Noodverlichting waarborgt veiligheid in gebouwen waar personen zich bevinden. Daarvoor dient echter wel wat werk te worden verzet. De basis hiervoor wordt gelegd in het ontwerp, de systeemkeuze en aanleg van de installatie. De daaropvolgende fase is voor elke noodverlichtingsinstallatie minstens zo belangrijk, namelijk: inspectie en onderhoud.
Door André Dubbelman
Noodverlichtingsinstallaties moeten functioneren op het moment dat zich een stroomstoring voordoet. Vergelijk het met een airbag in de auto: je hoopt hem nooit nodig te hebben, maar op het moment dat hij nodig is, moet hij ook direct en naar behoren functioneren. Zo is het ook met een noodverlichtingsinstallatie. Als zich een calamiteit voordoet wil je niet in het donker zitten, maar moet er direct voldoende licht zijn om bijvoorbeeld een gebouw op een veilige manier te kunnen verlaten of processen op een veilige manier af te kunnen sluiten.
Verder moeten de beschikbare vluchtwegen, veiligheidsmiddelen, verkeersruimten en (nood)uitgangen direct herkenbaar en aangelicht zijn, zodat duidelijk is waar je naartoe moet en paniek wordt voorkomen. Dit zijn zo maar een paar zaken die al van belang zijn bij het ontwerp, de systeemkeuze en aanleg van een noodverlichtingsinstallatie. Maar… dan begint het pas.
>>Meer weten over vluchtwegen en -deuren? Bekijk onze overzichtspagina!
Een noodverlichtingsinstallatie moet na de aanleg in een optimale staat gehouden worden. In de praktijk betekent dit dat een dergelijke installatie geïnspecteerd en onderhouden moet worden. Tijdens een inspectie wordt daarbij voornamelijk gekeken of de installatie nog in overeenstemming is met het oorspronkelijke ontwerp, het gebruik van het gebouw en de diverse ruimten daarin. Eventuele aanpassingen in het ontwerp en gebruik van ruimten, maar ook fouten in ontwerp en aanleg komen tijdens een inspectie direct boven water.
Functionerend houden
Bij onderhoud ligt de nadruk meer op het functionerend houden van de verschillende componenten in de installatie. Door tijdens het onderhoud van armaturen te kijken naar zaken als responsetijd en luminantie en daarbij een functietest uit te voeren, wordt een goed beeld verkregen van de operationele staat van de componenten in de totale installatie. Iets wat gebouwbeheerders en installatiebedrijven hierbij nogal eens over het hoofd zien, zijn componenten als lichtbronnen en accu’s. Deze hebben een beperkte levensduur en dienen op regelmatige basis vervangen te worden om een juiste werking te kunnen garanderen.
Zowel inspectie als onderhoud behelst dan ook meer dan alleen maar het bekijken van een plattegrond en het vervangen van een lichtbron. De uitvoerenden dienen niet alleen kennis te hebben van techniek, de verschillende producten en systemen, maar moeten ook zaken als wet- en regelgeving op gebied van veiligheid en noodverlichting beheersen. Dit alles om een goed beeld te kunnen krijgen van de installatie waaraan wordt gewerkt en deze te laten voldoen aan de geldende prestatie-eisen.
Naast een jaarlijkse inspectie en onderhoudsronde door een deskundige dient de gebruiker van de installatie zelf ook met regelmaat de installatie na te lopen en dienen tussentijds geconstateerde gebreken en wijzigingen zo snel mogelijk te worden aangepast en/of hersteld. Overigens leveren verschillende fabrikanten hiervoor ook automatische testsystemen.
Naast de aanwezigheids- en prestatie-eisen zijn ook de inspectie- en onderhoudseisen opgenomen in onder meer het Bouwbesluit. Hierin staat vermeld dat iedere installatie tenminste één maal per jaar adequaat dient te worden onderhouden. Binnen dit wettelijke kader geldt dat de goede werking van de gehele noodverlichtingsinstallatie hierdoor gewaarborgd blijft. Publicatie 79 van het kennisinstituut ISSO, Inspectie en Onderhoud van noodverlichtingsinstallaties, wordt daarbij gezien als een adequate methode voor het uitvoeren van inspectie en onderhoud.
Verslaglegging
De verslaglegging van inspectie en onderhoud dient te worden opgenomen in het gebouwgebonden logboek. Dit logboek wordt door de controlerende instanties gehanteerd als instrument voor het veilig gebruik van gebouwen. Het inspectie- en/of onderhoudsrapport uit het logboek zijn een belangrijke informatiebron voor zowel de klant en controlerende instanties als voor het inspectie/onderhoudsbedrijf. Met behulp van dit rapport is zichtbaar of op het onderhoud direct actie is ondernomen, zoals het verrichten van aanvullende onderhouds- en/of herstelwerkzaamheden.
Ook worden tijdens inspectie geconstateerde afwijkingen van de installatie ten opzichte van de geldende normen en richtlijnen expliciet gerapporteerd aan de opdrachtgever. Het doel daarvan is om met alle belanghebbenden tot een goede beoordeling van de veiligheidssituatie te komen en waar nodig aanvullende maatregelen te treffen.
Kortom, alleen de aanwezigheid van een goed ontworpen noodverlichtingsinstallatie is niet voldoende. De veiligheid is pas echt gewaarborgd als de installatie regelmatig en goed wordt onderhouden. Alleen dan kan de installatie in geval van een calamiteit de vereiste prestaties leveren.
André Dubbelman is Regio Manager Fire Safety Zuid bij Chubb Fire & Security
Lees ook:
– Noodverlichting: normen, praktijk en onderhoud
– Normen noodverlichting zullen beter op elkaar afgestemd moeten worden