De NOS rapporteerde op 11 januari over de grote en groeiende brandrisico’s van elektrische auto’s, waardoor de brandveiligheid van parkeergarages in gevaar zou komen. Volgens Peter van de Leur, Maarten Gies en Ronald Oldengarm (adviseurs brandveiligheid bij DGMR Bouw) is dit verhaal echter sterk overtrokken en vormen juist gewone brandstofauto’s een veel groter risico.
De NOS sprak met Rob Nijsse van de TU Delft en Nils Rosmuller van het NIPV, en kwam met de waarschuwing voor een onhoudbare situatie: ‘elektrische auto’s niet te blussen’. ‘Als over tien jaar 50 procent van ons wagenpark elektrisch is, is de manier waarop parkeergarages nu zijn ingericht niet meer uitvoerbaar’ (Rosmuller). ‘Zo’n brand kan ook de constructie van het gebouw aantasten’ (Nijsse). Een grafiek met een sterk stijgende lijn in de toename van het jaarlijkse aantal branden in batterij-elektrische auto’s illustreert de toename van de risico’s.
Gewone brandstofauto’s groter risico
Het verhaal is naar onze bescheiden mening sterk overtrokken. Het ontneemt bovendien het zicht op het veel grotere én acute risico dat gewone brandstofauto’s in parkeergarages vormen.
Om met dat laatste te beginnen: gewone brandstofauto’s zijn in de afgelopen dertig jaar steeds gemakkelijker en intenser gaan branden, door een reeks oorzaken: de ‘standaard’ moderne auto’s worden steeds groter, en ze bevatten meer kunststof voor comfort en besparing van gewicht en kosten, waaronder de brandstoftank. Bovendien zitten er steeds meer elektrische apparatuur en gadgets in. Op straat vormt een autobrand geen groot probleem, maar dat is anders als ze dicht bij elkaar worden gezet in een grote, lage parkeergarage. Dan kunnen ze elkaar aansteken en de veiligheid van parkeerders en de bouwconstructie van de garage bedreigen. Dat laatste is een gevaar als de garage onder één of meer gebouwen doorloopt. En al helemaal als boven de garage mensen verblijven in gebouwen die niet snel of alleen met hulp van anderen kunnen vluchten, denk aan woongebouwen of zorggebouwen. We zien de ontwikkelingen in auto’s sinds het jaar 2000 terug in geleidelijk steeds grotere autobranden. De laatste jaren zijn er enkele extreem grote branden geweest in Engeland en Noorwegen. Dat betrof in alle gevallen vrijstaande open garagebouwen, zonder overbouwing. Daardoor vielen er gelukkig geen slachtoffers, maar je moet er niet aan denken dat zo’n incident zich voordoet in een parkeergarage onder één of meer woontorens of ziekenhuisvleugels. De kans op slachtoffers wordt dan aanzienlijk groter.
Bedenk dat de verandering van de ‘standaard auto’ zich doet gelden in alle bestaande parkeergarages, klein en groot, die de afgelopen vijftig jaar zijn gebouwd volgens de toen geldende regels. De verandering van de geparkeerde auto’s leidt daarin tot een onvoorziene sterke toename van de risico’s. De bouwregelgeving is niet ingericht op zo’n situatie, en het is daarom niet gek dat de regelgever niet alert reageert met aanscherpen van voorschriften.
Minder zorgwekkend
De problematiek van de elektrische auto’s komt bovenop die van de brandstofauto’s, maar is qua omvang minder zorgwekkend. In vergelijking met een elektrische auto brandt een brandstofauto even intens, als uitgedrukt in vrijkomend vermogen en tijd tot piek in vermogen. Ook de tijd tot overslag naar een volgende auto en de hoeveelheden giftige gassen die vrijkomen verschillen niet wezenlijk.
De eerste blussing van een elektrische auto kost meer water en (beperkt) meer tijd, maar slaagt tot op heden altijd. Als het batterijpakket meebrandt – wat tegenwoordig door verbeteringen in de auto’s lang niet altijd meer het geval is – kan dat na het blussen herhaaldelijk herontsteken, en zo de brandweer veel langer in actie houden.
