt er helaas te weinig aandacht besteed aan RWA-oplossingen. Zelfs als wij een gratis training willen verzorgen, is er maar weinig belangstelling.”
<<Lees ook: Goede rook- en warmteafvoer betekent veilig vluchten>>
<<Lees ook: Onderzoeksrapport: nut rookwarmteafvoer in industriegebouwen>>