Burgemeesters hebben sinds 1 januari 2019 meer mogelijkheden om drugspanden te sluiten. Artikel 13b van het Wetboek van Strafrecht is verruimd, waardoor burgemeesters ook bestuursdwang kunnen toepassen als er strafbare voorbereidende handelingen zijn vastgesteld voor de handel in en productie van drugs. Dit verkleint het risico op onder andere brand.
Wat is er veranderd?
Drugshandel en productie van drugs vindt veelal plaats in of vanuit woningen, garages en schuren. Het sluiten van deze panden is een veelgebruikt instrument van burgemeesters om de handel en productie te stoppen. Maar dit kan niet wanneer er geen drugs worden aangetroffen, terwijl er wel bepaalde voorwerpen of stoffen aanwezig zijn die duidelijk bestemd waren voor de productie van drugs. Dit is veranderd op 1 januari.
“Het risico op brand is groot als gevolg van kortsluiting”
De burgemeester kan sinds 1 januari ook een woning, een garage of een schuur sluiten wanneer er voorwerpen of stoffen aanwezig zijn die geschikt zijn om synthetische drugs of op grote schaal hennep te produceren. De aard en hoeveelheid of de onderlinge combinatie van de voorwerpen en stoffen is dan doorslaggevend.
Reden voor aanpassing van de wet
Het doel van de aanpassing van de wet is om de kwaliteit van de woon- en leefomgeving te verbeteren. Door dealers, koeriers en gebruikers ervaren omwonenden hinder en krijgt de buurt een slechte naam. Ook de veiligheid kan in het geding zijn, bijvoorbeeld wanneer een hennepkwekerij wordt overvallen. Daarnaast is er het risico van brand- en instortingsgevaar, met name door kortsluiting wat vaak voorkomt.
Bron: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV)
Lees ook:
– Onderzoeksraad voor Veiligheid publiceert rapport veiligheidsrisico’s hennepkwekerijen
– Beduidend minder hennepkwekerijen in 2017 ontmanteld
– Stedin: hennepkwekerijen steeds lastiger te traceren