Wie draait er op voor de schade na de brand bij transportbedrijf Van der Heijden in Hapert vier jaar geleden? De dakdekker die de brand veroorzaakte, de eigenaar van het pand, of de brandweer? Die laatste is nu aansprakelijk gesteld voor 27 miljoen euro, schrijft het AD.
Op 29 mei 2020 brak er een zeer grote brand uit bij Van der Heijden Transport in Hapert. De brand ontstond op het dak en leek in eerste instantie vrij snel onder controle maar laaide even later weer op. Dat laatste is waar het in een rechtszaak om draait. Wie is er nu verantwoordelijk voor de grote brand en de daarmee gepaard gaande schade?
Dakdekkers
Dat naar de twee dakdekkers wordt gekeken, is niet verwonderlijk. Drie jaar geleden heeft de rechtbank het duo al gehoord in een getuigenverhoor. Hun werkgever is door het transportbedrijf aansprakelijk gesteld. Een van de twee gaf toe dat hij al rokend met een licht ontvlambaar schoonmaakmiddel had gewerkt om plekken op het dak schoon te maken. Of dat de brand ook veroorzaakt had, wist hij niet.
Brandweer
Over wat er vervolgens gebeurde rond het bedrijfspand, heeft de brandweer een vijftig minuten durende reconstructiefilm gemaakt met de titel ‘De onvoorspelbare afloop’. Kern van de zaak is dat het brandje dat snel geblust leek, weer oplaaide met vernietigende gevolgen. Heeft de brandweer de brand onderschat en is deze niet te wijten aan de dakdekkers, maar het gevolg van een verkeerde inschatting van de brandweer?
Wie beoordeelt de brandweer?
De verzekeraar van het dakdekkersbedrijf heeft een claim neergelegd bij de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. En nu is de vraag: wie kan beoordelen of de brandweer had moeten weten dat na het blussen onder het dak de brand nog voortwoedde.
Het dakdekkersbedrijf en de Veiligheidsregio hebben op last van de rechter samen de onderzoeksvragen geformuleerd en ze zijn het eens geworden over de deskundige die een oordeel moet gaan vellen. Het is nu aan de rechter om die te benoemen. Over de uitkomst maakt de Veiligheidsregio zich geen zorgen, laat een woordvoerder weten. “Wij schatten het risico klein in dat wij dat bedrag moeten vergoeden.”