Jelmer Dam is onlangs landelijk de nieuwe coördinator Natuurbrandbeheersing geworden. Hij nam het stokje over van Margreet Zoer. Hoe kijkt hij terug op de heftige natuurbranden in april en wat zijn de toekomstplannen rondom het landelijk specialisme Natuurbrandbeheersing? Vijf brandende vragen aan Jelmer Dam, Landelijk Coördinator Natuurbrandbeheersing
Sinds 1 augustus ben je officieel landelijk coördinator Natuurbrandbeheersing. Wat breng jij mee in kennis en achtergrond op dit thema?
“Het thema natuurbrandbeheersing heeft mij altijd geboeid. In 1994 begon ik daarom aan de studie Bosbouw aan de Wageningen Universiteit en heb ik mij gespecialiseerd in natuurbrandbeheersing. Omdat er in Nederland nog geen natuurbrandvakken waren, heb ik alle mastervakken rondom dit thema in Amerika gevolgd. Na mijn afstuderen ging ik als natuurbrandspecialist een aantal jaren aan de slag in Spanje. Met als standplaats Granada had ik als taakcommandant de leiding over het UMMT, een soort kleine CoPI die voor de strategie, de coördinatie en de planning van de grotere branden in de regio zorgde. Buiten het brandseizoen analyseerde we de branden, mede in de uitvoering van de natuurbrandwet. Na deze ervaring reisde ik af naar Kameroen om als Adviseur Natuurbrandbeheersing vanuit de Europese Unie aan te sluiten bij een project over het beschermen van de bosplantages tegen de oprukkende branden vanuit de Sahel. Uiteindelijk kwam ik weer in Nederland terug waar ik Clusterhoofd Vakbekwaamheid bij Brandweer Fryslân werd. Ons vakbekwaamheidsprogramma nam ook de bijzondere positie van de Waddeneilanden mee in relatie tot natuurbranden. In april dit jaar begon het natuurbrandseizoen in Nederland. Vooral de natuurbranden in Nationaal Park de Meinweg bij Roermond en de Deurnese Peel in het Limburgse Herkenbosch waren heftig. Bij het bestrijden van deze branden mocht ik ondersteuning verlenen aan de eenheden in het veld en dan vooral aan de landelijke specialistische teams. Natuurbrand is een ontzettend complex en dynamisch incidenttype. Een boeiend en belangrijk thema dat nationaal en internationaal fors in ontwikkeling is.”
“Natuurbrandbeheersing is, ook internationaal gezien, relatief een kleine wereld. Iedereen wil heel graag van elkaar leren en elkaar ondersteunen in het verbeteren van het vakgebied. Hierdoor heb ik veel van grote namen in Amerika en Canada mogen leren. Ik neem dus (internationale) kennis mee op het thema, maar vooral ook veel betrokkenheid en veel passie over het onderwerp. Zeer dankbaar ben ik dan ook, dat ik nu voor de brandweer in Nederland een bijdrage op dit thema mag leveren.”
Hoe kijk je terug op het afgelopen natuurbrandseizoen in Nederland?
“De natuurbranden in april in Roermond en het Limburgse Herkenbosch vonden plaats onder extreme omstandigheden die wij niet vaak zien in Nederland. Maar die door klimaatverandering in de toekomst mogelijk wel vaker voor gaan komen. Er was een harde droge oostenwind en de relatieve luchtvochtigheid steeg gedurende de nacht niet boven de 49 procent. Onder deze omstandigheden hebben wij niet de middelen om zo’n brand beheersbaar te maken. We moesten dus gaan zoeken naar onze ‘window of opportunity’ waar de brandparameters gunstig zouden worden voor een effectieve bestrijding. Het brandgedrag wat we gedurende een paar dagen in april zagen, was vergelijkbaar met vele branden die ik in Spanje en Amerika heb gezien. Brandgedrag die een hele specialistische aanpak vergt. De enige mogelijkheid is dan nog het werken met je brandstoffen, aangezien je niet genoeg koelend vermogen kan leveren om een blussing toe te passen. Dit betekent goed weten waar en wanneer je iets kan inzetten, maar ook bijvoorbeeld besluiten om niet in te zetten. Wat je in Nederland bij de branden in april zag is dat er, zolang de brand woedde, keihard is gewerkt om op ieder moment van de brand de brand te bestrijden met een blussing.”
“We zijn in de basis een urbane brandweer en gewend om zo te werken. Als je echter kijkt naar de omstandigheden waarin we op dat moment zaten, dan was die brand op bepaalde momenten niet te bestrijden met deze technieken. Dat kunnen we aantonen met de brandparameters die binnen die metrologische data naar voren is te halen. We kunnen in Nederland ons nog meer ontwikkelen in het inzicht krijgen in het potentieel brandgedrag en wat we daar tegenover kunnen zetten. En dat zou best kunnen zijn dat je besluit om je eenheden pas over een paar uur in te zetten, in de nacht, wanneer de brandparameters een stuk gunstiger zijn.”
Hoe zijn de verschillende expertises vanuit het specialisme Natuurbrandbeheersing ingezet tijdens de branden in april?
“We hebben tijdens de natuurbranden in april een zware wissel getrokken op de verschillende specialistische teams: de landelijke natuurbrandadviseurs, Fire Bucket Operations (FBO) teams, de Handcrew en het team Natuurbrandonderzoek. Door de langdurige inzet tijdens deze natuurbranden hebben ze de samenwerking tussen deze teams goed kunnen verfijnen en kregen ze de mogelijkheid om in praktijksetting alles goed op elkaar af te stemmen. Er kwam dan ook naar voren dat deze teams geen losstaande teams zijn, maar dat ze intensief moeten samenwerken om het beste resultaat te behalen. Tijdens deze branden hebben we ook voor het eerst in de geschiedenis een landelijk actiecentrum ingericht, waarbij vanuit een kantoorsetting ondersteuning geleverd kon worden aan de collega’s in het veld. Vanuit het specialisme satellietdata en vegetatiekaarten is er bijvoorbeeld continue een update gemaakt vanuit satellietbeelden. Dat kan helpend zijn in de beeldvorming om ter plaatse overzicht van de situatie te krijgen, zeker omdat het zulke grote branden waren.”
