Op de tweede dag van het Nationaal Congres Brandpreventie van Brandpreventie Academy draaide het in het middagprogramma om zorggebouwen. Hans Sevenstern van Marsh Risk Consulting sloot het sprekersprogramma af met een pittige boodschap. Het Bouwbesluit is niet geschikt voor het ontwerp van zorggebouwen en toepassing van de minimumregels in deze gebouwencategorie is in de ogen van Sevenstern hèt recept voor een brand met (veel) slachtoffers. Hij denkt dat het slechts een kwestie van tijd is vóórdat een rampzalige brand de nieuwsheadlines haalt.
Door Rob Jastrzebski
Meer en minder recente branden in zorggebouwen en woonzorgcomplexen, waarbij doden en gewonden vielen, zijn in de ogen van Sevenstern een teken aan de wand. In 2011 kwamen drie bewoners van GGZ-instelling Rivierduinen in Oegstgeest om bij een korte maar felle brand in een van de zorggebouwen. Datzelfde jaar woedde ook een felle brand in zorgcentrum De Geinsche Hof in Nieuwegein. Negenenveertig bewoners raakten gewond, van wie negen ernstig en het is volgens Sevenstern te danken aan de massale ad-hoc hulp van bouwvakkers en andere omstanders dat in korte tijd 138 bewoners uit het met zwarte rook gevulde gebouw konden worden gehaald. Daardoor is vrijwel zeker een hoog dodental voorkomen.
En dan was er de grote brand in het Nijmeegse zorgcomplex De Notenhout in februari 2015. De trieste balans: vier doden en tientallen gewonden. Hier was overigens sprake van een voormalig zorgcentrum dat is omgebouwd naar een ‘gewone’ seniorenflat. Compartimentering en vluchtwegen bleken niet op orde en de brandweer bleek ondanks snelle en massale opkomst niet in staat om tijdig alle bewoners, van wie velen lichamelijk kwetsbaar en minder mobiel waren, te redden.
>>Lees hier het verslag van de eerste dag van het Nationaal Congres Brandpreventie
Verkeerde uitgangspunten zelfredzaamheid
Die transformatie van zorggebouwen is een van de grote zorgpunten voor de brandweer, stelt Sevenstern: “De gebouwen krijgen een andere functie en worden bouwkundig aangepast, maar de aard van de kwetsbare en verminderd zelfredzame bewoners verandert niet. Daarom kloppen de uitgangspunten in het Bouwbesluit wat betreft zelfredzaamheid van bewoners niet. Het zelfredzaamheidsprincipe in de brandveiligheidsregelgeving is gebaseerd op gezonde midden-dertigers, die na het tijdig ontdekken van een brand voldoende mobiel zijn om zich binnen korte tijd zelfstandig via een vluchtweg in veiligheid te brengen.
“Het zelfredzaamheidsprincipe in de brandveiligheidsregelgeving is gebaseerd op gezonde midden-dertigers
De zorgsector hanteert andere criteria voor ‘zelfredzaamheid’. Als een bewoner met lichamelijke beperkingen in staat is om zichzelf vanuit bed in een rolstoel te verplaatsen en de kamer te verlaten, vindt men dat ‘zelfredzaam’. Dat die persoon daar misschien wel 25 minuten over doet, is een ander verhaal. Gegeven het feit dat de hedendaagse binnenbranden al binnen drie minuten tot een onoverleefbare situatie kunnen leiden door snelle ontwikkeling van hitte en giftige rook, hebben deze mensen bij brand geen enkele kans.
Ook de informatievoorziening aan de brandweer is soms verre van optimaal. Brandweerkorpsen arriveren frequent bij branden in woongebouwen zonder dat zij weten dat ze worden bewoond door grote aantallen minder zelfredzame ouderen en dat brandveiligheidsvoorzieningen zoals brandmeldinstallatie en blusmiddelen zijn verwijderd. Onderhoud kost immers alleen maar geld en de regelgeving schrijft die voorzieningen niet voor voor ‘gewone’ wooncomplexen.”
Brand in de Geinsche Hof in 2011. Dankzij snelle hulp ven bouwvakkers en omstanders vielen er geen doden.
Fire Safety Engineering als oplossing
Dat de intramurale zorg een strengere zorgplicht heeft, met een brandmeldinstallatie, soms ook automatische blussystemen en een parate BHV-organisatie die bij brand snel kan ontruimen, betekent volgens Sevenstern niet automatisch dat bewoners en patiënten in zo’n zorggebouw veiliger zijn bij brand. “De realiteit is dat met name in de nachtelijke uren te weinig bedrijfshulpverleners en verzorgend personeel aanwezig zijn om daadwerkelijk snel grote aantallen patiënten te kunnen evacueren. De kamer uit lukt nog wel, maar dan moeten ze nog horizontaal of verticaal naar het volgende brandcompartiment of het gebouw uit. Vooral bij patiënten die aan bed zijn gebonden en een hoge zorgvraag hebben, is het dan een illusie te denken dat je iedereen er op tijd uit krijgt.
“De realiteit is dat met name in de nachtelijke uren te weinig bedrijfshulpverleners en verzorgend personeel aanwezig zijn
En het evacueren van IC-patiënten of couveuses is per definitie bijna onmogelijk. Door de zorgvraag van die patiënten moet ieder bed door een team zorgverleners worden begeleid. Bij een praktijkcasus in het Erasmus MC enige jaren geleden, bleek dat al na drie IC-bedden er een tekort ontstond aan voldoende personeel met IC-expertise. Een ander knelpunt bij de ontruiming van zorgcentra is de omgeving waarin die zorggebouwen staan. Vaak zijn ze ingebouwd door andere bebouwing of grenzen gevels direct aan parken of waterpartijen, waardoor de brandweer autoladders en hoogwerkers niet kan inzetten voor redding van buitenaf. Los daarvan is het evacueren van aan bed gebonden patiënten via die weg sowieso een onmogelijke opgave.”
