Er is steeds meer bewustzijn van het belang van het brand- en rookwerend afdichten van compartimenten. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de beweging richting een energieneutrale gebouwde omgeving zetten het thema brandveilige isolatie extra in de belangstelling. Experts vertellen over de trends van nu en de nabije toekomst.
Door Lynsey Dubbeld
Elke situatie heeft zijn eigen, meest geschikte oplossing. Het belangrijkste is om het einddoel voor ogen te houden en de maatregelen daarop aan te passen. Dat schreef Danny Ruytenbeek, adviseur brandveiligheid bij adviesbureau Nieman Groep, enkele jaren geleden in een artikel in Brandveilig.com. De problematiek die hij toen aankaartte, is nog steeds actueel. Bij de afdichting van brandcompartimenten (die een brand beheersbaar moeten maken) en subbrandcompartimenten (die bedoeld zijn om veilig vluchten mogelijk te maken) ontbreekt vaak nog steeds een integrale aanpak, zegt Ruytenbeek nu. “De scheidingsconstructie rondom een compartiment is bijvoorbeeld niet goed afgedicht. De brandwerende doorvoering in een plafond is dan wel aangebracht, maar de bouwkundige naden aan de wand zijn niet afgewerkt.”
Ook de oneigenlijke toepassing van materialen komt Ruytenbeek nog altijd tegen. “Soms worden de verkeerde afdichtingsmaterialen voor de doorvoering gebruikt. Brandwerende pur mag bijvoorbeeld niet rondom een stalen buis worden toegepast. Een ander voorbeeld heeft te maken met schuim met brandwerende eigenschappen. Als dat volgens de prestatieverklaring geschikt is om een doorvoering voor één kabel in een betonvloer af te dichten en in de praktijk lopen er wel vier kabels doorheen, dan werkt het mogelijk niet.”
Ruytenbeek signaleert wel een positieve ontwikkeling in de beschikbaarheid van brandwerende materialen. “Schuim en andere afdichtingsmaterialen worden steeds meer universeel toepasbaar. Denk aan schuim dat bruikbaar is bij allerlei soorten buizen. Er zijn inmiddels ook prefab kokers die in een vloer kunnen worden geplaatst en waar alle kabels doorheen kunnen worden gelegd. Op deze manier wordt het voor de uitvoeringspraktijk steeds makkelijker om materialen goed toe te passen.”
Verantwoordelijkheden en normen
Willem van Oppen, adviseur Conformiteitsschema’s bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), noemt de groeiende discussie over het toezicht op brandveilige bouw als een belangrijke recente ontwikkeling. “Steeds vaker wordt na een calamiteit het verwijt gemaakt dat het bouwtoezicht heeft gefaald. Dat is niet terecht: opdrachtgevers zijn er zelf voor verantwoordelijk dat een bouwwerk aan de eisen van de Woningwet en het Bouwbesluit voldoet. Aannemers en toeleveranciers mogen worden geacht de opdrachtgever met die verantwoordelijkheid te helpen door te leveren wat wettelijk is vereist. Met name in de bouwsector ligt op dit vlak nog een aanzienlijk verbeterpotentieel. Nu wordt nogal eens geprobeerd om de bouw zo goedkoop mogelijk uit te voeren, waardoor met name in de materiaalkeuze concessies worden gedaan die ertoe kunnen leiden dat de brandbeveiliging onder het wettelijk minimum terecht komt.”
“Steeds vaker wordt na een calamiteit het verwijt gemaakt dat het bouwtoezicht heeft gefaald
Volgens Ruytenbeek maken koplopers inmiddels gebruik van normen die in de toekomst verplicht worden. Zo introduceert het Besluit Bouwwerken Leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit die naar verwachting in 2021 van kracht wordt, eisen voor rookdichtheid. Op dit moment houden brandwerende scheidingsconstructies alleen brand tegen. “Maar de toekomstige normen voor afdichting tegen koude en warme rook worden al gebruikt in het kader van gelijkwaardige oplossingen. Bijvoorbeeld: als de loopafstand van een vluchtroute te lang is om aan het Bouwbesluit te voldoen, adviseren we een afdichting die meer rook tegenhoudt.”
