De wereld verandert razendsnel. Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Hoe ziet de Nederlandse samenleving er in 2030 uit? Wat betekent dit voor de rol en de taken van de brandweer? Dat onderzocht het lectoraat Brandweerkunde van NIPV in opdracht van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV). Met de kennis en inzichten uit het onderzoek kan de RCDV haar strategische agenda voor de komende jaren opstellen.
Hans Hazebroek, senior onderzoeker, was de projectleider van het project. “De expliciete opdracht van de RCDV was om van buiten naar binnen te kijken en een gedragen toekomstverkenning op te leveren waarin de brandweer zich kan herkennen. Naast literatuuronderzoek hebben we daarom twee grote events georganiseerd volgens de methode van de Future Search en zijn de vakraden aangesloten. Verder hebben we mensen van binnen en buiten de brandweer geïnterviewd. Vervolgens hebben we alle opgehaalde inzichten geanalyseerd, geprioriteerd en geclusterd. Zo zijn we uitgekomen op 7 perspectieven, in het rapport ‘samenlevingen’ genoemd, en op 5 overkoepelende strategische vraagstukken voor de brandweer.”
Vijf strategische vraagstukken
De 5 strategische vraagstukken voor de brandweer waarover Hazebroek spreekt, zijn:
- Moet de maatschappelijke opgave van de brandweer worden verbreed naar (1) grootschaliger incidenten en (2) het inzetten van daadkracht, netwerk en middelen bij crises met behoud van lokale inbedding?
- In welke netwerken en op welk niveau is samenwerking gewenst en hoe kan dit het beste flexibel worden georganiseerd?
- Hoe organiseer je flexibiliteit, wendbaarheid en veerkracht binnen de brandweer? Let wel: organisatie én mens! Wil de brandweer een rol spelen in het organiseren van flexibiliteit en veerkracht binnen de samenleving en zo ja hoe?
- Hoe zorg je ervoor dat de brandweer voortdurend inhoudelijke kennis opdoet, deelt en innoveert om mee te komen met de 7 gevonden trends?
- Hoe beweegt de brandweer qua werkgeverschap en leiderschap? Hoe breng je mens en werk in balans in de organisatie en in de ontwikkelingen die de organisatie zal doormaken?