Er is al veel ontwikkeld binnen het landelijk specialisme Natuurbrandbeheersing, vanaf waar neem jij het stokje over van Margreet?
“Wij zitten in de fase waarin alles wat ontwikkeld is in de laatste jaren nu geborgd moet worden binnen de brandweer in Nederland, zodat de brandweercollegae in het veld hier het meeste profijt van hebben. We gaan dus vanuit de ontwikkelfase naar de operationele fase. Mijn rol is om samen met alle betrokkenen een goede borging, zowel financieel als praktisch, te organiseren zodat de verschillende producten binnen dit specialisme elk jaar kwalitatief hoogwaardig ingezet kunnen worden. En dat is nodig als je kijkt naar de omstandigheden waarin we als brandweer moeten opereren, dan worden die omstandigheden er niet makkelijker op. Klimaatverandering geeft ons in de toekomst moeilijkere omstandigheden, we moeten ons bewust zijn dat alles we alles wat we ter beschikking hebben goed en efficiënt moeten inzetten. GBO-SO houdt straks als overkoepelend programma op, maar de thema’s blijven altijd doorlopen en ontwikkelen zich continue.”
Waar liggen nog kansen en ontwikkelingen binnen het specialisme Natuurbrandbeheersing?
“Naast het ontwikkelen van gedegen vakbekwaamheidsproducten, waarmee de regio’s en de specialistische teams hun kennis verder kunnen vergroten, hebben we nu legio projecten die het verschil kunnen gaan maken. Een verdere ontwikkeling in ondersteunende ICT-producten, zoals een nieuw natuurbrandverspreidingsmodel en Early Warning Droogte kunnen besluitvormers helpen met gevalideerde informatie. De procedure ‘Voorbranden’ is nog niet uitgerold maar kan wel zeker van toegevoegde waarde zijn bij incidenten zoals de natuurbranden in april. We kunnen gebruik maken van vuur om onbeheersbare branden te bestrijden. Binnen de branddriehoek werk je dus op het vlak van ‘brandstof’ door dit gecontroleerd weg te branden. Heel erg belangrijk voor de toekomst van natuurbrandbeheersing is ook het team ‘Natuurbrandonderzoekers’ (NBO). Als we de natuurbrandonderzoekers vaker inzetten dan komen er meer feiten op tafel. Waarom heeft een natuurbrand zich op een bepaalde manier gedragen? Wat is de mogelijke bron van de brand? De gegevens die daaruit komen zijn essentieel om een lerende organisatie te worden. We willen meer grip op de incidenten, de oorzaken en de onderliggende factoren. Wat is er gebeurd en waarom gebeurde dat? De NBO’ers hebben prachtig werk geleverd om te begrijpen wat er in Herkenbosch en in de Peel is gebeurd. Zie ook het onderzoeksrapport. Dit moeten we in de toekomst veel vaker doen, want ook de kleine branden zijn van wezenlijk belang hierin. Dat brengt mij gelijk tot een ander belangrijk project onder natuurbrandbeheersing: ‘Gebiedsgerichte aanpak’. Om branden onder de omstandigheden van april dit jaar beheersbaar te houden is het noodzakelijk om het landschap goed in te richten. Werken met je brandstoffen. In Nederland kunnen (en moeten) we nog veel meer werken aan landschapsbeheer in relatie tot natuurbrandrisico. De samenwerking tussen brandweer, de groene partijen (denk aan Staatsbosbeheer), gemeenten en provincies is daarbij onmisbaar. Maar denk ook aan infra bedrijven, gezondheidscentra en campings, die allemaal grote belangen hebben in een veilig landschap. Gebiedsgerichte aanpak richt zich op het gezamenlijk inventariseren en beoordelen van de risicovolle situaties in natuurgebieden in Nederland. Daarbij kijken we welke maatregelen we kunnen nemen om de risico’s op onbeheersbare branden te beperken. Bijvoorbeeld door het aanleggen of versterken van natuurlijke barrières met minder brandbare vegetatie. We moeten daarvoor goed aangehaakt zijn bij de politiek. Want landschapsbeheer begint bij goed nationaal beleid. Kortom, in mijn beleving moeten we dit thema integraal aanpakken. Naast het door ontwikkelen van de verschillende projecten en de brandweer verder toerusten met kennis en kunde op dit vlak, is het noodzakelijk om het landschap weerbaarder te maken tegen de risico’s die onbeheersbare natuurbranden met zich mee brengen.”
GBO-SO
Het landelijk specialisme natuurbrandbeheersing begon ooit als een project onder het landelijk programma ‘Grootschalig en Specialistisch Brandweeroptreden’ (GBO-SO). Het project is inmiddels ontwikkeld tot een landelijk specialisme. Met dit specialisme wil Brandweer Nederland het risico op een onbeheersbare natuurbrand zo klein mogelijk maken. “Door risico’s in kaart te brengen, landelijk kennis te bundelen, preventieve maatregelen te nemen en specialistische teams in te zetten”, aldus Dam.
Bron: Brandweer Nederland
Volg Brandveilig op LinkedIn
Ontvang het laatste nieuws omtrent brandveiligheid!
Mis niets. Meld je aan en ontvang wekelijks onze nieuwsbrief. Ruim 7.500 vakgenoten gingen je al voor.