Alle gebouwen in Nederland moeten voldoen aan het Bouwbesluitniveau ‘bestaande bouw’. Maar brandveilig bouwen en installeren kent veel details. En die details zijn nog te vaak niet in orde. Desondanks blijft het aantal slachtoffers van branden per jaar op een redelijk laag niveau. Volgens Johan Bijvank, docent bij Brandpreventie Academy, is dat hoopgevend maar moeten we blijven investeren. Bijvoorbeeld in de opleiding van controleurs, om zo het niveau van brandveiligheidscontroles te verbeteren.
Na een carrière als koopvaardij-officier, maakte Johan Bijvank de overstap naar de wereld van brandveiligheid en werkte hij lange tijd bij een fabrikant van brandwerende bouwmaterialen. “Hier deed ik onder andere marketing & communicatie en opleidingen. Informatieoverdracht over brandveilig bouwen stond hierbij centraal. Sinds een aantal jaren werk ik als docent bij Brandpreventie Academy, waar ik vooral mijn kennis van bouwkundige brandpreventie toepas.”
Duidelijke regels over brandveiligheid
Op basis van zijn jarenlange ervaring heeft Bijvank een afgewogen oordeel over de staat van brandveiligheid in Nederland. “Nederland is natuurlijk een goed georganiseerd land met duidelijke regels over brandveiligheid in gebouwen. Een belangrijke regel is dat alle gebouwen moeten voldoen aan het Bouwbesluitniveau ‘bestaande bouw’. Maar omdat brandveilig bouwen en installeren een vakgebied met zeer veel details is, kun je stellen dat het een enorme klus is om alle gebouwen aan dit minimale niveau te laten voldoen. Veel van die details blijken in de praktijk niet in orde. Als we dit afzetten tegen de slachtofferaantallen van branden per jaar in de afgelopen jaren, dan blijven deze redelijk constant op een laag niveau. Dat is hoopgevend, maar er is altijd de mogelijkheid van een ramp met meerdere slachtoffers. Daarom moeten we blijven investeren om dit zo te houden.”
Brandveiligheidscontroles
Volgens Bijvank biedt de bestaande wet- en regelgeving dus voldoende basis voor adequate brandveiligheid. In de praktijk is vervolgens een belangrijke rol weggelegd voor brandveiligheidscontroles. Hij legt uit hoe dit werkt: “Controle van de brandveiligheid van gebouwen wordt gedaan als er een verbouwing of transitie naar een andere gebruiksfunctie aankomt, of als het gebruik van een gebouw daarom vraagt, of bij verkoop, of omdat een verzekeraar erom vraagt. Er wordt dus gecontroleerd als er een noodzaak is of als er redenen voor zijn om dit op regelmatige basis uit te voeren.”
Belangrijkste risico’s
Tijdens deze controles komen als het goed is de details die niet op orde zijn en waarover Bijvank eerder sprak aan het licht. “De belangrijkste risico’s zijn dat branden zich te gemakkelijk kunnen uitbreiden en dat vluchtwegen niet altijd voldoende lang beschikbaar blijven omdat ze vol rook komen te staan. Maar ook is in veel gebouwen de brandveiligheid erg afhankelijk van één voorziening. Door een tweede vluchtmogelijkheid of een extra brandbeperkende maatregel te hebben zorg je voor een plan B als de eerste faalt.”
Frequente en degelijke brandveiligheidscontroles met als uitkomst een complete en correcte rapportage zijn voor Bijvank dan ook een essentiële aanvulling op de wet- en regelgeving. “De waarde van een goede rapportage met begrip voor werkelijke brandgevaren is erg groot. Het kan de basis zijn voor een plan van aanpak om eventuele tekortkomingen op te lossen in volgorde van belangrijkheid. De situatie, de urgentie en de beschikbare budgetten zijn hierbij natuurlijk bepalend.”
Kennis verspreiden en borgen
Gezien de waarde die Bijvank toekent aan brandveiligheidscontroles is het niet vreemd dat hij kritisch is op zowel de kwaliteit ervan als op de kennis van de controleurs. Het niveau van beide is in zijn ogen erg wisselend. “De kwaliteit van de controles is zo goed als het niveau van de controleur, vandaar dat we proberen zoveel mogelijk betrokkenen op te leiden. Met onze opleiding worden mensen bekendgemaakt met het toepassen van een model voor het controleren van een gebouw en het toepassen van de verschillende toetsniveaus zoals nieuwbouw, bestaande bouw, verbouw, en rechtens verkregen niveau. Deze toetsniveaus en hun achtergronden zijn essentieel voor het uitvoeren van een correcte controle. Hoewel deze onderwerpen in zichzelf niet complex zijn, worden ze in de praktijk van bestaande gebouwen snel erg ingewikkeld! Er valt dan ook nog heel veel opleidingswerk te verzetten. Waar vooral aan gewerkt moet worden, is de kennis van de regels en kennis van de toepassing van de regels te verspreiden en te borgen.”
Meer weten over controleren van brandveiligheid van gebouwen? Johan Bijvank verzorgt vanaf 14 september a.s. voor Brandpreventie Academy de opleiding Controleur Brandpreventie.