Het Congres Brandveiligheid stond tijdens dag 2 in het teken van Brandbeveiligingsinstallaties. De 140 deelnemers werden bijgepraat over sprinklerinstallaties, rook- en warmteafvoersystemen, de (on)mogelijkheden van het blussen van branden in lithium-houdende energiedragers, en kregen tot slot de vraag of brandveiligheid niet te ingewikkeld wordt gemaakt.
Beheersen vs Blussen
Dave Hazel (Riskonet) ging in zijn presentatie in op de vraag of een sprinklerinstallatie nu wel of niet een brand blust? Daarbij stelde hij aan de orde dat er vaak onduidelijkheid is over de gebruikte terminologie en wat we nu precies bedoelen met beheersen, blussen en afblussen van een brand? Iets wat in de praktijk – met name die van de PGS 15 Opslag van gevaarlijke stoffen – regelmatig tot discussies leidt met opdrachtgevers die minder zijn ingevoerd in de regelgeving van brandveiligheid. De conclusie van Hazel luidde dat een sprinklerinstallatie voor opslag van gevaarlijke stoffen conform PGS 15 toegepast kan worden, ondanks dat deze niet is ontworpen om een brand daadwerkelijk uit te maken.
Meerwaarde RWA-systeem
Vervolgens was het aan Stan Veldpaus (Kingspan Light + Air / Colt) om meer te vertellen over rook- en warmteafvoersystemen voor ontvluchting. Daarin was de rode draad dat volgens Veldpaus niet 1 systeem ‘de heilige graal’ is, maar dat de verschillende brandbeveiligingsinstallaties complementair zijn aan elkaar. Hij illustreerde dit aan de hand van een video, waarin te zien was dat een brand veilig werd geblust doordat een sprinklerinstallatie en een RWA-systeem elkaar perfect aanvulden. Volgens Veldpaus is dat de manier om de brandveiligheid daadwerkelijk te bevorderen.
Verstoring sproeipatroon van sprinklers door obstructies
De technische presentatie van de dag werd verzorg door René Meijer (Normec FSS), die inging op de valkuilen die er zijn bij de installatie van sprinklers. Eventuele obstructies die zich dan kunnen voordoen, kunnen immers het sproeipatroon en daarmee de effectiviteit van de sprinklerinstallatie beïnvloeden.
Energietransitie, maar dan veilig
Na de lunch was het de beurt aan Hans Sevenstern (Marsh). Hij slaagde erin de deelnemers direct weer bij de les te krijgen, door ze op de gevaren te wijzen van het opladen van de mobiele telefoon naast je bed. Toen hij de vraag stelde wie dat doet, bleek dat ook brandveiligheidsprofessionals de brandrisico’s hiervan onvoldoende herkennen. En dat de energietransitie en de elektrificatie van de samenleving veel nieuwe risico’s met zich meebrengen, liet Sevenstern in het vervolg van zijn presentatie meer dan voldoende zien: brandende elektrische auto’s, de beruchte thermal runaway, alles kwam aan de orde. Daadwerkelijke oplossingen als het gaat om blussen van dergelijke branden zijn er niet en Sevenstern was hierover ook niet hoopvol. Gelukkig is er wel nagedacht over deze nieuwe risico’s en mogelijke maatregelen, hield Sevenstern zijn publiek voor aan de hand van de nieuwe PGS 37-1 en 37-2 die in het derde kwartaal van dit jaar in Nederland van kracht worden.
Maken we het niet te ingewikkeld?
Ook dag 2 werd afgesloten met een beschouwende presentatie, waarin Maarten de Groot (NIPV) de deelnemers uitdaagde om na te denken over de vraag of we brandveiligheid niet te ingewikkeld maken. Bijkomende vragen zoals waarom we brandveiligheid eigenlijk zo belangrijk vinden, en of we eigenlijk wel een probleem hebben als het gaat om brandveiligheid zorgden voor voldoende reacties uit de zaal en een begin van reflectie bij de deelnemers. Al snel werd duidelijk dat we brandveiligheid inderdaad te ingewikkeld maken. Volgens De Groot wordt dat onder andere veroorzaakt doordat betrokkenen verschillende achtergronden hebben, elkaar daardoor onvoldoende begrijpen, wat ertoe leidt dat veel afspraken noodzakelijk zijn, waardoor het allemaal ingewikkeld wordt gemaakt. De Groot sloot af met het delen van zijn drijfveer: de ambitie om overheid en bedrijfsleven dichter bij elkaar te brengen, met als doel elkaar beter te begrijpen.