Rook- en warmte-afvoerinstallaties (RWA) kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de brandveiligheid van gebouwen. De laatste jaren is er in Nederland relatief weinig belangstelling voor deze oplossing. Brandveilig Bouwen Nederland (BBN) spant zich in om RWA weer op de kaart te zetten.
“Rook- en warmte-afvoerinstallaties zijn op grond van het Bouwbesluit niet rechtstreeks aangestuurd en dus niet vereist. Maar RWA-systemen kunnen wel als een gelijkwaardige maatregel gelden in situaties waarin de gebouweigenaar niet aan het Bouwbesluit kan of wil voldoen. Bijvoorbeeld omdat de maximale grootte van de brandcompartimenten of de maximale lengte van vluchtwegroutes wordt overschreden. Toch is de acceptatie van RWA tanende”, vertelt Stan Veldpaus, projectadviseur brandveiligheid bij Colt International en penvoerder van de productwerkgroep RWA van Brandveilig Bouwen Nederland (BBN).
Door Lynsey Dubbeld
In de jaren tachtig en negentig speelde RWA een belangrijke rol. Bijvoorbeeld bij industriële gebouwen met brandcompartimenten groter dan 2500 vierkante meter. Daarin was RWA een veelgebruikte ondersteunende installatie. Veldpaus: “In 1995 is het reken- en beslismodel Beheersbaarheid van brand geïntroduceerd en met het introductie van deze methode zien we ook een wijziging in de benaderingswijze voor grote brandcompartimenten. Op papier kan een groot brandcompartiment zonder voorzieningen dan toch worden gezien als gelijkwaardige maatregel. Hierdoor werd RWA minder populair.”
Rook en warmte effectief afvoeren
Bij een brand in een afgesloten ruimte ontstaat bovenin het gebouw een rooklaag die alsmaar dikker en heter wordt. RWA-installaties voeren de rook en warmte effectief af. Dit geeft gebouwgebruikers meer mogelijkheden om veilig te vluchten, het ondersteunt de brandweerinzet en het beperkt de schade aan het pand. “Mensen hebben meer tijd om het gebouw te ontvluchten omdat er een rookvrije zone ontstaat. De brandweer heeft beter zicht op de brandhaard en kan daardoor snel aan de slag met ontruimen en blussen. Flash-overs en backdrafts worden uitgesteld of zelfs voorkomen”, somt Veldpaus op.
Bovendien zorgt de ventilatie ervoor dat rook- en brandschade beperkt wordt. “Dankzij de afvoer van warmte is de kans groter dat de draagconstructie van een gebouw blijft staan. Dat is niet alleen goed voor de brandweer die het pand in moet, maar scheelt ook enorm veel materiële schade. Vergeet niet dat vijftig procent van de bedrijven die met een grote brand te maken heeft gehad binnen twee jaar failliet is door alle (vervolg)schade.”
RWA op de kaart
Vanuit de vele voordelen van effectieve rook- en warmte-afvoer is de productwerkgroep RWA, die in 2017 werd ondergebracht bij BBN en waaraan nu zes verschillende partijen deelnemen, hard aan de slag om RWA op de kaart te zetten. “We willen gebouweigenaren, ontwerpers, adviseurs, de brandweer, verzekeraars en toezichthoudende instanties (zoals de gemeentelijke afdelingen Bouw- en Woningtoezicht) laten zien dat RWA een belangrijke oplossing is die meerwaarde heeft. Niet alleen om te voldoen aan de wet- en regelgeving, maar ook vanuit het perspectief van maatschappelijk verantwoord ondernemen”, zegt Veldpaus.
“RWA is een belangrijke oplossing met meerwaarde
De productwerkgroep RWA hamert er bijvoorbeeld op dat de eisen uit het Bouwbesluit een minimumniveau weergeven. “Volgens het Bouwbesluit is een vluchtroute van maximaal dertig meter voldoende. Die lengte is voor een gemiddeld persoon misschien in dertig seconden af te leggen. Maar geldt dat ook voor senioren? Door rook en hitte naar buiten af te voeren, kan de vluchtduur worden verlengd. RWA kan echt veel betekenen om de brandveiligheid naar een niveau hoger te brengen.”
