Op 6 oktober organiseerde de Verenigde Woningsprinklerinstallateurs (VWI) in samenwerking met De Zorg Brandveilig een informatiemiddag over de toepassing van woningsprinklerinstallaties.
Effecten van brand
De eerste presentatie werd verzorgd door Bob Heukels van de Brandweer Limburg Noord. Hij ging in op de effecten die een brand in woningen en zorginstellingen heeft. Er zijn veelal slachtoffers en schade, maar soms is het effect minder zichtbaar. Angst, onrust en het besef dit kan mij ook overkomen spelen eveneens een rol. Bij brand in een zorginstelling kan men zich voorstellen dat de spanning van de situatie ook effect heeft op de medewerkers en patiënten.
Bouwbesluit versus prestatie-eisen
Slachtoffers bij branden in woningen en zorginstellingen zijn vooral kwetsbare personen (kinderen, ouderen en niet-zelfredzamen). Om bij deze groepen personen te voldoen aan de doelen van het Bouwbesluit 2012 is meer nodig is dan alleen het voldoen aan de prestatie-eisen. Dat je voldoet aan de prestatie-eisen wil niet zeggen dat je voldoet aan het doel van het Bouwbesluit 2012, namelijk het voorkomen van slachtoffers en het voorkomen van branduitbreiding. Van belang is een risicogestuurde aanpak die naar alle mogelijke risico’s en risicofactoren kijkt die samenhangen met het ontstaan en de effecten van brand. En die wordt vertaald naar eigen beleid en maatregelen op bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch vlak. Zo toont onderzoek aan dat de toepassing van een woningsprinkler een positief effect heeft op het realiseren van een (brand)veilige woning en/of zorginstelling. “De VWI-publicatie ‘Waardering van woningsprinklerinstallaties’ zal hopelijk zorgen voor meer samenhang met andere concepten”, sloot Heukels af.
Historie van de woningsprinkler
Alan Brinson van European Fire Sprinkler Network ging vervolgens in op de historie van de (woning)sprinkler.
Bij de ontwikkeling van de woningsprinkler moest het systeem een redelijk ‘worst-case’ scenario aan kunnen. De moeilijkste test was die met een snelgroeiende brand in een afgeschermde hoek. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een norm voor woningsprinklers in de Verenigde Staten, waarop ook de Europese norm (NEN-EN 12259-14) gebaseerd is.
Brinson eindigde zijn presentatie met een opsomming van de voordelen van woningsprinklers. Ze beperken het aantal slachtoffers en de schade. Verder zijn er zijn meer dan 85% minder dodelijke slachtoffers, meer dan 60% minder gewonden en meer dan 45% minder schade. Bovendien worden de overlevingskansen vergroot, doordat de woningsprinkler de brand beheerst en de temperatuur verlaagt.
Brandveiligheid is maatwerk
“One-size-fits-all bestaat niet in brandveiligheid. Brandveiligheid is maatwerk. Wel kun je kijken naar een oplossing die in veel situaties toegepast kan worden”. Zo begon Johan Hoogeweg (DGMR) zijn presentatie ‘Waardering van woningsprinklers: de functies en compenserende maatregelen.’ Hij vergeleek de waardering van woningsprinklers met een gereedschapskist, waarbij je kunt spelen met de zwaarte van de BIO-aspecten. De drie zijn van gelijke zwaarte in het Bouwbesluit 2012, maar het is ook mogelijk bijvoorbeeld minder organisatorische maatregelen toe te passen en wat meer installatietechnische, zoals woningsprinklers. De sprinkler wordt niet genoemd in het Bouwbesluit, maar als maatwerkoplossing is het wel een gelijkwaardige oplossing. Een onderdeel weglaten is niet mogelijk, maar de balans tussen de drie is aan te passen.
Gereedschapskist
Terug naar de gereedschapskist. Wat moet hier in zitten? Als eerste betrouwbaar en veilig gereedschap. Het moet toepasbaar zijn voor meerdere situaties en je hebt een goede handleiding nodig. Wat kan en mag je wel doen en wat zeker niet. De publicatie ‘Waardering woningsprinklerinstallaties’ is net zo opgebouwd, aldus Hoogeweg. De publicatie bevat ook informatie over wet- en regelgeving, onderbouwingen van de compenserende maatregelen en verwijzingen naar literatuur, geschiedenis en meer.
Waarnemingen uit het veld
Ernst Rijkers (SGS Floriaan) ging in zijn presentatie in op de projectaanpak bij de waardering van woningsprinklers. Hij somde de kenmerken op van een projectaanpak: management van verwachtingen, van vertrekpunt naar uitgangspunt, en alle betrokken partijen betrekken.
Als tip voor het voorkomen van het ontsporen in de projectaanpak suggereerde Rijkers om goed na te denken over wie aan tafel horen te zitten en deze partijen vroegtijdig bijeen te laten komen. Brandveiligheid zou als apart issue op de agenda moeten staan.
Stay-in-place
Als laatste spreker ging Ruud van Liempd (NIPV) in op het recentelijk verschenen onderzoek naar het stay-in-place concept. Het NIPV onderzocht in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of risico’s van rookverspreiding voor het vluchten en voor het stay in place concept beperkt kunnen worden door aanvullende voorzieningen. Aanleiding voor het onderzoek vormde het toenemende aantal verminderd zelfredzamen bij brand in een woonomgeving (ouderen, maar ook mensen met beperkingen). Voor deze mensen kost vluchten meer tijd en het stay-in-place concept is mogelijk een alternatief. Dat laatste vraagt dan wel aanpassing van het gebouw.
Van Liempd vatte de conclusies van het onderzoek samen: “De betrouwbaarheid van het ontvluchtingsconcept is fors lager voor de meer kwetsbare groepen. Sprinklers geven een flinke verlenging van de vluchttijd en dragen bij aan de betrouwbaarheid van draag- en scheidingsconstructies. Menselijk gedrag is onvoorspelbaar en heeft gevolgen voor zowel het ontvluchtingsconcept als het stay-in-place concept.”
Demonstratie
De bijeenkomst werd afgesloten met een live demonstratie door Maikel van der Hulst (Brandweer Flevoland). Gedemonstreerd werd hoe een brand in een woning beheerst wordt door een woningsprinkler en uiteindelijk ook geblust wordt.
John van Lierop, Verenigde Woningsprinkler Installateurs VWI