Naar aanleiding van de brand in de Londense Grenfell Tower heeft minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) eind november aan de gemeenten in Nederland gevraagd om een inventarisatie te maken van de meest risicovolle gebouwen. Zo nodig gaan de gemeenten daarna in gesprek met de gebouweigenaren over nader onderzoek naar de brandveiligheid van gevels en het treffen van maatregelen.

Minister Ollongren wil weten hoe het precies zit met de brandveiligheid gevels in Nederland. Voor de inventarisatie en het onderzoek heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken een protocol opgesteld. Dit is uitgewerkt in samenwerking met de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN). Ook is er een tool waarmee gemeenten een globale risico-inschatting kunnen maken van de brandbaarheid van gevels. De afdelingen bouw- en woningtoezicht van de gemeenten zijn belast met de inventarisatie.

Welke gebouwen hebben een verhoogd risico?

Met de inventarisatie en het onderzoek speelt minister Ollongren in op de zorgen die er ook in Nederland zijn over de veiligheid van gebouwen. Het gaat met name om panden vanaf 13 meter met verminderd redzame personen, zoals ziekenhuizen en zorginstellingen. Ook andere hoge gebouwen van 20 meter of hoger waarin wordt geslapen (woningen en hotels), worden onderzocht. Panden met betonnen en bakstenen gevels zijn uitgesloten van het onderzoek.

‘Panden worden ingedeeld in de categorieën rood, oranje, geel en groen’

Verloop van het onderzoek

De onderzochte panden worden ingedeeld in vier categorieën: rood, oranje, geel en groen. Over gebouwen met de aanduiding rood en oranje gaat de gemeente vervolgens in gesprek met de eigenaren van de panden. Als de seinen ook na dit gesprek op rood of oranje blijven staan, kijken de betrokkenen of de gebouwen voldoen aan het Bouwbesluit. Hiervoor maakt het ministerie een handreiking die waarschijnlijk in januari 2019 beschikbaar komt.

Niet veilig, wat dan?

Als blijkt dat een gevel niet brandveilig is, moet een inschatting worden gemaakt van de risico’s. Hierbij wordt de brandveiligheid van het gebouw in zijn totaliteit in ogenschouw genomen. Hierbij kijken gebouweigenaren, de gemeente en zo nodig ook de brandweer onder andere naar de veiligheid van vluchtwegen, met name ’s nachts. Een van de conclusies zou kunnen zijn dat er tijdelijk brandwachten moeten komen.