Daarnaast werkt BBN aan bewustwording van de effecten van een brand. “Steeds meer organisaties beseffen dat extra brandveiligheidsoplossingen helpen om bijvoorbeeld imagoschade na een brand te voorkomen. Er zijn bedrijven die om deze reden kiezen voor extra oplossingen, bovenop de eisen van het Bouwbesluit. Ook duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belangrijke overwegingen. Een brandcompartiment van tienduizend vierkante meter kan helemaal afbranden. Hoe duurzaam ben je dan bezig?”
Het waarom voorop
Leo Oosterveen, directeur van BBN, herkent de uitdaging om het veld te overtuigen van het nut en de noodzaak van RWA-installaties. “Die uitdaging geldt ook voor andere bouwkundige en installatietechnische brandveiligheidsmaatregelen. De why van brandveiligheid duidelijk maken én blijvend op de agenda zetten, is misschien wel de grootste uitdaging waar we als BBN voor staan. Pas als een gebouweigenaar weet waarom bouwkundige brandveiligheid belangrijk is, ontstaat de interesse voor het hoe. Een gebouweigenaar wil bijvoorbeeld dat gebruikers bij brand veilig het pand uit kunnen. En dat de continuïteit van de bedrijfsvoering niet in gevaar komt. Vanuit dat bewustzijn kan je gaan kijken naar de invulling van de brandveiligheidsmaatregelen.”
Om gebouweigenaren, gebruikers, veiligheidsregio’s, gemeentelijke afdelingen Bouw- & Woningtoezicht en andere geïnteresseerden hierbij te ondersteunen, publiceert BBN jaarlijks een nieuwe editie van de praktische handreiking Essentiële bouwkundige controlepunten (zie kader). Daarnaast zijn er filmpjes, cartoons, studiedagen en trainingen. Op de BBN Studiedag ‘Veilig Vluchten’ op 22 november staat onder andere een workshop over RWA op het programma.
Brandveiligheid permanent in de schijnwerpers
Via de productwerkgroepen van BBN worden vragen uit de markt vertaald naar praktische oplossingen en veranderingen. Ook hierbij komt de waarom-vraag aan de orde, zegt Oosterveen. “We willen het waarom van brandveiligheid permanent in de schijnwerpers zetten en de vragen die daaruit voortkomen zorgvuldig beantwoorden. Als het ergens na een brand verschrikkelijk misgaat, dan is de urgentie wel helder. Maar na verloop van tijd ebt dat weg. Dan is het essentieel om weer de vraag te stellen: waarom investeren we eigenlijk in brandveiligheid? Een gebouw is er om een bepaalde functie te vervullen, zoals wonen, werken of goederen opslaan. Daar hoort gewoon bij dat het veilig is. Maar als je daar niet constant op gewezen wordt, dan is een investering in brandveiligheid niet vanzelfsprekend.”
“De risico’s kunnen in de loop van de tijd veranderen
Oosterveen voegt daaraan toe dat brandveiligheid geen statisch veld is. “De risico’s waarmee een gebouweigenaar te maken heeft, kunnen in de loop van de tijd veranderen. Denk bijvoorbeeld alleen al eens aan de auto’s die tegenwoordig op straat rondrijden. Auto’s op gas en benzine, elektrische auto’s, straks misschien wel voertuigen op waterstof… Daardoor ontstaat in een parkeergarage een totaal andere mix van risico’s en effecten. Van die veranderende omstandigheden moeten we ons allemaal steeds bewust zijn.”
