Meer dan 130 professionals vanuit de overheid, adviesbureaus, installatiebureaus en de eindgebruikers waren aanwezig op de eerste dag van het 10e Nationaal Congres Brandpreventie. De diverse presentaties hadden te maken met risicogerichte brandveiligheid en regelgerichte brandveiligheid.
Schoenen met het logo van de Brandpreventie Academy. Die verwacht je niet op het Nationaal Congres Brandpreventie. Maar het geeft wel aan hoe toegewijd voorzitter Emiel van Rossum is! Met de interactieve opening van het congres is de energie in de zaal direct goed.
Benieuwd naar de samenvatting van alle presentaties van dag 1?
– Sterkte bij brand: de basis | spreker Johan Bijvank
– Wet kwaliteitsborging voor het bouwen | spreker Hajé van Egmond
– Bouwkundige brandveiligheid: zeker weten door te meten | Harm Leenders
– Interactieve FSE Casus | Ruud van Herpen en Lieuwe de Witte
– Aangepaste NEN 6075 rookwerendheid | Rudolf van Mierlo
1. Sterkte bij brand: de basis | spreker Johan Bijvank
Johan Bijvank, marketing specialist en opleider bij Promat gaf één van de boeiende presentaties. Hij benadrukte vooral dat het belangrijk is om optimaal aandacht te geven aan de draagconstructie van gebouwen en wat je kunt doen om de functie van de draagconstructie te verlengen bij brand.
Johan: “Vele gebouwen hebben de juiste vluchtwegen, branddeuren en vluchtdeuren”. Maar wat als tijdens een brand blijkt dat je draagconstructie het niet houdt? Dan voegen de overige maatregelen niets toe. Daarom moet je altijd beginnen bij de basis: de draagconstructie. Waar worden draagconstructies van gemaakt en hoe zorg je voor een langere brandweerbaarheid zodat iedereen de kans krijgt om te vluchten? Draagconstructies bestaan uit hout, beton of staal. Alle materialen hebben specifieke eigenschappen en maatregelen die je kunt treffen om het behoud van de draagconstructie bij brand te verlengen. Denk hierbij aan impregneren, coaten of bekleden.
2. Wet kwaliteitsborging voor het bouwen | spreker Hajé van Egmond
Hajé van Egmond is expert op het gebied van het Bouwbesluit en Regelgeving. Tijdens de krachtige presentatie op het 10e Nationaal Congres Brandpreventie vatte hij goed samen welke veranderingen ons allemaal te wachten staan. Op naar 1 januari 2021. Een samenvatting van zijn verhaal.
Wanneer treedt de wet in werking?
Hajé: “Het gaat er dan toch van komen. De nieuwe wet gaat u allemaal raken en ook de impact op het bedrijfsleven is groot”. De wet op de Kwaliteitsborging voor bouwen treedt in werking tegelijkertijd met de Omgevingswet. Dat staat nu gepland voor 1 januari 2021.
De eerste 3 jaar beginnen we met eenvoudige bouwwerken die vallen onder Gevolgklasse 1. Dit zijn bouwwerken die constructief en brandveilig een laag risico hebben. 60% van de bouwaanvragen die worden gedaan valt in Gevolgklasse 1. Dit zijn: eenvoudige bouwwerken, grondgebonden woonfuncties, vakantiehuisjes en woningen.
De huiver zit nu in de hoeveelheid capaciteit. Er zijn nu al te weinig mensen en lukt het om voldoende mensen op te leiden. Zes maanden voordat de wet in werking treedt moet 1 op de 10 aanvragen via een kwaliteitsborger lopen. Als uit evaluatie blijkt dat er onvoldoende resultaat is kan er uitstel komen op het in werk treden van de nieuwe wet.
3. Bouwkundige brandveiligheid: zeker weten door te meten | Harm Leenders
Harm Leenders werkt bij Peutz als senior projectmanager fire safety. In zijn presentatie legt hij de werkwijze van een testlab uit. In Nederland zijn er twee brandlaboratoria. Het is belangrijk dat deze onafhankelijk zijn. De testlaboratoria zijn geaccrediteerd, genotificeerd en lid van Egolf. Een testcyclus bestaat uit meerdere onderdelen. Neem bijvoorbeeld een brandwerende deur met CE-markering. Deze deur wordt geproduceerd, gesampeld, gemarkeerd en dan komt de deur in ons testlab. Wij doen dan een brandtest (dit is geen rooktest). Afhankelijk van welke brandklasse de klant wil bepalen we de verschillende testen die we doen. Voor alle producten en brandklassen (a tot f) zijn er verschillende testen beschikbaar. De resultaten van de testen bepalen de classificering van het product. De klant krijgt deze resultaten vervolgens in een uitgebreid rapport.
4. Interactieve FSE Casus | Ruud van Herpen en Lieuwe de Witte
In deze interactieve sessie zorgden Ruud van Herpen en Lieuwe de Witte voor een mooie interactie in de zaal. Aan de hand van vragen, stellingen en discussie werden de aanwezige professionals uitgedaagd om het huidige vluchtconcept kritisch te bekijken.
Het vinden van een match tussen de beschikbare tijd (ASET) vs benodigde tijd (RSET) is daarbij het uitgangspunt. En wat kun je dan doen? Ga je evacueren en welke ruimtes doe je wel en niet? Of kies je voor een Stay in Place concept? Wanneer doe je dat dan? Ruud en Lieuwe schetsen een casus in een woonzorgcomplex voor dementerende ouderen waarbij Stay in Place het uitgangspunt was. Belangrijk natuurlijk bij dit concept is dat we de menselijke factor niet moeten vergeten. We kunnen klinisch praten over brand maar wat doen mensen daadwerkelijk als ze een brand ontdekken? Uit de casus blijkt ook dat een volledige Stay in Place niet mogelijk is. Daarom is een mix van vluchtconcepten belangrijk.
5. Aangepaste NEN 6075 rookwerendheid | Rudolf van Mierlo
Rudolf van Mierlo is een gedreven adviseur met een enorme kennis op het gebied van brandveiligheid. Rudolf: “Rookverspreiding wordt steeds belangrijker in verband met de toename van het aantal zelfredzamen zonder hulp bij vluchten en omdat gebouwen steeds lekdichter worden en beglazing later bezwijkt.” Met deze huidige ontwikkelingen voldoet de NEN 6075 uit 2011 niet meer.
Belangrijkste wijzigingen gaan om de lekkagemethode:
- De prestatie van afzonderlijke constructieonderdelen zijn niet bepalend, maar de scheidingen waarin de constructieonderdelen zijn opgenomen. De prestatie van de scheiding wordt uit de prestaties van de constructieonderdelen afgeleid.
- Er is een eenvoudige vuistregel toegevoegd voor de berekening van lekkage. De methode is gesplitst in twee opties. Een optie komt in hoofdlijnen overeen met de lekkagebepaling van de versie uit 2011, waarbij een constructieonderdeel een rookdoorlatendheid heeft van Sa of S200. En een tweede, uitgebreide optie waarbij een constructieonderdeel een rookdoorlatendheid kan hebben die gelijk is aan elk veelvoud of deel van Sa of S200.
- De mogelijkheid om rookverspreiding door een ventilatiesysteem te voorkomen door een 20 minuten gewaarborgde mechanische afvoer, is alleen beschikbaar in de uitgebreide optie. De rookdoorlatendheid van constructieonderdelen wordt in de herziene versie, net als de versie van 2011, uitgedrukt in de klassen Sa en S200. De rookwerendheid van scheidingen en de weerstand tegen rookdoorgang is echter in de klasse Ra en R200.