Kwaliteit van uitvoering
Van Oppen ziet dat de kwaliteit van producten voor brandveilige afdichting toeneemt, terwijl de juiste toepassing van maatregelen juist een punt van zorg is. “De afdichting van doorvoeringen in brandscheidingen is een veelvoorkomend probleem. Er zijn steeds meer bedrijven die gespecialiseerd zijn in goede oplossingen: van brandwerende materialen voor de afdichting van doorvoeringen tot opschuimende manchetten die bij brand een leiding door een brandscheiding kunnen afsluiten. Meestal hebben dit soort maatregelen wel de wettelijk vereiste brandwerende eigenschappen, maar schuilt het risico in het correct aanbrengen ervan. Bij het onjuist aanbrengen van brandwerende afdichting van doorvoeringen wordt niet de vereiste brandbeveiliging gerealiseerd. Ondanks allerlei pogingen daartoe is er nog steeds geen kwaliteitsregeling voor bedrijven die zich specialiseren in afdichting.”
Van Oppen kent volop voorbeelden van incorrecte uitvoering van maatregelen. “De onjuiste montage van sandwichpanelen kan brandgevaarlijke situaties veroorzaken. En als beschadigde sandwichpanelen niet worden gerepareerd, kan brandgevoelig pur- of EPS-isolatiemateriaal bloot komen te liggen.”
“Het geïntensiveerde toezicht komt de kwaliteit van het eindresultaat zeker ten goede
Ruytenbeek ziet de komst van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen als een kans om dit soort situaties tegen te gaan. Het wetsvoorstel, dat waarschijnlijk in het najaar in de Eerste Kamer wordt behandeld, verplaatst het bouwtoezicht van de gemeente naar de zogenoemde ‘kwaliteitsborger’, een private partij die controleert of tijdens de bouw aan alle voorschriften wordt voldaan. Bureaus zoals Nieman werken inmiddels al met een team dat kwaliteitsborging voor opdrachtgevers verzorgt. “De nieuwe kwaliteitsborging betekent dat er meer moet worden vastgelegd en aangetoond over de uitvoering van maatregelen. Tot nu toe waren opdrachtgevers geneigd om te denken: we laten uitvoerders hun gang gaan want zij hebben er verstand van en dan zal het wel goed komen. De kwaliteitsborger gaat dingen beter in de gaten houden én vastleggen of de wettelijke eisen echt gerealiseerd worden. Als adviseur kan ik wel zeggen dat een doorvoering zestig minuten brandwerend is. Maar onder de Wet Kwaliteitsborging moet ik dat ook kunnen aantonen, bijvoorbeeld door te laten zien dat de uitvoering in overeenstemming is met de prestatieverklaring of het testrapport. Dat is wat extra administratie, maar het geïntensiveerde toezicht komt de kwaliteit van het eindresultaat zeker ten goede.”
Energietransitie
De energietransitie in de gebouwde omgeving stimuleert de komende jaren de aandacht voor isolatiematerialen, verwacht Van Oppen. “Nederland heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen – en er is afgesproken dat de gebouwde omgeving in 2050 (bijna) energieneutraal is. Dat betekent dat woningen en bedrijfsgebouwen flink moeten worden geïsoleerd. Het ligt in de lijn van de verwachting dat bijvoorbeeld EPS-sandwichpanelen vaak zullen worden toegepast, omdat die goede isolatie tegen relatief lage kosten leveren. Dit kan nieuwe risico’s voor de brandveiligheid opleveren.” Sandwichpanelen zijn gemaakt op basis van aardolie. Aan de brandrisico’s hiervan besteedt het bouwtoezicht mogelijk onvoldoende aandacht. In een recente uitzending van Zembla sloegen diverse deskundigen alarm over de kunststof isolatiematerialen die in gevels worden toegepast.
Ook Ruytenbeek herkent de risico’s van brandbare isolatie. “Kunststof isolatiematerialen leveren de beste isolatieprestaties maar zijn ook het meest brandbaar. Daar is in het ontwerp rekening mee te houden, maar je moet er wel goed op letten. Een open spouw met kunststof isolatie is vragen om ellende. Maar als de spouw goed wordt afgedicht dan is er geen probleem.”
De grotere luchtdichtheid in sterk geïsoleerde woningen brengt ook risico’s mee. “Dit zorgt ervoor dat rook bij een brand minder makkelijk naar buiten stroomt, en verse lucht minder makkelijk naar binnen komt. Dat verandert het brandverloop. We zien al steeds meer gesmoorde branden met giftige rook. Het goede nieuws is dat het bewustzijn van deze risico’s toeneemt. Zeker na de dodelijke brand in de Londense Grenfell Tower wordt brandveilige isolatie uiterst serieus genomen.”
Lynsey Dubbeld is communicatieadviseur, contentstrateeg, trendanalist & copywriter.