Hier staat tegenover dat de kans op ontstaan van brand in een Battery Electric Vehicle (BEV) aanzienlijk kleiner is. Schattingen lopen uiteen tussen 5 en 10 keer kleiner. Dat is niet verrassend, tenslotte heeft een elektrische auto geen brandstof, motorolie en turbo-injectie die allemaal bekende brandoorzaken zijn. Veroudering van het elektrische wagenpark kan zorgen voor meer branden, maar ook voor minder: tenslotte raken kinderziekten uitgewerkt en opgelost. Dat is al gebleken uit het geleidelijk wegvallen van het laden als brandoorzaak, door verbeteringen in laadinfrastructuur.
Logistieke nachtmerrie is geen brandveiligheidsrisico
Voor de brandweer is een brandende elektrische auto in een parkeergarage een logistieke nachtmerrie, en daar zit veel van de pijn in de reactie vanuit de brandweer. Zolang de lithiumbatterij herontsteekt moet de brandweer ter plaatse blijven. Verwijderen van een voor eventjes geblust wrak is gemakkelijk gezegd maar moeilijk gedaan: welke berger doet dat vanaf laag -6 achterin? Dat is wel het perspectief als over een paar jaar de helft van alle auto’s elektrisch is.
Maar een logistieke nachtmerrie is geen brandveiligheidsrisico! Zodra de eerste auto of auto’s zijn geblust, kan de brandweer een weer oplaaiende batterijbrand gemakkelijk de baas. De risico’s voor aanwezigen, omwonenden, hulpverleners en gebouwen zijn daarmee onder controle. De brandweer kan terecht stellen dat de verdere afhandeling een onevenredig beslag legt op hun inzetcapaciteit. Maar de veiligheid is niet meer in het geding. De kwestie van inzetcapaciteit is oplosbaar door contractueel vast te leggen dat voor lang ‘nablussen’ een commerciële partij moet worden ingeschakeld. Zulke afspraken zijn inmiddels al op diverse plaatsen gemaakt.
Sprinklerinstallatie
Als de brandveiligheid in het geding komt, is dat dus vooral door de eerder genoemde gevaren van parkeergaragebranden met nieuwe en meer brandbare moderne auto’s, en niet specifiek door elektrische auto’s. De gevaren zijn vooralsnog goed te beheersen met sprinklerinstallaties – overigens altijd in combinatie met een brandweerinzet – en met bescherming van de betonconstructie specifiek om betonspatten voorkomen. Sprinklers zijn in Nederland inmiddels gebruikelijk in nieuwe grote parkeergarages en zelfs voorgeschreven onder veel ‘slaapgebouwen’. Maar ze komen nauwelijks voor in bestaande parkeergarages die zijn vergund toen het idee breed leefde dat autobranden daarin altijd klein blijven. Er zijn daarom veel bestaande situaties met een dusdanige concentratie van risicofactoren dat een serieuze risicoanalyse wel eens pijnlijke resultaten zou kunnen opleveren.
Het échte veiligheidsrisico
Kortom: Elektrische auto’s vormen een beperkt extra risico bij het parkeren in parkeergarages, maar er is geen aanleiding om elektrische auto’s uit parkeergarages te weren.
Het échte veiligheidsrisico zijn bestaande parkeergarages onder gebouwen, waar veel brandbaardere auto’s parkeren dan waar we de regelgeving voor bedacht hebben. Meer kunststof en elektrische systemen zorgen ervoor dat moderne auto’s een groter risico vormen dan auto’s van pakweg 15 jaar geleden. De focus moet dus niet uitsluitend liggen op de brandveiligheid in garages met elektrische auto’s, maar zelfs vooral op de risico’s die het veranderende wagenpark meebrengt op de brandveiligheid van nieuwe en bestaande garages en de gebouwen erboven.
Bronnen: Voor achtergronden en feitelijke uitspraken in dit artikel, lees o.a.: RISE rapport 2023:42 ‘electric vehicle fire safety in enclosed spaces’ (Zweden) en ‘Modern Vehicle Hazards in Parking Structures and Vehicle Carriers’ uit 2020 van de Research Foundation van de NFPA (VS).
Peter van de Leur, Maarten Gies en Ronald Oldengarm, adviseurs brandveiligheid bij DGMR Bouw
Geef een reactie
Je moet hieronder eerst inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.