Landen als Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland hebben maandag plannen van Zuid-Europese landen voor een permanent Europees centrum voor rampenbestrijding tegengehouden.
Zij wilden een dienst die overal in Europa naar toe vliegt bij bosbranden, overstromingen, aardbevingen of andere rampen. Maar veel Noord-Europese landen voelden er niet voor om eenheden van brandweer, politie of het leger continu uit te lenen aan een EU-rampencentrum.
“We gaan niet in een centrum zitten wachten op een ramp”, zei minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken maandag na overleg met haar EU-collega’s in het Zuid-Franse Cannes. Nederland is voorstander van zo veel mogelijk regionale samenwerking bij rampen. Buurlanden kunnen vaak beter en sneller helpen bij bosbranden of overstromingen.
De EU-ministers zijn onvoldoende tevreden over de huidige situatie waarbij de Europese Commissie in Brussel de hulp bij rampen coördineert. Daarom worden nu de ‘witte vlekken’ in de rampenbestrijding geïnventariseerd en bieden landen op basis van vrijwilligheid sneller hulp.
Voorwaarde is wel dat elk land zijn eigen hulpverlening op orde heeft. “Dat is mijn grote zorg”, aldus Ter Horst. Zij is tevreden over het maandag bereikte compromis.
Nederland heeft de afgelopen jaren meermalen geholpen bij rampen in andere landen. Vorig jaar hielpen Nederlandse blushelikopters in Griekenland en in 2005 in Portugal.
Bron: ANP en Ue2008