De kernboodschap van het betoog van Sevenstern op het congres luidt samenvattend: zorggebouwen worden in toenemende mate ‘duurzaam’ ingericht, met meer hout, geperste plaatmaterialen en ook kunststoffen, waardoor de vuurlast in zorggebouwen toeneemt en branden feller worden, sneller ontwikkelen en meer en sneller giftige rook en verbrandingsproducten verspreiden. Ook de trend van scootmobielen die in gangen en hallen van zorg- en wooncomplexen aan de lader staan, dragen bij aan het toenemend brandrisico in zorg en woonzorggebouwen en seniorencomplexen.
“Ook de trend van scootmobielen in de gang is gevaarlijk
Gebouwbeheerders, brandveiligheidsadviseurs en plantoetsers moeten zich bewust zijn van de kwetsbare en verminderd zelfredzame status van oudere en gehandicapte bewoners, waardoor ontruiming meer tijd kost. Dat zou een ontwerpcriterium moeten zijn in de brandveiligheidseisen voor zorggebouwen. Sevenstern roept op het Bouwbesluit als kader voor ontwerp en bouw van gebouwen met een zorgfunctie te verwerpen en voor deze categorie bouwwerken altijd maatwerk via fire safety engineering toe te passen. En minder zelfredzame senioren die zelfstandig wonen zouden moeten kunnen rekenen op betere ondersteuning om ze zelfstandig en ook (brand)veilig te laten wonen.
Handreiking ontruimen wonen en zorg
Ook Jacco Huijzer van Nieman Raadgevende Ingenieurs sprak in het middagprogramma over de relatie tussen brandveiligheid en zorg. Hij gaf een presentatie over een handreiking voor de toepassing van artikel 7.11a in het Bouwbesluit 2012, dat voorschrijft dat in zorggebouwen ‘voldoende’ ontruimers aangewezen moeten zijn om bij brand de bewoners/cliënten in veiligheid te brengen. Maar hoe kan worden bepaald hoeveel ontruimers voldoende is voor een bepaalde zorgsituatie? Veiligheidsregio Kennemerland vroeg de adviesbureaus Nieman en Geregeld een handreiking te schrijven, waarmee toezichthouders kunnen vaststellen of zorginstellingen aan die ontruimingseisen voldoen. De handreiking ging op de dag van het congres online via de website van Nieman, zodat ook andere regio’s er hun voordeel mee kunnen doen.
Het bedoelde ontruimingsvoorschrift in het Bouwbesluit 2012 geldt voor gebruiksfuncties die 24-uurs intramurale zorg leveren, voorzien zijn van een brandmeldinstallatie en waarvoor een gebruiksvergunning of gebruiksmelding van kracht is. Jacco Huijzer wees er op dat in het voorschrift staat dat voldoende personeel moet zijn ‘aangewezen’ voor ontruiming, wat veronderstelt dat dat personeel ook ‘aanwezig’ is. Het voorschrift werkt het begrip ‘voldoende’ niet in detail uit. Met behulp van de handreiking kunnen toezichthouders voor een specifiek gebouw vaststellen hoeveel opgeleide en getrainde ontruimers aanwezig moeten zijn om bij een gegeven brandscenario de aanwezige bewoners of cliënten tijdig in veiligheid te brengen. Een rekensom, waarbij de tijd voor detectie en reactie door de BHV moet worden opgeteld bij het aantal kamers en bewoners en de vluchttijd die per bewoner benodigd is.
“Met behulp van de handreiking kunnen toezichthouders vaststellen hoeveel ontruimers aanwezig moeten zijn
Een belangrijke les: met de melding en reactietijd van de BHV gaan al snel drie minuten verloren vóórdat kan worden begonnen met de feitelijke ontruiming. Huijzer maakte met een aantal praktijksimulaties in een zorggebouw inzichtelijk dat de bouwkundige indeling en compartimentering en de locatie waar de brand ontstaat bepalend zijn voor de ontruimingstijd. Die tijd wordt afgezet tegen de optelsom van het aantal te evacueren bewoners en de tijd die per bewoner nodig is. Als de ontruiming meer tijd kost dan de tijd waarin een levensbedreigende situatie ontstaat, is het aantal ontruimers onvoldoende en moeten extra ontruimers worden aangesteld en getraind.
Het voorschrift is in 2015 van kracht geworden en heeft volgens Jacco Huijzer grote impact op de Nederlandse brandveiligheidssector. “De betekenis van artikel 7.11a moet niet worden onderschat. Niet iedereen beseft dat er qua brandveiligheid en ontruiming een wereld is van vóór 2015 en een wereld ná 2015. De kern van het voorschrift is: wat je qua vereist brandveiligheidsniveau niet bouwkundig kan realiseren, moet met een organisatorisch alternatief worden opgelost, in de vorm van meer beschikbare getrainde menskracht voor ontruiming.”
Lees hier het verslag van de eerste dag van het Nationaal Congres Brandpreventie.
Of lees: De Zorg Brandveilig lanceert online applicatie ‘BrandWijzer’.