De beoogde inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet wordt met een half jaar uitgesteld naar 1 juli 2022. Dit geeft het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties meer ruimte om de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden. Dat meldt demissionair minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer.
De invoering wordt uitgesteld om de techniek achter de wet goed te laten werken. Daar is meer tijd voor nodig, schrijft Ollongren in de brief. Ook is er tijd nodig om de “inhoud van het stelsel te beproeven en ermee te oefenen”. Door daar voldoende tijd voor te reserveren, wil Ollongren hinder voor belangrijke gebiedsontwikkeling voorkomen.
Ook consequenties voor Bbl
Dit uitstel heeft ook consequenties voor de inwerkingtreding van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Met de invoering van de Omgevingswet vervalt immers het huidige Bouwbesluit 2012 en worden de technische bouwvoorschriften opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bbl is één van de vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB) die uitvoering geven aan de Omgevingswet en bevat regels over veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid bij het (ver)bouwen van een bouwwerk, de staat van het bouwwerk, het gebruik van het bouwwerk en het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden.
Al meerdere keren uitgesteld
De invoering van de Omgevingswet is al meerdere keren uitgesteld. De wet zou oorspronkelijk in 2018 in werking treden, maar dat werd niet gehaald. Ook een invoering in 2019 bleek niet haalbaar. Daarop besloot het kabinet Rutte-II de invoering uit te stellen tot 2021.