In de nieuwjaarsnacht van 2020 leidde brand in een bankstel in de entreehal van een flat in Arnhem tot twee dodelijke slachtoffers en twee gewonden. Deze brand ontwikkelde zich zeer snel tot een grote brand waarbij veel giftige rook vrijkwam. Voor de bewoners was het onmogelijk het flatgebouw te ontvluchten doordat de brand woedde op de enige beschikbare vluchtroute. Dit concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het vandaag gepubliceerde rapport ‘Fatale flatbrand in Arnhem- Lessen voor brandveiligheid’.
Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid: ”Het onderzoek toont aan dat de brandveiligheid van meubilair en woongebouwen verder verbeterd dient te worden. Er worden in Nederland nog geen eisen gesteld aan de brandveiligheid van meubilair. Daarnaast gaat men bij woongebouwen uit van een veilige vluchtroute. De brand in Arnhem laat zien dat dit niet vanzelfsprekend is.”
Brandgevaarlijk meubilair
De meeste zitmeubels en matrassen zijn met kunststofschuim gevuld. Zo ook het bankstel dat in de entreehal van de flat in Arnhem was neergezet. Het kunststofschuim vat gemakkelijk vlam; de brand ontwikkelt zich vervolgens snel en veroorzaakt veel en giftige rook. Zitmeubilair en matrassen zijn daardoor zeer brandgevaarlijk. In een aantal Europese landen worden eisen gesteld aan de brandveiligheid van meubilair. De Onderzoeksraad voor Veiligheid roept de Nederlandse overheid op zich aan te sluiten bij deze landen en eisen te stellen aan de brandveiligheid van meubilair.
Brandveiligheid woongebouwen
In Nederland staan veel woongebouwen waarbij er slechts één vluchtroute is die naar buiten leidt. Wanneer op deze vluchtroute brand of rook ontstaat, vormt dit een groot risico voor de veiligheid van de bewoners. Het vrij en brandveilig houden van deze enige vluchtroute is daarmee van levensbelang. Gebouweigenaren zijn hiervoor verantwoordelijk, zij moeten meer doen om deze verantwoordelijkheid waar te maken. Ook gemeenten dienen hierop actief toezicht te houden. De Raad doet daarom de aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken om te zorgen voor een verbetering van het toezicht op brandveiligheid.
Aanbevelingen
De Onderzoeksraad doet zes aanbevelingen. Vijf aanbevelingen zijn er op gericht om te zorgen dat de uitgangspunten voor brandveiligheid in de praktijk beter worden waargemaakt en één aanbeveling heeft tot doel de uitgangspunten voor brandveiligheid te herijken.
Aan Aedes en andere eigenaren van woongebouwen, verenigd in onder andere Vereniging Eigen Huis, Vastgoed Belang, Kences, VvE Belang, Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed en Branchevereniging VvE Beheerders:
1. Verbeter het brandveiligheidsbewustzijn bij gebouweigenaren. Denk daarbij aan:
- het uitwisselen van kennis en ervaring (zoals best practices) over brandveiligheid in woongebouwen en de specifieke risico’s daarbij;
- het bevorderen van een inventarisatie van de brandveiligheidsrisico’s van de woongebouwen in het bestand van uw leden;
- de brandveiligheid onderdeel maken van de governance. Bij woningcorporaties kan brandveiligheid hiertoe opgenomen worden in de prestatieafspraken met gemeenten.
2. Zorg bij gebouweigenaren voor bijzondere en blijvende alertheid op enkelvoudige vluchtroutes. Besteed daarbij aandacht aan:
- onderhoud, reparatie en renovatie door de eigenaar;
- het dagelijks gebruik van het woongebouw;
- de informatieverstrekking aan bewoners over het handelingsperspectief dat zij hebben als er eenmaal brand is uitgebroken. Daarbij is van belang dat de eigenaar de voorlichting/communicatie afstemt op de sociaal-maatschappelijke kenmerken van de bewoners.
Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties:
3. Zorg voor verbetering van het toezicht op de brandveiligheid in de gebruiksfase van woongebouwen. Besteed daarbij aandacht aan:
- intern toezicht door gebouweigenaren, door voortdurende zorg voor brandveiligheid expliciet op strategisch én operationeel niveau te beleggen;
- extern toezicht door gemeenten, door ze actiever toezicht op woongebouwen in de gebruiksfase te laten houden.
Bezie of hiervoor een aanpassing van de geldende wet- en regelgeving nodig is.
4. Herijk de bestaande uitgangspunten voor brandveiligheid zodanig dat rekening wordt gehouden met het scenario waarbij, sneller dan nu wordt verondersteld, vuur en/of rook in een (deels) enkelvoudige vluchtroute ontstaat en/of terechtkomt. Verwerk het resultaat van deze herijking in de wet- en regelgeving op het gebied van brandveiligheid.
Aan de minister voor Medische Zorg en Sport:
5. Voer wet- en regelgeving in om zitmeubels en matrassen brandveiliger te maken.
Aan Brandweer Nederland:
6. Gebruik uw expertise op het gebied van brandpreventie en brandveiligheid bij/in woongebouwen om actief – gevraagd en ongevraagd – eigenaren van dit soort gebouwen te adviseren. Besteed daarbij aandacht aan de risico’s die bij specifieke gebouwen, zoals flatgebouwen, en specifieke woonvormen, zoals seniorencomplexen, bestaan.
Het rapport ‘Fatale flatbrand in Arnhem- Lessen voor brandveiligheid’ is te downloaden op de website van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.