Nieuwe norm
Een van de actuele ontwikkelingen waarmee BBN zich bezighoudt is de vernieuwing van de NEN-norm ‘Brandveiligheid van gebouwen – Beoordelingsmethode van rook- en warmteafvoerinstallaties’ (NEN 6093). De huidige versie stamt uit 1995, aangevuld met een wijzigingsblad uit 2004. De norm heeft volgens Veldpaus een herziening nodig om beter aan te sluiten op de actuele stand van de (bouw)techniek en de huidige kijk op brandveiligheid.
“De bestaande norm sluit onvoldoende aan bij de hedendaagse manieren van bouwen. Bovendien is de norm niet volledig. Er is dan ook een sterke behoefte om de norm uit te breiden met handvatten voor bijvoorbeeld het bepalen van de brandomvang en het warmtevermogen in de meest voorkomende situaties.” Verder bestaat de behoefte om de installatierichtlijn (NPR6095-1:2012) direct in de norm te integreren, zodat op basis van één nieuwe norm niet alleen een RWA kan worden ontworpen maar ook geïnstalleerd.
“De norm sluit onvoldoende aan bij de hedendaagse manieren van bouwen
Bij het doorontwikkelen van de NEN-norm geldt het protocol van het Nederlands Normalisatie-instituut. Dat betekent onder andere dat er een werkgroep onder een passende normcommissie moet worden ingesteld. Als er geen passende normcommissie bestaat, dient er een passende normcommissie te worden opgericht. De werkgroep NEN 6093 geeft een goede afspiegeling van de belanghebbenden bij de norm, zoals rookbeheersingsbedrijven, gebouweigenaren, inspectie-instellingen, brandweer, verzekeraars en adviesbureaus. De bedoeling is dat in het najaar van 2019 de eerste draft van de aangepaste norm wordt gepubliceerd ter consultatie.
“Het is een ambitieuze timing”, blikt Veldpaus vooruit. “Maar er is al heel veel kennis over het ontwerpen van RWA. Niet alleen vanuit de natuurkunde en thermodynamica die aan de basis staan van de huidige norm. Maar ook vanuit de ervaringspraktijk van ventilatie bij branden. De meerwaarde van de nieuwe norm is dat iedereen straks op dezelfde manier RWA kan ontwerpen. Daarnaast kunnen we dan alle onderwerpen die met RWA te maken hebben in één document opschrijven. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat de geactualiseerde norm helpt om meer draagvlak te krijgen bij het bevoegd gezag en de brandweer voor RWA als goede oplossing.”
Lees ook:
– Norm voor brandveiligheid voor gebouwen (RWA) wordt herzien
– Nieuwe productwerkgroep RWA voor Brandveilig Bouwen Nederland
Rook- en warmte-afvoer in ‘Essentiële bouwkundige controlepunten’
Brandveilig Bouwen Nederland (BBN), Brandweer Nederland en de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland publiceren sinds 2005 de praktische handreiking Essentiële bouwkundige controlepunten. De uitgave is bedoeld om iedereen die te maken heeft met brandveilige gebouwen, duidelijk, kort en bondig te informeren over hoe in ontwerp, bouw, verbouw en onderhoud te komen tot brandveiliger gebouwen. Jaarlijks verschijnt een geactualiseerde versie, die gratis is te downloaden via de website BBN.nu. Tijdens de BBN Studiedag op 22 november wordt de editie 2018-2019 gepresenteerd.
In 2017 is het onderwerp rook- en warmte-afvoer (RWA) voor het eerst in Essentiële bouwkundige controlepunten aan bod gekomen. De productwerkgroep RWA van BBN stond aan de wieg van het hoofdstuk over het thema dat vorig jaar aan de publicatie is toegevoegd. Het hoofdstuk beschrijft onder meer het nut van RWA-systemen, de mogelijkheden om deze als gelijkwaardige oplossing aan te bieden, de verschillende soorten installaties die toepasbaar zijn en het normatief kader. Daarnaast is een checklist opgenomen met aandachtspunten bij onder andere de aansturing, installatie en oplevering van verschillende onderdelen van een RWA-installatie: van rookluik en rookventilator tot luchtkanalen en afvoerroosters.